3.4 Reactievergelijkingen

Startopdracht
1 / 25
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Startopdracht

Slide 1 - Slide

Welkom- zoek je plek

Welkom. Zoek je plekje en pak je scheikunde boek en een aantekeningen schrift of blaadje

Slide 2 - Slide

Welkom- zoek je plek

Welkom. Zoek je plekje en pak je scheikunde boek 

Slide 3 - Slide

Deze les:
- Herhalen 3.3 Drie soorten stof
- Uitleg 3.4 Reactievergelijkingen 
- Aan de slag met werkblad
Volgende les:
Vervolg reactievergelijkingen 3.4

Slide 4 - Slide

Drie groepen stoffen
Welke groepen ken je?

Welke eigenschappen heeft elke groep?

Uit welke atomen zijn de stoffen uit elke groep opgebouwd?

Slide 5 - Slide

Stappenplan systematisch naamgeven (2)
Elke lettergreep van de systematische naam zegt iets over de formule van het molecuul. Je leidt de formule stapsgewijs af.
1. Noteer de symbolen van de atoomsoorten in de naam en laat ruimte leeg achter symbool voor index.
difosforpentaoxide 
2. Zet de nummers van de Griekse telwoorden achter het symbool van de atoomsoort. Let op: difosfor, dan zegt die di iets over fosfor.
3. De laatste lettergreep is altijd -ide. Dit geeft aan dat wat ervoor staat de naam is van een molecuul. 
4. Schrijft de fase achter de formule. 

Slide 6 - Slide

De laatste naam verandert
O= zuurstofide = oxide
S= zwavelide = sulfide
Cl= Chloride
Br= Bromide


Slide 7 - Slide

Mono, mag je weglaten

Slide 8 - Slide

Samen doen
Noteer de formule van de stof:
tristikstofhexafluoride

Slide 9 - Slide

Zelf doen
Noteer de formule van de stof:
diwaterstofdioxide

Slide 10 - Slide

Samen doen
Geef de systematische naam van:

Slide 11 - Slide

Zelf doen
Geef de systematische naam van:

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Welke formule is een verbinding?
A
Co
B
CO
C
O2
D
S8

Slide 14 - Quiz

Welke van de onderstaande stoffen is een zout?
A
CO
B
stikstofdioxide
C
magnesiumbromide
D
francium

Slide 15 - Quiz

Is NaCl een mengsel?
A
Ja, het bestaat uit de stoffen natrium en chloor
B
Ja, het bestaat uit de atomen natrium en chloor
C
Nee, het bestaat uit de stoffen natrium en chloor
D
Nee, het bestaat uit de atomen natrium en chloor

Slide 16 - Quiz

Je kunt een kloppende reactievergelijking opstelling
Leerdoelen paragraaf 3.4

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Wet van atoombehoud:
Er zijn voor de pijl en na de pijl hetzelfde aantal elementen

Slide 19 - Slide

dfa
fdaf
Stappenplan reactievergelijking kloppend maken
1. Schrijf het reactieschema op (hoofdstuk 2)
2. Schrijf de formules van deze stoffen eronder met de juiste fase.
3. Tel hoeveel atomen van elke soort je hebt aan beide kanten van de pijl.
4. Verander de coëfficiënt(en). INDEX MAG NIET
5. Tel opnieuw (check of kloppend is!)

Slide 20 - Slide

Oefenen
Maak de reactievergelijking kloppend:
Wil je meer info? Bekijk de filmpjes in deze LessonUp 

Slide 21 - Slide

1. Neem de volgende reactievergelijkingen over en maak ze kloppend. 
Vind je het lastig kijk dan de uitleg filmpjes van opdracht 1 en 2.
Dit werkblad is huiswerk voor donderdag. 1 t/m 10 = verplicht. 
Kan jij ze allemaal?!

Slide 22 - Slide


Huiswerk: Lever hier ter controle een foto in van de vorige 10 reactievergelijkingen. Bewaar deze foto.
Het is mogelijk om 5 foto's in te sturen.

Slide 23 - Open question

0

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video