P3W6 - observeren

P3W6 : "Observeren"
1 / 14
next
Slide 1: Slide
DidactiekMBOStudiejaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

P3W6 : "Observeren"

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Lesdoelen :
De student:
  • Kent het verschil tussen waarnemen en observeren
  • Weet welke zaken objectieve waarneming in de weg kunnen staan
  • Weet wat methodisch observeren is
  • Kan een observatieplan maken

Slide 3 - Slide

Programma :
  1. Introductie van het onderwerp
  2. waarnemen / observeren + valkuilen
  3. Filmpje : "Drarries"
  4.  Oefening : vergadering + observeren
  5. Opdracht 1 : observatieplan maken 
  6. Opdracht 2 : verslag OA

Slide 4 - Slide

Welke ervaringen heb jij met observeren ?

Slide 5 - Open question

Neem waar wat je op tafel ziet!

Slide 6 - Slide

Schrijf op :
  1.  Hoeveel vierkante vormen liggen er op tafel?
  2.  Welke voorwerpen hebben iets wits?
  3.  Welk voorwerp heeft de meeste kleuren?
  4.  Wat is het grootste voorwerp?
  5.  Hoeveel voorwerpen hebben een ronde vorm?
  6. Hoeveel voorwerpen hebben iets zwarts?

Slide 7 - Slide

Observeer de kleuren !

Slide 8 - Slide

Schrijf op :
  1.  Hoeveel voorwerpen hadden iets roods?
  2.  Welke voorwerpen hadden iets zwarts?
  3.  Hoeveel voorwerpen zijn helemaal wit?
  4.  Hoeveel voorwerpen hebben een wit gedeelte?
  5.  Hoeveel verschillende kleuren hebben alle voorwerpen bij elkaar?
  6.  Welk voorwerp heeft de meeste kleuren?

Slide 9 - Slide

Valkuilen bij waarnemen
Als we waarnemen treden er meteen allerlei processen in werking. We willen van kleine brokjes informatie zo snel mogelijk een betekenisvol geheel maken. Niets is wat het lijkt… Dat wordt ook duidelijk in het volgende filmpje: 

Slide 10 - Slide

"Drarries"

Slide 11 - Slide

Opdracht 1 :
  1. Maak groepjes. In ieder groepje wordt een woordvoerder aangewezen.
  2. Bepaal met je groep welke observatiemethode jullie gaan gebruiken in onderstaande situaties. Geef argumenten voor jullie keuze.
  3. De woordvoerder legt het resultaat voor aan de rest van de groep.
• Je observeert de luisterhouding van een leerling.
• Je observeert met welk speelgoed het meest gespeeld wordt door de kinderen van je groep.
• Je observeert de emotionele uitbarstingen van een leerling.
• Je observeert het samenspel van twee kinderen uit je groep.

Slide 12 - Slide

Opdracht 2 :
Werkwijze:
Bijlage 3 bestaat uit twee observatieverslagen van twee OA-studenten Beiden hebben dezelfde observatie uitgevoerd.
• De studenten lezen individueel de twee verslagen door.
• Daarna lezen ze het eerste verslag opnieuw en onderstrepen die woorden of zinsdelen die de observatie subjectief maken.
• Ze doen hetzelfde met het tweede verslag.
• Welk observatieverslag is het meest objectief?


Slide 13 - Slide

Voorde volgende keer :
Voor de volgende les lezen de studenten uit :
basisboek D, C&O H7.2 t/m H7.5

Slide 14 - Slide