Boek 2VH H7 Bron H Delend Lidwoord

• Frans
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 3

Boek 2VH H7 Bron H 

Delend Lidwoord

Nederlands

hij eet het brood

hij eet de broodjes

hij eet brood

hij eet broodjes

Verschil:

het brood, de broodjes:

(met lidwoord/telwoord,..)

het hele broodje, 

alle broodjes

brood, broodjes :

(zonder lidwoord!)

een deel van het brood, je weet niet 

per se hoeveel

Frans

Gebruiken we in het NL géén lidwoord,

dan gebruiken we in het Frans het 

DELEND  LIDWOORD

Weet je nog:

de kat van de jongen

de kat van het meisje

de kat van de oom

de kat van de ouders

le chat de le garçon

le chat de la fille

le chat de l' oncle

le chat des parents

de+le -> du

de+la -> de la

de+l' -> de l'

de+les -> des

Vormen v/h Delend Lidwoord

Enk - mannelijk

Enk - vrouwelijk

Enk - klinker / st h

Mv

du

de la

de l'

des

Voorbeelden

du coca 

de la glace 

de l'huile 

des légumes

cola

ijs

olie 

groenten

Voorbeeld bij mannelijk znw

het brood

een brood

brood

le pain

un pain

du pain

Voorbeeld bij vrouwelijk znw

de pizza

een pizza

pizza

la pizza

une pizza

de la pizza

Voorbeeld met znw klinker/stomme h

het water

een water

water

l'eau

une eau

de l'eau

Voorbeeld met meervoud znw

de groenten

groenten

les légumes

des légumes

Maar...na ontkenning: 

delend lidwoord -> DE

Je mange du pain

Je mange de la pizza

Je bois de l' eau

Je ne mange pas de pain

Je ne mange pas de pizza

Je ne bois pas d' eau

Enkelvoud

Na ontkenning: 

delend lidwoord -> DE

Je mange des pains

Je mange des oeufs

Je ne mange pas de pains

Je ne mange pas d' oeufs

Meervoud

En ook na andere ontkenningen: DE

Je bois de l' eau

Je prends des poires

Je ne bois jamais d'eau

Je ne prends plus de poires

Dus:

du

de la

de l'

des

:  de / d'

Na ontkenning: 

ne..pas

ne..plus

ne..jamais

ne..pas encore

Niet alleen eten/drinken

Ik neem foto's

Hij koopt truien

Zij heeft vrienden

Jij hebt geluk

Je prends des photos

Il achètes des pulls

Elle a des copains

Tu as de la chanche

En ook daar, in de ontkenning:

Je prends des photos:        je ne prends pas DE photos

Il achètes des pulls:             il n'achète pas DE pulls

Elle a des copains:               elle n'a pas DE copains

Tu as de la chanche:           tu n'as pas DE chance

Belangrijk dus om...

... te weten of een woord mannelijk/ vrouwelijk / klinker stomme h / meervoud is.

Anders kun je niet kiezen tussen

du

de la

de l'

des

het vlees

1. le viande
2. la viande
3. l' viande
4. les viandes

het suiker

1. le sucre
2. la sucre
3. l' sucre
4. les sucres

de groenten

1. le légume
2. la légume
3. l'légumes
4. les légumes

het ei

1. le oeuf
2. les oeufs
3. l'oeuf
4. la oeuf

het ijsje

1. de la glace
2. une glace
3. la glace
4. les glaces

limonade

1. une limonade
2. de la limonade
3. la limonade
4. les limonades

Ik neem koffie, geen thee:
Je prends....café, pas... thé.

1. du - du
2. de - de
3. de - du
4. du - de

Hij heeft geen broers, maar wel een zus:
Il n'a pas ...frères, mais il a ...soeur

1. de - une
2. des - de la
3. des - une
4. de - de la

Tu veux ... eau?
Non, je prends ...coca

1. d' - de
2. de l' - du
3. des - de la
4. de l' - un