Les 2: Soorten krachten

Les 2: Soorten krachten
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Les 2: Soorten krachten

Slide 1 - Slide

Doelen
  • Je kunt minimaal 4 krachten noemen
  • Je kunt de grootte van een kracht meten
  • Je kunt krachten tekenen 

Slide 2 - Slide

Vorige les
De vorige les heb je geleerd over verschillende soorten krachten. In het volgende filmpje wordt dit herhaald.

Bekijk het filmpje en beantwoord daarna de herhalingsvragen.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

De eenheid van kracht is... (je noteert de kracht in...)
A
N
B
m/s
C
kg
D
m/s²

Slide 5 - Quiz

De eenheid van kracht is ..... Het symbool voor kracht is .....
A
F ; N
B
Newton ; n
C
newton ; N
D
newton ; F

Slide 6 - Quiz

Wat is zwaartekracht?
A
Iets zwaars dat je kunt optillen.
B
Iemand die heel sterk is.
C
Dat je gewichtloos bent in de ruimte.
D
De aarde die jou of dingen naar zich toe trekt.

Slide 7 - Quiz

is hier zwaartekracht?
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quiz

Is hier zwaartekracht?
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quiz

Wat is spankracht?
A
Als je een touw strak trekt, komt het strak te staan. Je kunt verder trekken maar het touw trekt net zo hard terug.
B
Door een touw steeds verder uit te rekken ontstaat er spankracht.

Slide 10 - Quiz

Spierkracht is
A
De kracht die ontstaat door de aantrekkingskracht van de aarde
B
is een reactiekracht
C
De kracht die de spieren kunnen leveren
D
De kracht die het skelet maximaal aan moet kunnen

Slide 11 - Quiz

De kracht van machines is mechanische kracht
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

Sleep de krachten naar de juiste afbeeldingen.
elastische kracht
wind kracht
spier kracht
magnetische kracht
kleef kracht

Slide 13 - Drag question

Doel 1: Je kunt minimaal 4 soorten krachten noemen

Slide 14 - Open question

Hoe meet je krachten?
Krachten kun je meten met een krachtmeter.

Met een krachtmeter kun je meten hoe sterk de aarde aan een voorwerp trekt (zwaartekracht)

Dit is anders dan de massa (gewicht). Je kunt massa en kracht omrekenen met de formule: Kracht (F) = aantal kg x 10 = aantal N

Slide 15 - Slide

reken om van Newton naar kg:
125 Newton is ........... kg
A
12,5 kg
B
125 kg
C
1,25 kg
D
1250 kg

Slide 16 - Quiz

reken om van Newton naar kg:
45 g is ........... N
A
0,45 N
B
4,5 N
C
45 N
D
450 N

Slide 17 - Quiz

Krachten tekenen
Je moet ook krachten kunnen tekenen. Daarover gaat het volgende filmpje. 

Nadat je het filmpje hebt bekeken maak je de vragen en voer je de opdracht uit in classroom.
(Blijf kijken tot je de inhoud begrijpt)

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Je kan een kracht tekenen als een pijl
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Wat hoeft een krachten tekening NIET te hebben?
A
Lengte
B
Dikte
C
Aangrijpingspunt
D
Richting

Slide 21 - Quiz

Je kunt een kracht tekenen als een pijl. Wat geeft de lengte van de pijl aan?
A
de krachtenschaal
B
hoe groot de kracht is
C
de richting van de kracht
D
plaats waar de kracht wordt uitgeoefend

Slide 22 - Quiz

Je moet een kracht tekenen van 84 N.
Welke krachtenschaal is het handigst om te gebruiken?
A
1 cm = 0,2 N
B
1 cm = 2,0 N
C
1 cm = 20 N
D
1 cm = 200 N

Slide 23 - Quiz

Je moet een kracht tekenen met een grootte van 600 N.
Welke krachtenschaal is het handigst?
A
1 cm = 0,2 N
B
1 cm = 2 N
C
1 cm = 20 N
D
1 cm = 200 N

Slide 24 - Quiz

Joris duwt met een kracht van 42 N tegen aan kast. Je wilt deze kracht tekenen.
De krachtenschaal is 1 cm = 3 N.
Hoe lang wordt deze pijl?
A
2,25 cm
B
9 cm
C
14 cm
D
15 cm

Slide 25 - Quiz

Wat is bij het TEKENEN van krachten het allerbelangrijkst?
A
Grootte
B
Richting
C
Aangrijpingspunt
D
Allemaal even belangrijk.

Slide 26 - Quiz

De opdracht
In classroom vind je een presentatie met afbeeldingen. Plak in elke afbeeldingen pijlen waarmee je de krachten aangeeft.
Bij deze opdracht let je vooral op:
- aangrijpingspunt
- richting 

De grootte van de pijl kun je niet bepalen. Zorg er wel voor dat je bij verschillende krachten laat zien welke kracht het sterkst is.

Slide 27 - Slide

Aan de slag!
Zet pijlen in de opdracht in classroom (zie opdracht vorige dia)

Ben je klaar?

Zet dan het hw in je agenda en maak de opdrachten:

Di 21 mei 3e uur
Nask: Mk. opdr 11 t/m 20 (blz 190)

Slide 28 - Slide