PW Seneca samenvatten

PW Seneca samenvatten
1 / 15
next
Slide 1: Slide
Klassieke TalenMiddelbare schoolvmbo lwoo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 1 min

Items in this lesson

PW Seneca samenvatten

Slide 1 - Slide

toetsvoorbereiding

Slide 2 - Mind map

stukje 1-2 : wie spreekt Seneca hier aan?
A
Lucilius
B
de filosofen
C
de lezer
D
de keizer

Slide 3 - Quiz

Seneca stelt hier vier keer een vraag waar hij niet per se een antwoord op wil. Dit stijlfiguur heet:
A
anafoor
B
retorische vraag
C
chiasme
D
metafoor

Slide 4 - Quiz

Welke vier voorbeelden geeft Seneca wanneer je (niet) boos zou worden:

Slide 5 - Open question

extra:
Welke 2 stijlfiguren zien we in 'aegrotant senescunt fatigantur'?
A
chiasme en asyndeton
B
anafoor en trikolon
C
metafoor en anafoor
D
trikolon en asyndeton

Slide 6 - Quiz

Welke reden geeft Seneca voor het feit dat we wel eens fouten maken?

Slide 7 - Open question

Wat moeten we doen in plaats van fouten maken?
A
vermijden
B
vergeten
C
vergeven
D
verwerpen

Slide 8 - Quiz

Wat is er volgens Seneca met onze geest aan de hand?

Slide 9 - Open question

voorbeeld / metafoor
voorbeeld van een leger en legeraanvoerder

aanvoerder trekt het zwaard/strengheid naar afzonderlijke soldaten
maar hele leger dat deserteert moet vergeven worden

sapiens snapt hoe gevaarlijk het is om boos te worden op een 'publieke fout'

Slide 10 - Slide

Heraclitus
Democritus
6e eeuw vChr
2e eeuw vChr
treurig
lachend
moet zelf betreurd worden
neemt niets serieus

Slide 11 - Drag question

(8) In dit stukje maakt Seneca een vergelijking. Wat vergelijkt Seneca met een lekkend schip?
A
een huilende filosoof
B
hoe een goede filosoof moet handelen
C
iemand die boos wordt
D
wat iemand ziet als hij naar filosofen kijkt

Slide 12 - Quiz

Hoe moet men handelen bij een lekkend schip?

Slide 13 - Open question

extra: welk stijlfiguur benadrukt de snelheid van het handelen?
A
trikolon
B
anafoor
C
asyndeton
D
chiasme

Slide 14 - Quiz

Hoe moet ‘dus’ een goede stoïcijn handelen in het leven?

Slide 15 - Mind map