This lesson contains 4 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 15 min
Introduction
In de 19e eeuw bedacht de wiskundige en filosoof John Venn een grafische voorstelling om de logische relaties tussen meerdere verzamelingen weer te geven. Het venndiagram wordt inmiddels allang niet meer exclusief gebruikt in de wiskunde. Of het nu filosofie, geschiedenis, linguïstiek of computer-wetenschappen betreft: overal waar logische relaties kunnen worden gevonden, maakt een venndiagram de weergave hiervan overzichtelijk.
Instructions
Wat is het?
Omdat de reacties van de leerlingen in het woordweb zijn te verplaatsen, is het woordweb perfect te gebruiken als basis voor een werkvorm met een venndiagram. De reacties van de leerlingen worden getoond in het woordweb, waarna deze reacties op de ‘juiste’ plek in het venndiagram (een achtergrondafbeelding in het woordweb) kunnen worden geplaatst.
Zeker nu de locatie van de reacties worden opgeslagen, kan het ingevulde venndiagram ook later in de les, of bij latere lessen worden opgeroepen.
Hoe zet je het in?
Deze werkvorm is goed in te zetten bij het activeren van voorkennis. Door de leerlingen eerst van beide cirkels een of meerdere voorbeelden te vragen, om hierin vervolgens logische relaties te laten zoeken, overstijg je het niveau van alleen maar woorden vragen en vervolgens verder te gaan naar andere onderdelen van de les. Juist het nadenken over elkaars reacties geeft het activeren van voorkennis nog meer rendement.
LessonUp is een alles-in-één-tool voor leraren. Creëer je complete les of zet aanpasbare lessen van collega docenten in en verzorg jouw interactieve les in het klaslokaal of op afstand. Bespaar jezelf tijd, verhoog de betrokkenheid van je leerlingen en houd zicht op hun voortgang in een veilig, gecentraliseerd online leerplatform.
Bewaar deze slides en voeg ze toe aan je les. Maak hier je gratis account aan.
Items in this lesson
Spelelement - Venndiagram
Slide 1 - Slide
Instructies
Wat is het?
Het doel van een woordwiel is zoveel mogelijk combinaties te vinden. Dit kunnen woorden, sommen of andere combinaties zijn. Bij elke combinatie moet tenminste gebruik gemaakt worden van het onderdeel (letter of cijfer) in het midden van de cirkel.
Hoe zet je het in?
Deze werkvorm kan in principe bij elke vak én gedurende elke lesfase worden ingezet. De leerlingen kunnen de combinaties individueel zoeken, maar werken in twee- of drietallen is natuurlijk ook mogelijk. In dat laatste geval is het handig om slechts één device per groep te gebruiken. Los van het gebruik van een woordwiel in een klassikale les, is deze werkvorm ook goed in te zetten in een toets. Bijvoorbeeld als bonusvraag of energizer om er ‘even in te komen’.