Speisen, Zutaten und Getränke

Speisen, Zutaten und Getränke
1 / 49
next
Slide 1: Slide
DuitsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 49 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Speisen, Zutaten und Getränke

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programm
  • Einleitung
  • Die Speisekarte...
  • Wörter sammeln
  • Arbeitsblatt machen
  • Sprechübung 
  • Kleines Spiel

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Ziele
Na deze les...
  • Kun je in het Duits een aantal ingrediënten noemen in de categorieën fruit, groente, vlees en vis.
  • Kun je begrijpen welke gerechten er op een Duitse menukaart staan
  • Kun je een aantal gerechten van een menukaart in het Duits uitspreken.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Die Speisekarte
Ik lees een aantal gerechten van een menukaart in het Duits voor.
Schrijf mee wat je verstaat qua gerechten en ingrediënten.
Schrijf dit in het Nederlands op.
timer
5:00

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wörter sammeln
Jullie krijgen een geel blaadje en een roze blaadje.
Schrijf op het gele blaadje alle Duitse woorden die je weet rondom het thema 'ingrediënten'.
Schrijf op het roze blaadje alle Nederlandse woorden die je zou willen weten (maar die je nu nog niet weet). 
Hierna vraag ik een aantal woorden terug. 
timer
10:00

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Arbeitsblatt machen
Jullie krijgen zo een werkblad met een aantal opdrachten:
  • Veel voorkomende woorden op een menukaart vertalen
  • Woord-beeldoefening ingrediënten (koppelopdracht)
  • Leesoefening 'hints' welk ingrediënt wordt bedoeld?
  • Menukaart analyseren
timer
30:00

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Sprechübung
Kies een aantal gerechten van jouw menukaart uit.
Spreek deze uit naar een medestudent. 
Jouw medestudent raadt het gerecht + de ingrediënten.
Draai daarna de rollen om.
Herhaal dit een aantal keer.
timer
10:00

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wörterübung

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Link

This item has no instructions

Lektion 2

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Programm
  • Zutaten bestimmen (sehen, schreiben und sprechen)
  • Zutaten wiederholen (einteilen) (lesen, übersetzen und schreiben)
  • Wörter PingPong (lesen, sprechen und hören)
  • Eine Menükarte analysieren (lesen und schreiben)
  • Kocharten besprechen (lesen ...
  • Speisen beschreiben (sprechen ...

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Ziele
Na deze les...
  • kun je ten minste 5 Duitse ingrediënten benoemen
  • kun je informatie uit een menukaart halen
  • herken je kookwijzen in het Duits
  • kun je een gerecht beschrijven in het Duits

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Welche Zutaten siehst du?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Welche Zutaten siehst du?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Welche Zutaten siehst du?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Welche Zutaten siehst du?

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Zutaten einteilen
Je krijgt een schema met daarin verschillende ingrediëntcategorieën. 
Daarnaast krijg je een lijst met allerlei verschillende ingrediënten.
Vertaal de ingrediënten losjes in je hoofd (evt.hulp van je woordenlijst en/of je medestudent) en schrijf ze in de juiste categorie. 
Je mag zachtjes overleggen met je medestudent. 
timer
8:00

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wörter PingPong
Doe deze opdracht in 2/ 3 tallen. 
Student A zegt een woord uit een categorie en Student B (en evt. Student C) zegt een woord terug uit dezelfde categorie.
Bij goed, zet je een streepje in het schema bij de desbetreffende categorie.
Bij fout, krijgt de ander een punt erbij én mag diegene een nieuwe categorie aandragen.
De categorieën zijn: 
Gemüse
Obst
Fleisch und Fisch
Milchprodukte
Kräuter und Gewürze

timer
5:00

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Eine Menükarte analysieren
Jullie krijgen zo een  Duitse menukaart met een aantal analysevragen over die kaart.
  • Welke gerechten zijn vegetarisch? Zoek er 3 en zet er een V voor.
  • Welke gerechten bevatten noten? Zoek er 2 en zet er een N voor.
  • Kies een gerecht dat makkelijk vegetarisch te maken is. 
  • Zoek daarnaast ook woorden in de tekst die een kookwijze
/ bereidingswijze beschrijven.
  • Onderstreep woorden die je niet kent.
timer
12:00

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Link

This item has no instructions

Welke kook/bereidingswijzen kwamen voor in de menukaart?

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Zutaten und Kocharten kombinieren

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Bingospeisen
Kürbiscremesuppe - Gemüse Lasagne - Gefüllte Paprika- Huhnfilet- Bandnudeln mit Lachs- Gemischter Fischsalat-
Rote Bete Carpaccio- Gemischter Herbstsalat- Schweinefleischbraten- Rindfleischpfanne- Apfel Crumble- Früchte Eisbecher- Panna Cotta- Tomatensuppe- 
Schoko Birnen Kuchen

Slide 23 - Slide

Kies 9 gerechten en schrijf deze in je bingoschema.
Ik lees vervolgens hints voor over deze gerechten.
Jullie luisteren en raden het gerecht én strepen het af in jullie schema wann.jullie het gerecht daar op hebben staan.
Lektion 3

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Programm
  • Gerichte raten
  • Kocharten und Bereitungsweisen besprechen
  • Zutaten -Geschmacker und Texture 
  • Geschmacker und Texture - Zutaten
  • Pause
  • Hörübung 'So isst die Welt'

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Ziel
Na deze les...
- Kun je een aantal bereidingswijzen noemen in het Duits.
- Kun je benoemen wat zoet, zuur, zout en scherp betekenen in het Duits.
- Kun je benoemen wat knapperig, mals en romig betekent in het Duits.
- Kun je ten minste één gerecht beschrijven qua ingrediënten, kookwijze, smaak en textuur. 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Aufgabe 
Hieronder staan een aantal gerechten uit de menukaart die jullie vorige week in de les ontvangen hebben:
Apfel-Crumble
Gebratene Champignons
Gefüllte Paprika
Kürbissuppe
Bandnudeln mit Lachs
Gemüse-Lasagne

Schrijf er 4 op je blaadje.
Ik lees daarna een aantal hints voor. Je verstaat of de hint op het gerecht slaat 
wat jij hebt opgeschreven.
timer
7:00

Slide 27 - Slide

Blaadjes uitdelen
Kocharten und Bereitungsweisen
We hebben een aantal kookwijzen gehoord:
im Ofen überbacken
mit Käse gratiniert
gegrillt
in Soße serviert
gefüllt
gebacken
in der Pfanne gebraten

Je krijgt nu een lijst met meer kook-en bereidingswoorden. Boven de streep staan woorden die veel voorkomen. Onder de streep staan woorden die nog meer details geven. 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Aufgabe 
Je krijgt per tweetal een enveloppe met daarin afbeeldingen van kook-en bereidingswijzen.
Pak een afbeelding en noem de kookwijze die daarbij past (evt. met behulp van de lijst).
Bedenk daarna een gerecht waarin deze kookwijze wordt toegepast en spreek het vervolgens uit naar je medestudent. 

Bijvoorbeeld:
Je kiest 'frittiert'.
Dan kun je bijv.'frittierte Pommes mit mayo' formuleren. 
Wil je fancy, dan kun je ook formuleren: 'frittierte Pommes mit mayo, dazu Hühnerspießen und gemischter Salat"
timer
7:00

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Geschmäcker und Textüre
Naast kook-en bereidingswijzen, kun je gerechten ook beschrijven door het over smaak en textuur te hebben.
Daarom de volgende oefening: 
Jullie krijgen een lijst met woorden over smaken en texturen.
Ik noem zo een aantal ingrediënten, waarvan jullie moeten bepalen wat de smaak en/of textuur is. 
Schrijf het woord op je whiteboardje.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Aufgabe
Jullie krijgen een werkblad met daarop een aantal zinnen die je moet afmaken door er een smaak- en een textuurwoord achter te schrijven. 

Kies daarna zelf 3 ingrediënten/ gerechten uit die jij lekker vindt en koppel daar een smaak- en textuurwoord aan.  
Bijv. Käse schmeckt salzig und kremig. 
timer
10:00

Slide 31 - Slide

Vraag daarna een aantal studenten terug wat ze hebben opgeschreven.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Hörübung So isst die Welt
Het kan zijn dat je kortsluiting gaat ervaren, omdat er snel gesproken en soms ook twee talen door elkaar heen (Duitsers synchroniseren alles na).
Blijf rustig en focus je op enkele woorden die je wel verstaat. Je hoeft niet alles te verstaan om de kern van de boodschap te begrijpen.
Lees van tevoren de vragen door, zodat je weet waar je je op moet focussen.
Verder zet ik de video een aantal keren stop.

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Video

This item has no instructions

Lektion 4

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Programm
  • Bingo Zutatenwörter
  • Gerichte beschreiben light
  • Nutzliche Chunks
  • Gerichte ausfürlich beschreiben
  • Pause
  •  Mache dein eigenes Menü

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Ziel
Aan het einde van deze lessenreeks...
kun je zelfstandig een menukaart met beschrijvende gerechten samenstellen in het Duits en deze ook uitspreken. 

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Bingo
Noteer op een blad 10 random getallen tussen 1 en 20.
Dit is je bingokaart.
Daarna draai ik aan het bingorad en daar komt een getal uit.
Je kijkt of jij het nummer op je blad hebt staan. 
Wanneer dat zo is, dan steek je je hand omhoog.
Ik vraag vervolgens een ingrediëntwoord dat jij moet vertalen en opschrijven in het Duits.
Nadat je alle getallen op je blad hebt doorgestreept, dan roep je bingo.
Ik bekijk dan je blad met de vertaalde woorden erop. 
Degene die het snelst alle cijfers heeft doorgestreept én de bijbehorende woorden goed heeft, die wint. 
timer
10:00

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Gerichte beschreiben Light
Je krijgt een 6 tal afbeeldingen van gerechten.
Kies 3 gerechten uit en schrijf daarvan 1 ingrediënt op,
1 kookwijze, 1 smaak en 1 textuur op.
Gebruik evt.de woordenlijsten als ondersteuning. 
timer
8:00

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Kleine toelichting
We hebben het over kookwijzen gehad.
Koken (kochen), braden (braten), frituren (frittieren).
Wanneer je deze kookwijzen beschrijvend wilt gebruiken, dan moet je ze tot een bijvoeglijk naamwoord omformuleren.
Koken-gekookt- gekookt E
Braden- gebraden- gebraden
Frituren- gefrituurd- gefrituurd E
Hier krijg je een deelopdracht voor, zodat je deze techniek zodadelijk goed kunt toepassen.
timer
8:00

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Kapsalon
Dat ist ein Kapsalon. Das ist ein Gericht mit frittierte, knüsprige Pommes, gegrillte oder gewürzte Hähnchenfleisch, geschmolzene Käse, frische gemischte Salat mit Gurken, Tomaten und Eisbergsalat und Knoblauchsoße oder scharfe Soße.
Die Pommes schmecken außen knusprig und innen weich.
Das Fleisch schmeckt zart und leicht scharf. Die Käse schmeckt kremig.
Der Salat schmeckt knackig und leicht sauer. Die Soße schmeckt kräftig und würzig.

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Aufgabe
Je krijgt een afbeelding van een gerecht en daarnaast zie je de woordcategorieën waar wij het de afgelopen weken over gehad hebben.
Vul deze categorieën aan met relevante woorden in het Duits.
Het liefst uit je hoofd, maar je mag zeker ook kijken in je woordenlijsten.
Daarna ga je de woorden verwerken in een beschrijvingstekst.
Je beschrijft eerst wat er in het gerecht zit (bijv. gekookte aardappelen).
Maak altijd een combinatie met een bereidingswoord en een ingrediënt.
Zet achter ieder bereidingswoord een E. Gekocht= gekocht E.
Daarna ga je beschrijven hoe het gerecht smaakt qua smaak en textuur.

timer
8:00

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Pause
timer
15:00

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Aufgabe: mache dein eigenes Gericht
Als laatste in deze lessenreeks maak je je eigen menu, bestaande uit verschillende voorgerechten, hoofdgerechten en nagerechten.
Je beschrijft de ingrediënten, de kookwijze, de smaak en de textuur. 
Hierna vertel je jouw menu aan je medestudent en vice versa. 
timer
25:00

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Nutzliche Chunks
Chunks zijn vaste woordgroepjes die het leren en onthouden van een taal makkelijker maken. 
Voorbeelden: guten Tag, danke schön

Jullie ontvangen een lijst met handige chunks die je voor de volgende opdrachten kunt gebruiken. 

Slide 49 - Slide

This item has no instructions