NOVA 2HV - 5.2 taak 1 - spanning


H2 Stoffen - 2.3 massa en volume
NOVA - 2 havo / vwo
H5 - ELEKTRICITEIT
5.2 - SPANNINGSBRONNEN
taak 1 - spanning
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

Items in this lesson


H2 Stoffen - 2.3 massa en volume
NOVA - 2 havo / vwo
H5 - ELEKTRICITEIT
5.2 - SPANNINGSBRONNEN
taak 1 - spanning

Slide 1 - Slide

voorbeelden van spanningsbronnen
accu
stopcontact
batterij
accu
knoopcelbatterij

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Waar is de volgende zin
juist omschreven in natuurkundetaal:

De spanning is 12 Volt.
A
U = 12
B
V = 12 U
C
I = 12 V
D
U = 12 V

Slide 5 - Quiz

Welke grootheid
meet je met
een spanningsmeter?
A
A
B
I
C
U
D
V

Slide 6 - Quiz

Reken om:

750 V = ..... kV
A
750 000 kV
B
75 kV
C
0,750 kV
D
0,0750 kV

Slide 7 - Quiz

Reken om:

2 MV = ..... kV
A
2000 kV
B
20 kV
C
0,2 kV
D
0,002 kV

Slide 8 - Quiz

Reken om:

0,04 MV = ..... V
A
40 V
B
40 000 V
C
400 000 V
D
0,00004 V

Slide 9 - Quiz

                         
Spanning is een 

Het symbool voor spanning is  

Je meet de spanning met een 

Je gebruikt de maat (= eenheid)                                            voor spanning. 

1 kV   is gelijk aan                                              en 1 MV is gelijk aan
grootheid
eenheid
stroommeter
A
Ampère
U
spanningsmeter
Volt
1 000 V
1 000 000 V
0,001 V
V
I
0,000001 V

Slide 10 - Drag question

0

Slide 11 - Video

Meer vrachtwagens laten rijden,
wat betekent dat eigenlijk
in een stroomkring?
A
de stroomsterkte wordt kleiner
B
de spanning wordt kleiner
C
de stroomsterkte wordt groter
D
de spanning wordt groter

Slide 12 - Quiz

De vrachtwagens vervoeren meer spullen,
dit betekent bij elektriciteit....
A
de stroomsterkte wordt kleiner
B
de spanning wordt kleiner
C
de stroomsterkte wordt groter
D
de spanning wordt groter

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Video

Op iedere batterij staat 1,5V. Hoeveel spanning leveren de batterijen als je ze zo aansluit?
A
1,5 Volt
B
3 Volt
C
4,5 Volt
D
6 Volt

Slide 15 - Quiz

Je combineert 3 batterijen van 3 V.
1 batterij sluit je omgekeerd aan.
Wat is de totale spanning?
A
0 V
B
3 V
C
6 V
D
9 V

Slide 16 - Quiz

Bewering:
Een batterij is een chemische spanningsbron.
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quiz


Welke spanning geeft
de voltmeter aan?
A
4 V
B
4,5 V
C
8 V
D
9 V

Slide 18 - Quiz


Welke spanning geeft
de voltmeter aan?
A
1,2 V
B
6 V
C
7 V
D
12 V

Slide 19 - Quiz


Op welke meetbereik
staat de voltmeter ingesteld?
A
2,8 V
B
9 V
C
18 V
D
30 V

Slide 20 - Quiz


Welke waarde geeft de stroommeter aan?
A
2,8 A
B
0,28 A
C
0,05 A
D
0,028 A

Slide 21 - Quiz

Wat is een transformator?
A
een soort robot
B
een apparaat dat de stroom meet
C
een apparaat dat de spanning meet
D
een apparaat dat spanning omzet van hoog naar laag

Slide 22 - Quiz



BESTUDEER par 5.2 van je boek (plusstof ook!).
Noteer woorden en zinnen die je niet begrijpt 
en stel daarover vragen in de volgende les.

MAAK de opgaven van je boek:
HAVO opgave  14 t/m 21 + 24 t/m 26
VWO opgave  15 t/m 19 + 22 + 25

KLAAR? herhaal dan de stof van vorige paragrafen
of werk door aan de volgende taak/paragraaf (overleg met je docent). 




timer
1:00

Slide 23 - Slide

Ik begrijp dit onderwerp....
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

vragen
over deze paragraaf ?

Slide 25 - Mind map

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video