bijvoeglijk naamwoord

Joyeuse Saint-Valentin
1 / 11
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Joyeuse Saint-Valentin

Slide 1 - Slide

Le programme

- Bijvoeglijk naamwoord, c'est quoi?
- Het bijvoeglijk naamwoord -> vorm
- Bijvoeglijk naamwoord -> plaats
 

Slide 2 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord


Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 3 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord

Slide 4 - Slide

mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
-
-e
meervoud
-s
-es
mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
petit
petite
meervoud
petits
petites
Het bijvoeglijk naamwoord -> vorm
⚠️   als een bijvoeglijk naamwoord al eindigt op een -e   dan komt daar geen extra -e   achter  
        als een bijvoeglijk naamwoord al eindigt op een -s   dan komt daar geen extra -s   achter 
Exemple
un teeshirt blue 
en dus niet : un teeshirt bluee

un garçon anglais 
en dus niet : un garçon anglais

Slide 5 - Slide

Het  bijvoeglijk naamwoord -> plaats 
In het Nederlands staat het bijvoeglijk naamwoord voor het zelfstandig naamwoord maar
in het frans staat het bijvoeglijk naamwoord meestal achter  het zelfstandig naamwoord 

de rode schoen          la chaussure rouge




Er zijn een paar uitzonderingen, in een paar gevallen komen ze voor het zelfstandig naamwoord 
joli
grand 
petit 
bon/bonne 
beau/belle 
nouveau/nouvelle 
vieux/vielle

Slide 6 - Slide

À vous! 
faire exercice 16 a.b.c. page 24 
(bonus 16 d.e) 
16 c
Is het zelfstandig naamwoord mannelijk of vrouwlijk? 
Is het zelfstandig naamwoord meervoud of enkelvoud?

Is het een uitzondering? 

16 d
rok = jupe (v)
broer = frère (m)
auto's = voitures (m)
overhemd = chemise (v)
maat = taille (v)
leraar = prof (m)
bloemen = fleurs (v)
ouders = parents (m)

Slide 7 - Slide

De blauwe t-shirt
A
le blue teeshirt
B
le teeshirt blue
C
le teeshirt blues
D
le blues teeshirt

Slide 8 - Quiz

Het kleine huis
A
la petit maison
B
la maison petite
C
la petite maison
D
la maison petit

Slide 9 - Quiz

De grijze broek
A
le pentalon gris
B
le pentalon grises
C
le pentalon grise

Slide 10 - Quiz

Welke bijvoeglijke naamwoorden komen voor het zelfstandig naamwoord?
A
joli
B
grand & petit
C
beau/belle
D
rouge

Slide 11 - Quiz