15.1 Energiestromen

H15: Kwetsbare ecosystemen
Startopdracht
Maak de voorkennisopdracht op blz. 234 van je boek
timer
6:00
1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H15: Kwetsbare ecosystemen
Startopdracht
Maak de voorkennisopdracht op blz. 234 van je boek
timer
6:00

Slide 1 - Slide

Inhoud hoofdstuk
15.1 Energiestromen
15.2 Populaties
15.3 Warmte, water en exoten
15.4 Biobrandstof en recycling
15.5 De stad als ecosysteem

Veel toepassen van wat we al weten.
Belangrijk: komt veel terug in het examen!

Slide 2 - Slide

H15.1 Energiestromen





Hoe kan er leven zijn in de diepzee?

Slide 3 - Slide

Doelen 15.1
  • Je leert dat energie aan de basis staat van levensgemeenschappen.
  • Je leert hoe een voedselketen en een voedselweb zijn opgebouwd

Slide 4 - Slide

Voedsel

Slide 5 - Slide

Voedingsstoffen

Slide 6 - Slide

Voedingsstoffen

Slide 7 - Slide

Voedingsstoffen

Slide 8 - Slide

Producenten
Producenten zijn autotroof: maken zelf energierijke stoffen/ hebben geen andere levende organismen nodig voor hun voedsel.
auto = zelf
troof = voeding

Productenten hebben een energiebron nodig om chemische reacties mogelijk te maken. Het kost energie om van eenvoudige moleculen (zoals CO2 en H2O) een ingewikkeld molecuul (zoals glucose) te maken.

Slide 9 - Slide

Foto-autotroof
Een organisme is foto-autotroof als hij zelf energierijke stoffen maakt met behulp van lichtenergie.
Planten en algen.

Fotosynthese.
Vraag
Wat is de reactievergelijking van fotosynthese?
Antwoord
6 H2O + 6 CO2  + (lichtenergie) ---> C6H12O6 + 6 O2

Slide 10 - Slide

Chemo-autotroof
Een organisme is chemo-autotroof als hij zelf energierijke stoffen maakt met behulp van chemische energie (energie die vrij komt uit een chemische reactie met anorganische stoffen).

Bacteriën.

Chemosynthese.

Slide 11 - Slide

Chemosynthese - voorbeelden
Nitrietbacterie
ammonium + zuurstof -> nitriet + water + energie
2NH4+ + 3O2 -> 2NO2- + 2H2O + energie

energie + koolstofdioxide + water -> glucose + zuurstof
energie + 6CO2 + 6H2O -> C6H12O6 + 6O2

Slide 12 - Slide

Chemosynthese - voorbeelden
Nitraatbacterie
nitriet + zuurstof -> nitraat + energie
2NO2- + O2 -> 2NO32- + energie

energie + koolstofdioxide + water -> glucose + zuurstof
energie + 6CO2 + 6H2O -> C6H12O6 + 6O2

Slide 13 - Slide

BINAS 69D Chemosynthese

Slide 14 - Slide

Foto-autotrofe organismen voeren fotosynthese uit, welk proces voeren chemo-autotrofe organismen uit?

Slide 15 - Open question

In welke kringloop spelen de nitrietbacterie en de nitraatbacterie een belangrijke rol?

Slide 16 - Open question

Reducenten
Schimmels en bacteriën zijn reducenten.
Zij zijn de laatste stap in de kringloop van stoffen.


Hoe zijn schimmels en bacterien te herkennen?

Slide 17 - Slide

SCHIMMELS
BACTERIËN
Celwand
Celkern
Geen celwand
Prokaryoot
Eukaryoot
Geen celkern

Slide 18 - Drag question

BINAS 78 De vier rijken

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Stel
Ik zet een kat (3kg) in een grote kooi, ik geef de kat elke dag 120 ml water en 100 gram brokken en hij eet en drinkt dit allemaal op. Een kat heeft per dag gemiddeld 70 gram brokken en 120 ml water nodig om aan zijn energiebehoeften te voldoen (dissimilatie) en in leven te blijven.
Hoe zou een energieschema er uit zien?
Hoeveel weegt de kat na een jaar?
Maak gebruik van BINAS 93A2 en 93A3
Antwoord Berekening
Veel onbekende variabelen:
- hoeveel beweegt de kat? 
- Hoe warm is zijn omgeving?
- Hoeveel stress heeft de kat
- Wat zijn de macronutrient verhoudingen van de brokken (Eiwit/Vet/Koolhydraat verhouding)

Maar als we toch iets moeten berekenen:
70 gram is minimaal nodig om in leven te blijven. We gaan er dus vanuit dat dit allemaal gebruikt wordt voor dissimilatie / gedeelte wordt uitgepoept.
100 gram is dus 30 gram teveel. Volgens tabel 93A wordt 5,5 procent van de energie doorgegeven aan de het volgende trofisch niveau. Laten we zeggen dat van die extra 30 gram dus 5,5 procent wordt opgeslagen, de overige percentage gaat verloren aan dissimilatie / vertering. 
30 x 0,055 x 365 dagen = 602,3 gram aangekomen in een jaar. Dus na een jaar weegt de kat 3,6 kilo.

Slide 22 - Slide

H15.1 Energiestromen





Hoe kan er leven zijn in de diepzee?

Slide 23 - Slide

Leven in de diepzee
Zwavelbacteriën zijn hier de producenten.
Zetten waterstofsulfide uit zgn 'black
smokers' om in sulfaat.

Zij zijn de start van de voedselketen.

Chemoautotroof en .....

Slide 24 - Slide

De zwavelbacteriën in de diepzee zijn
A
aeroob
B
anaeroob

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Slide

Doelen 15.1
  • Je hebt geleerd dat energie aan de basis staat van levensgemeenschappen.
  • Je hebt geleerd hoe een voedselketen en een voedselweb zijn opgebouwd

Slide 27 - Slide

Begrippen 15.1
ecosysteem, anorganische stoffen, fotosynthese, organische stoffen, producenten, foto-autotrofe organismen, heterotrofe organismen, consumenten, detrivoren, reducenten, chemosynthese, chemo-autotroof, nitrietbacterie, nitraatbacterie

Slide 28 - Slide