Argumentatiestructuren I

Beantwoord de vraag
Startopdracht
Bantwoord vraag a en b 
Ga per uitspraak na:
a) Wat is het standpunt en wat is het argument?
b) Is het argument feitelijk of waarderend?

(1) Het is sociale taak van mensen om iemand in nood te helpen. We moeten dan ook vluchtelingen blijven opvangen.

(2) Ik ga liever naar Parijs dan naar Londen. De Franse hoofdstad heeft de mooiste musea.

(3) De burgemeester van Leeuwarden zal een strenger drugsbeleid moeten hanteren. Er zijn enorme hoeveelheden drugsresten gevonden in het riool. Zo bleek dat Leeuwarden de hoogste score heeft qua drugresten in het land.


1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 55 min

Items in this lesson

Beantwoord de vraag
Startopdracht
Bantwoord vraag a en b 
Ga per uitspraak na:
a) Wat is het standpunt en wat is het argument?
b) Is het argument feitelijk of waarderend?

(1) Het is sociale taak van mensen om iemand in nood te helpen. We moeten dan ook vluchtelingen blijven opvangen.

(2) Ik ga liever naar Parijs dan naar Londen. De Franse hoofdstad heeft de mooiste musea.

(3) De burgemeester van Leeuwarden zal een strenger drugsbeleid moeten hanteren. Er zijn enorme hoeveelheden drugsresten gevonden in het riool. Zo bleek dat Leeuwarden de hoogste score heeft qua drugresten in het land.


Slide 1 - Slide

Vorige lessen
Argumenteren kun je leren:
standpunt en argument, feitelijk en waarderend
Start met argumentatiestructuur
Deze les
Kern, H18: Opdrachten: 1, 2, 3, 4, 5 en 6
H19: 1, 2, 4, 6, 7

Vooruitblik
Morgen: werkles
Donderdag oefenen aan de hand van een tekst

Slide 2 - Slide

Bereid je slim voor
Je moet de begrippen kennen
Om ze correct te kunnen herkennen en benoemen in oefenopgaven uit de module.
Daardoor kun je de theorie vervolgens met vertrouwen en op de juiste manier toepassen in een hele tekst.
Zodat je zowel binnen als buiten de lessen Nederlands meer begrijpt, beter begrepen wordt én meer invloed hebt.

Slide 3 - Slide

Sleep de signaalwoorden naar de bijbehorende tekstverbanden.
Let op: leer de tekstverbanden goed 
opsommend
tegenstellend
tijdsvolgorde (temporeel)
oorzaak-gevolg
toelichtend / voorbeeld
redengevend
voorwaardelijk
een andere
hoewel
voordat
hierdoor
bijvoorbeeld
tenzij
namelijk
want
als
toch
daarnaast
zoals bij
zodat
totdat
echter
indien

Slide 4 - Drag question

Een goede manier om dierenleed te voorkomen, is enkele dagen per week vegetarisch te eten.
Als je je leven lang vegetarisch eet, worden gemiddeld 900 dieren niet voor jou geslacht.
Vegetarisch eten is beter voor het milieu. Zo stoot één koe net zoveel broeikasgassen uit als één auto die 1,5 keer rond de aarde rijdt.
De transitie naar meer plantaardig eten is voor sommigen lastig door onwetendheid over vleesvervangende maaltijden.
Plaats hier de tekstverbanden die niet in de tekstfragmenten voorkomen.
doel-middel
voorwaarde
oorzaak-gevolg
voorbeeld / toelichting
opsomming
chronologie / tijd
tegenstelling

Slide 5 - Drag question

Argumentatie-structuur

Slide 6 - Slide

Soms (vaak) lastig om het standpunt en het argument van elkaar te onderscheiden in een tekst.

Want en daarom zijn handige hulpmiddelen om het verschil te zien.

Slide 7 - Slide

1

2

3

4

We hebben al heel lang niet geshopt.
Laten we naar de stad gaan.
Het is onaanvaardbaar dat hij een voldoende krijgt.
Hij heeft plagiaat gepleegd.
Iedereen zou per direct moeten stoppen met roken.
Roken is ontzettend slecht voor de gezondheid.
Iedereen zou The Hate U Give moeten lezen.
Je ervaart dan de grote rol die racisme nog in de VS heeft.

Slide 8 - Drag question

Enkelvoudig
De eenvoudigste vorm van argumentatie. Een standpunt dat onderbouwd wordt door één argument.

Let op: blijf nagaan wat het standpunt is en wat het argument.

Slide 9 - Slide

Nevenschikkend
onafhankelijk
De losse argumenten hebben niets met elkaar te maken. Het is een opsomming van argumenten om het standpunt te onderbouwen.

Slide 10 - Slide

Nevenschikkend
onafhankelijk
De losse argumenten hebben niets met elkaar te maken. Het is een opsomming van argumenten om het standpunt te onderbouwen.
Het lezen van boeken is ontzettend belangrijk.
Het geeft je de kans avonturen te beleven die je anders nooit zou meemaken.
Door literatuur krijg je meer inlevingsver-mogen.

Slide 11 - Slide

Nevenschikkend
afhankelijk
Twee of meer argumenten hebben elkaar nodig om het standpunt te onderbouwen. Los van elkaar zijn het geen geldige argumenten.
Het festival Welcome to the Village was vorige maand niet leuk.
Ondanks de hitte was er helemaal geen schaduwplek.
Ik verbrand heel snel.

Slide 12 - Slide

Onderschikkend
Je geeft niet alleen een argument, maar je geeft ook nog een uitleg of toelichting waarom dat argument klopt.

Slide 13 - Slide

Onderschikkend
Je geeft niet alleen een argument, maar je geeft ook nog een uitleg of toelichting waarom dat argument klopt.
Het is belangrijk om huiswerk te maken.
Alleen door te oefenen zet je de stap van kennen naar kunnen.
Je brein heeft training nodig om de leerstof te begrijpen.

Slide 14 - Slide

Combinatie

Slide 15 - Slide

A Zij heeft ruim voldoende ervaring in het basisonderwijs.

B Deze sollicitante is zeker geschikt voor die functie van hoofdonderwijzer.

C De school wilde het aantal vrouwelijk collega’s vergroten.

D Ruime ervaring is nodig voor deze functie.

E Zij is een vrouw.

F Zij past goed in de samenstelling van het team wat betreft leeftijd.

A
B
C
D
E
F

Slide 16 - Drag question

Lees eerst de ingezonden reactie (huiswerk) en maak een argumentatiestructuur bij die tekst. Geef aan welke bewering feitelijk is en welke niet-feitelijk.
Bedenk zelf een subargument voor onderschikking.

Leesvaardigheid in Kern 
HAVO H18, Opdrachten: 1, 2, 3, 4, 5 en 6
H19: 1, 2, 4, 6 en 7

Slide 17 - Slide