vragen bij herh. H5 TH1

vragen bij herh. H5 TH1
1 / 22
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

vragen bij herh. H5 TH1

Slide 1 - Slide

Middeleeuwse stad
Je gaat zo een middeleeuwse stad zien
Zoek 2 dingen waaraan je herkent dat deze stad middeleeuws is

Slide 2 - Slide

De hoogste sociale laag in een middeleeuwse stad waren de rijke kooplieden en ambachtslieden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

De laagste sociale laag in een middeleeuwse stad waren arme arbeiders
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Een vereniging van mensen die in een stad hetzelfde beroep uitoefenden.
A
Hanze
B
Gilde

Slide 5 - Quiz

Heren verkochten stadsrechten omdat ze het geld hard nodig hadden voor hun leger
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Bewoners van een middeleeuwse stad zorgde niet voor hun eigen rechtspraak
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

De hoogste positie van de stedelijke rechtbank was voor
A
de schout
B
de schepen

Slide 8 - Quiz

De schout werd benoem door
A
Klein groepje belangrijke burgers
B
De heer van het gebied

Slide 9 - Quiz

De schepenen werden gekozen door
A
Klein groepje belangrijke burgers
B
De heer van een gebied

Slide 10 - Quiz

Het bestuur van een middeleeuwse stad was heel democratisch
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

Boeren hadden voedsel over. Ambachtslieden maakten genoeg.

Wat gebeurde er met deze producten?
A
Opgekocht door handelaren en met winst verkocht.
B
Die werden weggegooid, wat moet je ermee?
C
Aan de landheer gegeven, die was tenslotte eigenaar.
D
Niets, ze werden gestolen door rovers en dieven.

Slide 12 - Quiz

De bevolking groeit, de opbrengst uit landbouw moet omhoog.
Hoe deden boeren dat?
A
Boeren gingen nieuwe technieken uitproberen.
B
Boeren waren verplicht om harder te werken.
C
Ze ontdekten dat van mest graan beter groeit.
D
Niet, hoe kan er nou meer groeien?

Slide 13 - Quiz

De opbrengst uit landbouw nam toe, er was eten genoeg.
Wat was een gevolg daarvan?
A
De bevolking groeide, niet iedereen had een huis.
B
Nieuwe beroepen, want niet meer iedereen was boer.
C
Boeren werkten minder hard, er was immers eten genoeg.
D
Het voedsel lag te rotten in de opslagplaatsen.

Slide 14 - Quiz

Zet de zinnen in de juiste volgorde
Boeren en ambachtslieden hadden producten over.
Handelaren kochten deze producten op om met winst te verkopen.
Handelaren reisden met deze producten naar kruispunten van wegen en rivieren, of kastelen en kloosters.
Op die plaatsen kwamen veel mensen samen om spullen te kopen en verkopen.
Zo ontstonden markten en nieuwe steden.

Slide 15 - Drag question

Mensen in de stad wilden zelf de regels bepalen. Ze betaalden daar de landheer geld voor.

Hoe noem je deze rechten?
A
Het wetboek van strafrecht.
B
Stadsrechten.
C
Recht van overpad.
D
Betaalde rechten.

Slide 16 - Quiz

Het tijdvak Steden & Staten duurt
A
van 500 tot 1500
B
van 500 tot 1000
C
van 1000 tot 1500
D
van 1500 tot 1600

Slide 17 - Quiz

Zet de ontwikkelingen in de juiste volgorde in de tijd
1
2
3
4
Meer voedsel en een grotere bevolking 
Handel onstaat bij kruispunten, kloosters en kastelen
Het ontstaan van het drieslagstelsel en ontginnen van woeste gronden 
Er ontstaan dorpen en de samenleving verandert 

Slide 18 - Drag question

maak de invulsamenvatting 

Slide 19 - Slide

Leg in tenminste twee zinnen uit wat het christelijk geloof in de middeleeuwen inhield.

Slide 20 - Open question

Leg uit hoe de kerk omging met mensen met andere geloofsopvattingen

Slide 21 - Open question

maak de invulsamenvatting verder af.

Slide 22 - Slide