SPAANS UNIDAD 5b

• Spaans
• MBO
• Studiejaar 2

Unidad 5b: onderwerpen

bezittelijke voornaamwoorden en familieleden

gebruik van werkwoorden  gustar  en  interesar 

dingen die je op reis kunt zien of doen

mi abuelo, mi abuela

mis abuelos

mi padre, mi madre

mis padres

mi hermano, mi hermana

mis hermanos

nuestro hijo

nuestra hija

nuestros hijos

mijn opa, mijn oma

mijn opa & oma

mijn vader, mijn moeder 

mijn ouders 

mijn broer, mijn zus 

mijn broers & zussen

onze zoon

onze dochter

onze kinderen

mi amigo

mis amigos

tu amigo

tus amigos

su amigo

sus amigos

nuestro amigo

nuestros amigos

vuestro amigo

vuestros amigos

su amigo 

sus amigos

mi amiga

mis amigas

tu amiga

tus amigas

su amiga

sus amigas

nuestra amiga

nuestras amigas

vuestra amiga

vuestras amigas

su amiga

sus amigas

5.06 Teresa stelt haar familie voor

Foto en tekst op de volgende dia staan ook in het boek. 

Lees de tekst aandachtig door, totdat je alles begrijpt. 

Maak daarna de opdrachten 5.06a en b in het boek. 

zapatos = schoenen   pelo = haar   al lado de ... = naast ...    está = bevindt zich 

rubio = blond    menor = jonger 

5.07 me gusta ... = mij bevalt ...

In Unidad 4 heb je geleerd hoe je zegt welk eten of drinken 

je (niet) lekker vindt. Bijvoorbeeld ... 

(A mi) me gusta la paella. 

(A mi) no me gusta el vino. 

(A mi) me gustan los tomates.

Y a ti, te gusta la paella? 

Y a ti, te gustan los tomates? 

a mi  me gusta

a ti  te gusta

a él  le gusta

a ella  le gusta

a usted  le gusta

a mi  me interesa

a ti  te interesa

a él  le interesa

a ella  le interesa

a usted  le interesa

a nosotros  nos gusta

a vosotros  os gusta

a ellos  les gusta

a ellas  les gusta

a ustedes  les gusta

a nosotros nos interesa

a vosotros  os interesa

a ellos  les interesa

a ellas  les interesa

a ustedes  les interesa

5.07 spreek deze zinnen hardop uit

5.08

Qué le interesa? 

Spreek de zinnen links hardop uit. 

opdracht 5.09

Durante las vacaciones me gusta ...

Schrijf  in het Spaans 5 dingen/activiteiten in je schrift of een Word document die je graag doet tijdens de vakantie.

voorbeelden in het boek

Oefeningen op Wikiwijs

Vaak is het handig om de oefeningen op Wikiwijs te gebruiken om te testen wat je geleerd hebt. 

Soms zijn ze ook handig om je voor te bereiden op oefeningen die nog gaan komen, zodat je kunt inschatten welke kennis je nodig hebt. 

link op de volgende dia

https:

opdracht 5.10

Lees de tekst aandachtig door zodat je alles begrijpt en beantwoord de vragen.

opdracht 5.11

Valencia, een fantastische stad.

Lees de tekst aandachtig door en beantwoord de vragen in het boek.

Wat zien en doen? Waar slapen? Hoe aankomen?

5.12 korte zinnen maken

TAREA FINAL

Lees de TAREA FINAL in het boek. 

Schrijf de 2 gesprekken helemaal uit in het Word-document dat je via de mail van je docent krijgt. 

extra VIDEOS hierna

de eerste video gaat over familie

de tweede video gaat over het gebruik van werkwoorden in de tegenwoordige tijd

bij beide video's kun je ondertiteling aanzetten

zie volgende dia's

LUISTER EN ZEG NA