ckv film les 2 RV

CKV - FILM - 4 HAVO
les 2
1 / 25
next
Slide 1: Slide
Culturele en kunstzinnige vormingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

CKV - FILM - 4 HAVO
les 2

Slide 1 - Slide

Film les 2
  • ontstaansgeschiedenis van de film kort herhalen;
  • vijf genres;
  • zes kenmerken.

Slide 2 - Slide

vijf belangrijke filmgenres
  1. documentaire
  2. drama
  3. comedy
  4. horror en thriller
  5. arthouse

Slide 3 - Slide

1. documentaire

kenmerken:
  • non-fictie
  • doel: de kijker informeren
  • onderwerpen: geschiedenis, kunst, politiek, maatschappelijk probleem, sport, levensverhaal (biopic)

Slide 4 - Slide

grizzly man
  • Duitse filmmaker, Werner Herzog;
  • thema is vaak 'iets onmogelijks verrichten en de ongenaakbare natuur;
  • hoofdpersoon Timothy Treadwel leefde 13 jaar tussen de beren;
  • filmmateriaal van meer dan 100 uur van 13 zomers.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

2. drama
  • Emotionele thema's;
  • problemen tussen mensen.

De filmmaker wil dat de kijker zich zo goed mogelijk kan inleven in de personages.

Slide 7 - Slide

verschillende soorten drama

  • oorlogsfilms;
  • kostuumdrama's;
  • detectives;
  • biografieën.

Slide 8 - Slide

3. comedy
  • nadruk ligt op humor;
  • eigenschappen van personages worden uitvergroot.

Slide 9 - Slide

4. horror en thriller
  • angst, spanning en verrassing;
  • suspense: langzaam gebeurt datgene waarvan de kijker al vermoedt dat het onvermijdelijk is;
  • horrorfilms draaien, meer dan thrillers, 
       om angst en gruwel.

Slide 10 - Slide

5. arthouse/ filmhuisfilm
  • artistiek doel;
  • experimentele verhaallijn, vaak lastig te volgen;
  • niet commercieel;

Slide 11 - Slide

zes kenmerken
  1. vertelling en regie;
  2. camera en kadrering;
  3. montage;
  4. geluidsontwerp;
  5. vormgeving;
  6. special effects.

Slide 12 - Slide

Vertelling en regie
  • chronologisch of niet-chronologisch m.b.v. flashbacks en flashforwards;
  • realisme;
  • filmmaker brengt vertelling zo echt mogelijk over m.b.v. scenario, beeld en geluid;

Slide 13 - Slide

verschillende  vakmensen
scenarist: schrijft het scenario;
producent: maakt film praktisch mogelijk; 
regisseur :brengt alles samen: bepaalt de camerastandpunten, kiest geluid en stuurt de acteurs d.m.v. spelregie.

Slide 14 - Slide

2. camera en kadrering
  • camera brengt verhaal in beeld (camerastandpunten komen volgende week aan de orde);
  • kadrering= beelduitsnede, het deel van het beeld dat je als kijker ziet.

Slide 15 - Slide

3. montage
Na het filmen worden alle los geschoten shots op de goede volgorde aan elkaar geplakt (vroeger met schaar en lijm, nu met de computer)

Slide 16 - Slide

Montage
Montage = de ordening van opgenomen beeld en geluid.

Continuiteitsmontage
Het onzichtbaar maken van het werk van de editor. 
Shots moeten natuurlijk in elkaar overlopen.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

4. geluidsontwerp/sounddesign
  • realistische geluiden worden vaak nagebootst;
  • geluiden worden apart van de filmbeelden opgenomen en later gemonteerd - foleygeluid;
  • geluidopnames in de natuurlijke omgeving- fonografie;
  • achtergondmuziek en titelsong -  soundtrack.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

5. vormgeving
Om een zo realistisch mogelijk verhaal te laten zien, is vormgeving erg belangrijk. Vormgeving bepaalt wat en hoe er iets in beeld wordt gebracht. Denk aan:
  • locatie (binnen of buiten);
  • mis-en-scène - alles wat zich binnen het camerakader afspeelt (decor, licht, camerastandpunten)

Slide 22 - Slide

6. Special effects
Speciale effecten worden tijdesn de montage aan de film toegevoegd, denk aan:
  • gebruik van een green screen;
  • grime;
  • 3d

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Link

Slide 25 - Video