This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Welkom bij Nederlands
Slide 1 - Slide
Lesplanning
Instructie Taalverzorging 4.2 Tekstverbanden Opdrachten 4.2 Tekstverbanden maken
Slide 2 - Slide
Leerdoel
Aan het eind van de les weet je hoe je signaalwoorden en signaalzinnen gebruikt om verbanden in je tekst duidelijk te maken en een tekst beter te begrijpen.
Slide 3 - Slide
Wat is een signaalwoord
Wat zijn signaalwoorden?
A
Woorden die verbanden tussen zinnen leggen
B
Woorden die zelfstandig een betekenis hebben
C
Woorden die iets zeggen over het deelonderwerp
D
Woorden die extra informatie geven
Slide 4 - Quiz
Hoe wordt de samenhang in de tekst duidelijk gemaakt?
A
Door gebruik van signaalzinnen en signaalwoorden.
B
Door gebruik van meningen.
C
Door gebruik van kernzinnen.
D
Door gebruik van een samenvatting.
Slide 5 - Quiz
Met signaalzinnen maakt een schrijver duidelijk wat er volgt (aankondigend) of wat hij heeft behandeld (terugblikkend).
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Zoek de signaalzinnen:
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Aan de slag!
Maak opdracht 1 t/m 5 van Taalverzorging 4.2 Tekstverbanden