feedback geven

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Knuit, KTI 


1 / 34
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Knuit, KTI 


Slide 1 - Slide

- uitleg rubrics 
- lezen en feedback geven 
- verwerken feedback 
Planning deze les:

Slide 2 - Slide


- Je weet hoe je feedback moet geven aan een klasgenoot
- Je weet hoe je je eigen stuk kunt verbeteren 


Doel van de les

Slide 3 - Slide

- je eerste versie moet je inleveren
- je ingevulde beoordelingsformulier moet je inleveren!


De deadline voor het hele interviewproject is vrijdag 21 maart 




Belangrijk

Slide 4 - Slide

- Waar geef je de feedback op? 







Rubrics 

Slide 5 - Slide

Zorg dat je op je eigen computer 2 documenten naast elkaar open zet:

1. je interview & 2. het beoordelingsformulier (rubrics)

Zorg dat je het beoordelingsformulier ook opslaat op je eigen laptop, op laat het automatisch opslaan, zodat je straks ook de feedback bewaart. 
 - 







Praktisch 

Slide 6 - Slide

1. Je leest de tekst
2. Je pakt het beoordelingsformulier erbij (rubrics)
3. Vul het beoordelingsformulier in
4. Schrijf onderdaan het formulier 2 dingen die je heel goed vond en 2 dingen die goed zouden zijn om te verbeteren.

 - 







Hoe? 
timer
10:00

Slide 7 - Slide

Je kan nu aan de slag om je feedback te verwerken. Stel vragen als je de feedback niet gebruikt. 

Let op: zorg dat je deze versie van je interview bewaart (de eerste versie). Sla je werk eerst op onder een andere naam (Definitief) als je aan de slag gaat met de feedback.


 - 







Aan de slag met de feedback

Slide 8 - Slide

Welke feedback ga je nu verwerken in je definitieve versie?

Slide 9 - Open question

Weet je hoe je dat gaat doen, of heb je hulp nodig?
ik weet wat ik ga doen
Ik heb hulp nodig

Slide 10 - Poll

- uitleg evaluatievragen
- wat wil je deze les bereiken 
- aan de slag
- schrijf een reactie op jouw interview 
Planning deze les:

Slide 11 - Slide

 De zakelijke e-mail;
 Je interviewvragen;
 Het filmpje/geluidsfragment van het interview;
 Je bouwplan;
 Je uitgeschreven tekst (versie 1);
 Je uitgeschreven, verbeterde tekst (versie 2);
 Evaluatie over je eigen werk en de feedback die je gekregen hebt;
 Beoordelingsformulier van een klasgenoot.


 - 







Wat lever je 21 maart in?
timer
20:00

Slide 12 - Slide

Ik ga het redden om dit lesuur alles af te ronden
Ja
Nee
Ik ben al klaar

Slide 13 - Poll

Wat ga ik dit lesuur doen? (zo concreet mogelijk)

Slide 14 - Open question

Wanneer ben je tevreden?

Slide 15 - Open question

Over 30 minuten doen we een  opdracht


Pak je boek en ga stillezen
timer
30:00

Slide 16 - Slide

Wat hoop je dat je hoort?
Wat hoop je dat je geïnterviewde je laat weten als je hem of haar jouw artikel laat lezen? 
Schrijf minimaal twee alinea's 

Begin met een aanhef: Beste [jouw naam], 

Dankje voor het toesturen van het interview,
....
Eindig met een afsluiting: hartelijke groeten [naam geïnterviewde]

Slide 17 - Slide

Ga je je doel halen?

Slide 18 - Open question

Heb je hulp nodig?
Ja, ik wil graag dat u even meekijkt
nee, ik kom er wel uit.

Slide 19 - Poll

Directe rede en indirecte rede
Als je wilt dat je verhaal en je personages meer 'leven' dan moet je gebruik maken van de directe rede. 

Directe rede: 'Ik ben zo moe!' zei ze.  
Indirecte rede: Ze zei dat ze moe was. 

Slide 20 - Slide

(In)directe rede

Directe rede: je schrijft woord voor woord op wat iemand zegt (citaat) - aanhalingstekens


Indirecte rede: je schrijft iemands woorden niet letterlijk op - geen aanhalingstekens

Slide 21 - Slide

  • In de directe rede staat de dubbele punt voor de uitspraak.

  • De uitspraak zelf begint met een hoofdletter.

  • Als de zin begint met de uitspraak, wordt geen dubbele punt, maar een komma geschreven.

Mijn zus zei: "Ik fiets liever naar de sportclub."
"Ik fiets liever naar de sportclub", zei mijn zus.
"Ik fiets liever naar de sportclub!" riep mijn zus. 





Slide 22 - Slide

Let op
 
Soms bestaat een citaat uit verschillende delen.
Beide delen krijgen aanhalingstekens.
• Het eerste deel krijgt aan het einde een komma vóór de sluittekens.
Na het deel dat geen citaat is, komt weer een komma.
• Het tweede deel van het citaat begint niet met een hoofdletter.

"Ik ga slapen," zei mijn broertje, "want ik ben zo moe."

"Ik ga slapen," zei mijn broertje, "want ik ben zo moe."





Slide 23 - Slide

Jouw interview 

> wordt beoordeeld op spelling 

> heeft minimaal 2 citaten (directe rede)

> heeft minimaal 2 verwijzingen (indirecte rede) 

Slide 24 - Slide

- Instructie schrijfproces
- Aan de slag 
- Check-in
- Aan de slag 
Planning deze les:

Slide 25 - Slide

Wat:
1. Maak de stap van je bouwplan naar de eerste versie van je artikel 
2.  Let op de citaten + verwijzingen! 

Denk je aan een pakkende titel? (pas bedenken als je klaar bent)


Let op: volgende week donderdag heb je je eerste versie van 
je artikel af
Aan de slag:
Citaten in je interview
Een citaat is een stukje tekst wat iemand letterlijk gezegd heeft. Dat zet je ALTIJD tussen "aanhalingstekens". Klik hier voor meer tips.
timer
20:00

Slide 26 - Slide

Ik ben blij met hoever ik nu ben
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Ik vind het lastig om mijn interview op papier te zetten
0100

Slide 28 - Poll

Ik heb een plan voor wat ik nog wil/moet doen
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

Wat:
1. Maak de stap van je bouwplan naar de eerste versie van je artikel 
2.  Let op de citaten + verwijzingen! 

Denk je aan een pakkende titel? (pas bedenken als je klaar bent)


Let op: volgende week donderdag heb je je eerste versie van 
je artikel af
Aan de slag:
Citaten in je interview
Een citaat is een stukje tekst wat iemand letterlijk gezegd heeft. Dat zet je ALTIJD tussen "aanhalingstekens". Klik hier voor meer tips.

Slide 30 - Slide

Voor de les:
- Je heb voor de les je interview gehouden

In de les:
- uitwerking interview.
Volgende les:

Slide 31 - Slide

Je interviewt iemand naar keuze,  maar let wel op:

- is het realistisch? (kun je deze persoon ook echt interviewen?)
- heeft deze persoon iets te vertellen wat jou interesseert?
- heeft deze persoon iets te vertellen waar je een redelijk lange tekst over kan schrijven?

(leuke hobby, interessante baan/reizen,
bijzondere ervaring, gek huisdier)
Wie ga je interviewen?

Slide 32 - Slide

Stillezen
timer
10:00

Slide 33 - Slide

Wat heb je nog niet afgerond van het interviewproject? 

Waarom heb je het nog niet afgerond? 

Wat heb je nodig om het wel af te ronden? 


Interviewproject

Slide 34 - Slide