Woorden h 1

Doelen:
*Je kent de woorden van “woorden 1 en 2”
*Je kent de betekenis van een aantal Griekse voor- en achtervoegsels en kunt zo de betekenissen van samenstellingen afleiden.

1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Doelen:
*Je kent de woorden van “woorden 1 en 2”
*Je kent de betekenis van een aantal Griekse voor- en achtervoegsels en kunt zo de betekenissen van samenstellingen afleiden.

Slide 1 - Slide

Bedenk een woord met het voorvoegsel: bio en/of hyper

Slide 2 - Open question

Bedenk een woord met het achtervoegsel: pathie en het achtervoegsel -scoop

Slide 3 - Open question

Maak een goede zin met het woord:
incidenteel

Slide 4 - Open question

Maak een goede zin met het woord:
structureel

Slide 5 - Open question

Maak een goede zin met het woord:
compact

Slide 6 - Open question

Maak een goede zin met het woord:
meedogenloos

Slide 7 - Open question

Maak een goede zin met het woord:
ongerept

Slide 8 - Open question

Maak een goede zin met het woord:
oprecht

Slide 9 - Open question

Inhoud:
Woorden 1
Lees tekst 1. Begrijp je de onderstreepte woorden?
3a
Leest tekst 2. Ken je de onderstreepte woorden qua betekenis?
4b
5a en 6
Woorden 2
7: lees tekst 3 en lees de betekenis van de onderstreepte woorden. Begrijp je die?
8ac
9ab
10
Voor- en achtervoegsels:
14de
16

Slide 10 - Slide

Poseidon.

Slide 11 - Slide

Zeus

Slide 12 - Slide

Aphrodite

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Dionysos

Slide 15 - Slide

Persephone

Slide 16 - Slide