u3K - Lezen 5.3 (woensdag 27 juni)

Welkom 3KD
  • Ga zitten volgens de plattegrond.

  • Pak je boek (blz. ) alvast voor je. 



timer
5:00
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom 3KD
  • Ga zitten volgens de plattegrond.

  • Pak je boek (blz. ) alvast voor je. 



timer
5:00

Slide 1 - Slide

1. een overtuigende, activerende en informatieve teksten bekijken.
2. opdrachten maken uit het boek.
In deze les gaan we

Slide 2 - Slide

De lesdoelen
  • Je kunt een informatieve, overtuigende en activerende tekst herkennen.

Slide 3 - Slide

Lezen §4.3: Informatieve tekst
Twee soorten informatieve teksten. 

Informerende tekst
Instructies

Slide 4 - Slide

Grafieken, tabellen en afbeeldingen
  • Voorbeeld van een tabel: lijst met gegevens.
  • Voorbeelden van een grafiek: lijn-, staaf- of cirkeldiagram.
  • Voorbeeld van een afbeelding: infographic.

Informatieve tekst

Slide 5 - Slide

Lezen §5.3: Overtuigende tekst
                      Voorbeeld: Recensie 
Kenmerken:

- Vaak vanuit ik-persoon geschreven
- Mening is duidelijk te lezen in de tekst.
Doel: De lezer moet de mening van de schrijver overnemen.

Slide 6 - Slide

Lezen §5.3: Activerende tekst
                      Voorbeeld: Recensie 
Reclame 
Doel: De lezer lezen moet iets doen of juist niet

Slide 7 - Slide

Lezen §5.3: Signaalwoorden 
In overtuigende en activerende teksten komen de volgende tekstverbanden en signaalwoorden voor:
Tekstverband
Signaalwoorden
Voorbeeld
zo, zoals, ter illustratie, een voorbeeld (hiervan) is, bijvoorbeeld
Reden/argument
want, omdat, daarom, vanwege, immers, namelijk
standpunt/conclusie
dus, dan ook, kortom

Slide 8 - Slide

Wat
Hoofdstuk 5, paragraaf 3: Lezen 
Opdracht 2 - 5
Hoe
Alleen 
Hulp
In stilte. Weet je het nog niet? Dan kom ik vanzelf langs.
Tijd
10 minuten. Als de timer is afgelopen, 
kijken we opdracht 2 na!
Klaar
Maak alvast een beginnetje aan de rest van de opdrachten of kan je de test jezelf maken.
Aan de slag
timer
10:00

Slide 9 - Slide

Waarvoor gebruiken wij signaalwoorden en tekstverbanden?

Slide 10 - Open question

Wat is het doel van een activerende tekst?
A
Lezer moet de mening overnemen.
B
Lezer moet iets gaan doen.
C
Lezer krijgt informatie.
D
Lezer heeft plezier.

Slide 11 - Quiz

Wat is het doel van een overtuigende tekst?
A
Lezer moet de mening overnemen.
B
Lezer moet iets gaan doen.
C
Lezer krijgt informatie.
D
Lezer heeft plezier.

Slide 12 - Quiz

Noem een signaalwoord dat hoort bij conclusie
A
omdat
B
kortom
C
want

Slide 13 - Quiz

Einde van deze les!
Als het goed is weet je nu: 
  • Wat een informerende, activerende en overtuigende tekst is.
  • Weet je waarom we verbanden en signaalwoorden gebruiken. 
  • Welke signaalwoorden bij welk verband hoort.

Slide 14 - Slide

De lesdoelen
  • Je kunt informatieve, overtuigende en activerende teksten herkennen.

Slide 15 - Slide