Hoofd- en bijzinnen

samengestelde zinnen en de persoonsvormen in samengestelde zinnen.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

samengestelde zinnen en de persoonsvormen in samengestelde zinnen.

Slide 1 - Slide

Samengestelde zinnen

Hoeveel persoonsvormen/hoeveel zinnen zie je?

De man doet heel erg raar. 

De man die daar in zijn eentje liep, doet heel erg raar. 





Slide 2 - Slide

Samengestelde zinnen


1 zin/1 pv = enkelvoudige zin 
meerdere zinnen/meerdere pv: samengestelde zin

Slide 3 - Slide

Dus:

De man doet heel erg raar. 
Enkelvoudig

De man die daar in zijn eentje liepdoet heel erg raar. 
Meervoudig




Slide 4 - Slide

Vervolgens:

Hoofdzin of bijzin?




Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Een paar voorbeelden:

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Weektaak
Opdracht 1 t/m 5 (blz. 119)
Opdracht 1 t/m 5 (blz. 120/121)
LET OP! Maak alleen de eerste drie zinnen van elke opdracht!

Dit stond voor vandaag gepland. Je kan het nu afmaken (of er misschien nu aan beginnen) en ook je vragen nu aan me stellen. Woensdag herhalen we alles wat we tot nu toe hebben behandeld met grammatica dit schooljaar. 

Slide 15 - Slide