AK Australië

1.2
Australië: Een enorm land 
1 / 12
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

1.2
Australië: Een enorm land 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Map

Uitzoomen 
  • Op een kaart niet alleen Sydney maar heel Australië zien? dan moet je uitzoomen
  • Bij uitzoomen wordt de werkelijkheid steeds meer verkleind. Je ziet dan steeds minder details. 

Slide 3 - Slide

Inzoomen 
  • Als je op de kaart niet een groot gebied wilt zien, maar een kleiner gebied, dan moet je inzoomen.
  • Bij inzoomen wordt de werkelijkheid steeds meer vergroot. Op een kaart van Sydney zie je veel details, zoals wegen en scholen.

Slide 4 - Slide

Inzoomen is
A
Een kleiner gebied op de kaart bekijken
B
een groter gebied op de kaart bekijken
C
hetzelfde gebied op de kaart bekijken

Slide 5 - Quiz

uitzoomen =
A
van een klein gebied naar een groot gebied
B
van een groot gebied naar een klein gebied

Slide 6 - Quiz

Afstanden 
Australië is een ontzettend groot land. afstanden zijn groot. 
Twee soorten afstanden:
  1. Absolute afstand: De afstand tussen twee plaatsen die je meet langs een rechte lijn, in kilometers.
  2. Relatieve afstand: De afstand tussen twee plaatsen gemeten in tijd of kosten.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Wat is het verschil tussen absolute en relatieve afstand?

Slide 9 - Open question

Landschappen 
In Australië en ook in de rest van de wereld komen twee soorten landschappen voor: 
Natuurlandschap: Een landschap dat niet door mensen is ingericht. Het is puur natuur. -> Natuurlijke lementen 
Ingericht landschap: Een landschap dat door mensen is ingericht met bijvoorbeeld akkers, wegen en huizen.

Slide 10 - Slide

Wat is een ingericht landschap
A
De ontwikkeling van de natuur.
B
Wegen, huizen en parken.
C
Door een mens ingericht landschap.
D
De natuur vol met bossen en water.

Slide 11 - Quiz

Welk landschap is dit?
A
Natuur landschap
B
Ingericht landschap
C
n.v.t.
D
n.v.t.

Slide 12 - Quiz