1 VMBO - H6.4 Negatieve getallen op de rekenmachine

1 / 34
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Na de les kan ik met een rekenmachine opgaven maken waarin negatieve getallen voorkomen.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Klopt het??
-3465 - 68977 = - 72432 ??

Slide 5 - Open question

Klopt het?
-38932 - - 389 = - 38543??

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Video

Kan de rekenmachine de juiste rekenvolgorde?
A
Nee
B
Ja, ik hoef geen haakjes te zetten
C
Ja, als ik het goed invoer met haakjes
D
Nee, want er zitten geen haakjes op de rekenmachine

Slide 8 - Quiz

Rekenvolgorde
wist je dat....
Rekenvolgorde overal in de wereld hetzelfde is?

Rekenmachine ook volgens de rekenvolgorde uitrekent? 

gaat nooit mis met het antwoord?

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Bereken op je rekenmachine
-568 x 6 + ( 96 : 3 + - 2 ) x 4
A
-822
B
-3272
C
-3288
D
3528

Slide 11 - Quiz

(26 + -15 x 3) +8 : 4 =

Slide 12 - Open question

Nu maken
Als je rekenmachine hebt
Opgave 59 en 61 op bladzijde 29, let op afronden
Als je geen rekenmachine hebt:
Herhalingsopgave 2, 5, 8 en 12 bladzijde 35

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Slide

Nog even het Hoofdstuk samenvatten

Slide 16 - Slide

Getallen kleiner dan nul zijn:
A
positieve getallen
B
negatieve getallen

Slide 17 - Quiz

negatieve getallen aftrekken


1211
A
-1
B
1
C
-23
D
23

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

Welke van onderstaande getallen zijn negatieve getallen en welke positieve getallen?
Positief getal
Negatief getal
12
-6
-4
--8
-4 + - 9 =
-6 - - 10 =

Slide 20 - Drag question

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Waar kom je negatieve getallen tegen?

Slide 23 - Mind map

Positief
Negatief
Positief x Negatief =
 
Negatief : negatief =
Negatief x positief =
Positief : positief =

Slide 24 - Drag question

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Wat is de juiste rekenvolgorde ? 
1

2
3
Haakjes
Vermenigvuldigen en delen
Optellen en aftrekken

Slide 27 - Drag question

Slide 28 - Slide

Rekenvolgorde:
Welke opmerking is juist bij de volgende som?

4 x (5 -2) : 3
A
Je begint met de vermenigvuldiging
B
Je mag alles tegelijk doen
C
Je begint met de haakjes
D
Je begint rechts te rekenen

Slide 29 - Quiz

Ik heb mijn leerdoel behaald en ga een voldoende halen bij de toets

Slide 30 - Open question

Ik heb extra bijles nodig en doe woensdag mee

Slide 31 - Open question

Deze les was
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

Slide 33 - Video

Slide 34 - Slide