3.2 Krachten meten 3k (nieuwe werkwijze)

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

3.2 Krachten meten

Wat ga je doen vandaag?

• Je krijgt uitgelegd over hoe we de komende lessen gaan werken.
• Je bespreekt de werkblad 1 en 2.
• Je leert berekeningen te maken met de zwaartekracht.
• Je leert werken met de krachtenschaal.
• Je leert hoe je werkt met een veerunster en gaat hier mee oefenen.

Hoe gaan we werken?

De komende lessen ga je wat meer zelfstandig aan het werk, om er voor te zorgen dat de mensen die wat meer uitleg nodig hebben dat ook kunnen krijgen. 

In de classroom staat iedere les een LessonUp klaar die je kan starten. In deze LessonUp worden stukjes uitgelegd en krijg je opdrachten die je gaat maken. Als je een opdracht af hebt, bespreek je de opdracht met je docent (of toa als die er is). Als je de opdracht voldoende hebt afgerond kan je naar de volgende opdracht. In de classroom vindt je een overzicht van de opdrachten die je af hebt.

Mocht je iets niet snappen, wacht dan niet, maar stel vragen bij je docent.

Veel succes!

Opdracht

Bespreek werkblad 1 en werkblad 2 die je in de vorige les hebt gemaakt met je docent. 

Moet je even wachten tot je aan de beurt bent? Ga dan vast verder naar de volgende dia. Zorg er wel voor dat je de werkbladen in deze les bespreekt.

In het overzicht op de classroom kan je zien of je deze opdracht al hebt voltooid.

Zwaartekracht berekenen

Voor alles wat je optilt moet je kracht zetten, dit komt door de zwaartekracht. Hoe lichter het voorwerp, hoe minder kracht je nodig hebt en hoe kleiner de zwaartekracht dus is die op het voorwerp werkt. De zwaartekracht hangt dus af van de massa.

 

Zwaartekracht = massa x de sterkte van de zwaartekracht

Zwaartekracht berekenen

Dit kan je ook in formule vorm schrijven:

Fz = m x g

Fz is de zwaartekracht in newton (N)

m is de massa in kilogram (kg)

g is de sterkte van de zwaartekracht en is op aarde altijd 10 N/kg

Zwaartekracht berekenen

Dit klinkt misschien heel ingewikkeld, maar wat er eigenlijk staat is dat je de zwaartekracht op een voorwerp kan berekenen in newton door het aantal kg x 10 te doen.

Bijvoorbeeld:

Op een pak melk van 1,5 kg werkt een zwaartekracht van 15 N.

Op een pakje boter van 0,5 kg werkt een zwaartekracht van 5 N.

Op houten blokje van 200 g (0,2 kg) werkt een zwaartekracht van 2 N.

En een man waar 800 N zwaartekracht werkt weegt 80 kg.

Opdracht

Haal werkblad 4 en oefen met het berekenen van de zwaartekracht. 

Klaar? 

Bespreek het met je docent.

Krachten tekenen op schaal

De vorige les heb je geleerd hoe je een kracht moet tekenen: als een pijltje. 

Je moest hierbij letten op de richting van de pijl en het aangrijpingspunt van de pijl. 

We gaan vandaag kijken naar de lengte van de pijl.

Krachten tekenen op schaal

Van een pijl kun je de lengte meten in centimeters. Hiermee weet je nog niet hoe groot de kracht is. Daarvoor moet er een krachtenschaal bij. 

Een krachtenschaal geeft aan hoeveel newton 1 cm is. Het ≙ teken betekent 'komt overeen met'. In het plaatje stelt elke centimeter 5 newton voor.

Een pijl van 12 cm is dus 60 N.

Hoe groot is de kracht?

De pijl hiernaast is 5 cm lang.

De gebruikte krachtenschaal is 1 cm ≙ 50 N.

1 cm	5 cm
50 N	...

Hoe groot is de kracht?

De pijl hiernaast is 5 cm lang.

De gebruikte krachtenschaal is 1 cm ≙ 50 N.

50 x 5

1 cm	5 cm
50 N	250 N

Hoe lang is de pijl?

Je hebt een kracht van 900 N.

De gebruikte krachtenschaal is 1 cm ≙ 30 N.

1 cm	...	...
30 N	1 N	900 N

Hoe lang is de pijl?

Je hebt een kracht van 900 N.

De gebruikte krachtenschaal is 1 cm ≙ 30 N.

1 : 30

1 cm	0,13 cm	...
30 N	1 N	900 N

Hoe lang is de pijl?

Je hebt een kracht van 900 N.

De gebruikte krachtenschaal is 1 cm ≙ 30 N.

1 : 30 x 900

1 cm	0,13 cm	120 cm
30 N	1 N	900 N

Opdracht

Haal werkblad 5 en oefen met het tekenen van krachten op schaal. 

Klaar? 

Bespreek het met je docent.

Opdracht

Tot slot is het de bedoeling dat jij ook met krachtmeters kan werken. Pak een practicumblad, pak de spullen die je nodig hebt en voer het practicum uit.

Klaar? 

Bespreek het met je docent.

Je hebt in deze les geleerd:
- hoe je de zwaartekracht op een voorwerp kan berekenen
- hoe je met een krachtenschaal werkt
- hoe je krachten kan meten
Vul hieronder de vragen in die je nog hebt voor de volgende les.

Klaar?

Je mag iets voor jezelf doen