ANFY 1.2 Les 7 - bouw en werking nier en hormonale regeling

ANFY periode 2 - week 7
Wat gaan we doen vandaag?
* Welke stoffen horen er wel en niet in urine te zitten?
* Herhalen bouw en werking nieren en urinewegen
* Regeling nieren: ADH en Aldosteron
1 / 55
next
Slide 1: Slide
fysiologieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 55 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

ANFY periode 2 - week 7
Wat gaan we doen vandaag?
* Welke stoffen horen er wel en niet in urine te zitten?
* Herhalen bouw en werking nieren en urinewegen
* Regeling nieren: ADH en Aldosteron

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Loopt de nierslagader naar je nieren toe of van je nieren af?
A
naar je nieren toe
B
van je nieren af

Slide 4 - Quiz

In welke gedeelte van de nier wordt de urine verzameld?
A
het niermerg
B
de nierschors
C
het nierkapsel
D
het nierbekken

Slide 5 - Quiz

Van de nieren naar de blaas loopt de.....
A
Urethra
B
Ureum
C
Urinaal
D
Ureter

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Van de blaas naar buiten =
A
Urethra
B
Ureum
C
Urinaal
D
Ureter

Slide 8 - Quiz

Voor thuis: anatomie oefenen
https://www.anatomie-online.nl/uitscheiding-organenquiz.html


Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Werking van de nieren
Kijk zelf deze video over de werking van de nieren:

https://www.youtube.com/watch?v=KCGZ6xLjBOM

Slide 13 - Slide

Op welke plaats in een nefron is er sprake van ultrafiltratie?
A
kluwen van haarvaten (glomerulus)
B
nierbekken
C
tweede gekronkelde buisje
D
verzamelbuisje

Slide 14 - Quiz

0,2 mm

Slide 15 - Slide

Hoeveel liter voorurine wordt er per dag in totaal in de glomeruli geproduceerd?
A
1500
B
180
C
25
D
1,5

Slide 16 - Quiz

Wat is de functie van de Lis van Henle?
A
Afvalstoffen uit het bloed filteren
B
Hormonen produceren
C
Water resorberen
D
Glucose uitscheiden

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Gerbil
Woestijnratje uit Mongolië

Heeft een langere Lis van Henle

Kan daarmee méér water terugresorberen uit de voorurine

Verliest dus minder water via de urine

Super handig voor een woestijndier! 

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Waar wordt ADH geproduceerd?
A
In de hypothalamus (hersenen)
B
In de bijnieren
C
In het rode beenmerg
D
In het hart

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Stel, je drinkt heel weinig en/of je zweet veel. Wat gebeurt er met de osmotische waarde van het bloed?
A
Gaat omlaag
B
Gaat omhoog
C
Blijft hetzelfde

Slide 25 - Quiz

Osmotische waarde
= concentratie opgeloste deeltjes (bv zout)

Als je water kwijtraakt terwijl opgeloste deeltjes achterblijven STIJGT de osmotische waarde


Slide 26 - Slide

Wat is het teken voor de hypothalamus om meer ADH te gaan maken?
A
Lage osmotische waarde van het bloed
B
Hoge osmotische waarde van het bloed
C
Weinig zuurstof in het bloed
D
Veel CO2 in het bloed

Slide 27 - Quiz

Wat is het effect van ADH?
A
Meer productie voorurine
B
Minder productie voorurine
C
Meer terugresorbtie van water
D
Minder terugresorbtie van water

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Slide

Effect ADH
Als de osmotische waarde van het bloed stijgt ('uitdroging') --> meer productie ADH --> MEER terugresorbtie van water in de distale tubulus en verzamelbuis --> MINDER productie urine --> er blijft MEER water in het lichaam --> osmotische waarde daalt weer

Slide 30 - Slide

Ander voorbeeld 
En nu een precies omgekeerd:

Wat gebeurt er als je een liter water drinkt?

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Je drinkt een liter Spa Blauw en de osmotische waarde van je bloed daalt.

Wat gebeurt er met de productie van ADH?
A
Neemt toe
B
Neemt af
C
Blijft gelijk
D
Weet niet

Slide 33 - Quiz

Er is minder ADH.
Wat gebeurt er met de terugresorbtie van water in het nefron?
A
Neemt toe
B
Neemt af
C
Blijft gelijk

Slide 34 - Quiz

Je drinkt een paar liter water:

MINDER productie van ADH

MINDER terugresorbtie van water uit de voorurine

MEER urineproductie

---> meer plassen





Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Aldosteron
De hoeveelheid zout en water in het lichaam wordt door meerdere hormonen gereguleerd.

Aldosteron is ook een hormoon dat hierbij betrokken is


Slide 37 - Slide

Aldosteron
Aldosteron 
Wordt geproduceerd in de bijnier

Bloeddruk daalt? --> MEER aanmaak aldosteron

Bloeddruk stijgt? --> MINDER aanmaak aldosteron








Slide 38 - Slide

Aldosteron
Aldosteron bevordert de werking van de Na/K pompen in het tweede gekronkelde nierbuisje.

Hoe meer Aldosteron hoe meer Na+ (natrium) (zout) er uit de voorurine wordt gehaald en terug naar het bloed wordt gepomt.

Zout trek water aan (osmose), dus er wordt ook water uit de voorurine gehaald

Meer aldosteron --> MINDER urineproductie














Slide 39 - Slide

Effect Aldosteron
Als de bloeddruk daalt --> MEER aanmaak aldosteron in de bijnieren --> in de distale tubulus wordt MEER natrium uit de voorurine gehaald. Met natrium komt ook water mee (osmose) --> er blijft MEER water en MEER natrium in het lichaam (en je plast er dus MINDER van uit) --> bloedvolume en bloeddruk stijgen weer

Slide 40 - Slide

Door aldosteron stijgt de bloeddruk dus!

Slide 41 - Slide

Casus
Je eet een zak chips (zout)
en drinkt een fles cola (water)

Slide 42 - Slide

Je krijgt een flinke hoeveelheid vocht en zout binnen. Wat gebeurt er met het bloedvolume en de bloeddruk?
A
Dalen
B
Stijgen
C
Blijven hetzelfde
D
Weet niet

Slide 43 - Quiz

De bloeddruk stijgt.
Wat gebeurt er met de aanmaak van aldosteron?
A
Neemt toe
B
Neemt af
C
Blijft hetzelfde
D
Weet niet

Slide 44 - Quiz

Aldosteron
Aldosteron 
Wordt geproduceerd in de bijnier

Bloeddruk lager --> MEER aanmaak aldosteron

Bloeddruk hoger --> MINDER aanmaak aldosteron








Slide 45 - Slide

Minder Aldosteron?
Minder heropname van zout en water vanuit de distale tubulus (tweede gekronkelde buisje)

Slide 46 - Slide

Minder aldosteron, minder heropname van zout en water uit distale tubulus..... wat gebeurt er dan met de urineproductie?
A
Neemt toe
B
Neemt af
C
Blijft gelijk
D
Ik ben een kerstbal

Slide 47 - Quiz

Minder aldosteron
Minder heropname zout en water in de distale tubulus

Meer urineproductie

Bloeddruk daalt 

Slide 48 - Slide

Dit is dus homeostase: negatieve feedback

Slide 49 - Slide

Vast voor volgend jaar: 

Slide 50 - Slide

Slide 51 - Slide

Slide 52 - Slide

Slide 53 - Slide

Kringspieren blaas
Interne sphincter: glad spierweefsel. Onbewust aansturen

Externe sphincter: dwarsgestreept spierweefsel. Bewust aansturen

Slide 54 - Slide

Volgende 2 weken
Oefenen skelet, spieren en nieren


Eind periode 2: Toets ANFY en Patho gecombineerd:

Slide 55 - Slide