paragraaf 5.2 Weerstand

Elektrische weerstand

1 / 14

Slide 1: Slide

NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Lesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Elektrische weerstand

Slide 1 - Slide

lesdoelen

Je kunt uitleggen hoe je de weerstand een draad of ander component bepaald.
Je kunt berekeningen maken met weerstand, spanning en stroom.
Je kunt het verschil uitleggen van Ohmse en niet-Ohmse weerstand.
Je kunt uitleggen wat NTC en LDR is.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Weerstand

De SI eenheid voor elektrische weerstand is Ohm.

Het symbool hiervoor is: Ω

We zeggen dus bijvoorbeeld:

Een weerstandje kan een weerstand hebben van 20 ohm.

Slide 4 - Slide

Weerstand berekenen

Weerstand kun je berekenen.

R= Weerstand in ohm

U = spanning in volt

I = stroomsterkte in ampere

Slide 5 - Slide

Wet van Ohm

Slide 6 - Slide

De wet van Ohm

De spanning (over de draad) en de stroomsterkte (door de draad) zijn recht evenredig.

Hieruit volgt dat de weerstand van

de draad een constante waarde heeft.

Slide 7 - Slide

RECHT EVENREDIG VERBAND

Als de spanning 2x zo groot wordt, wordt de stroomsterkte ook 2x zo groot.

Als de spanning 3x zo groot wordt, wordt de stroomsterkte ook 3x zo groot.

Slide 8 - Slide

SENSOR

Slide 9 - Slide

Light

Dependant

Resistor

Slide 10 - Slide

LDR

LICHTSENSOR

(lichtgevoelige sensor)

weinig/geen licht -> hoge weerstand (R) -> weinig stroom (I)

(veel) licht -> kleine weerstand (R) -> veel stroom (I)

Slide 11 - Slide

Automatische

schakelingen met een LDR?

Slide 12 - Slide

NTC

TEMPERATUURSENSOR

(Negative Temperature Coëfficiënt)

temperatuurgevoelige weerstand

Hoge temperatuur -> lage weerstand -> veel stroom

Lage temperatuur -> hoge weerstand -> weinig stroom

Slide 13 - Slide

Nakijken: opgaven 1 t/m 4

Maken: paragraaf 2 5 t/m 8

Maak vraag 28 t/m 42

Slide 14 - Slide