Les 7: Demografische kenmerken

Startklaar
1 / 54
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

This lesson contains 54 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Startklaar

Slide 1 - Slide

Startklaar (3 min)

Docent begroet leerlingen, instrueert alle leerlingen om startklaar te zijn en legt materialen klaar.

Leerlingen zorgen ervoor dat zij alle benodigde spullen op tafel hebben, jas uit, mobiel in tas. (Zorg voor een nette en georganiseerde ruimte.)
LEZEN 10 min
Lezen

Slide 2 - Slide

https://www.nu.nl/klimaat/6303415/al-een-jaar-recordtemperaturen-in-oceanen-tekenen-dat-opwarming-versnelt.html?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F
Vorige les
Terugblik

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Vorige les
Terugblik
C                C                D                A        

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

H1
De wereld als systeem
H2
De wereld indelen
H3
Landen in beeld
H4 Wereldsteden

Overzicht

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Huiswerkcontrole
2c, 3a, 3b, 5, 7a, 7d

Slide 6 - Slide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.

Slide 7 - Link

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

      Lesdoel
Wij leren hoe kun je de wereld beschrijven, analyseren en in gebieden indelen aan de hand van demografische kenmerken en de bijbehorende indicatoren.

Wij kijken naar waar en waarom mensen wonen.

Slide 9 - Slide

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
Voorkennis
1. De leerlingen weten waar de Verenigde Staten ligt.

2. De leerlingen weten wat klimaat is.

3. De leerlingen weten wat reliëf is.

Slide 10 - Slide

Welke voorkennis is nodig voor het doel.
Controleer of de leerlingen deze voorkennis beheersten door het stellen van Controle van Begrip vragen
      Lesdoel
Wij leren hoe kun je de wereld beschrijven, analyseren en in gebieden indelen aan de hand van demografische kenmerken en de bijbehorende indicatoren.

We gaan het hebben over de bevolking op aarde en de ontwikkeling ervan. We zoomen in op bevolkingsgrafieken en het demografisch transitiemodel.

Slide 11 - Slide

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
Voorkennis
1. De leerlingen weten waar woont bevolking op Aarde.

2. De leerlingen weten wat demografisch transitiemodel is.

3. De leerlingen weten wat bevolkingsdiagram is.

Slide 12 - Slide

Welke voorkennis is nodig voor het doel.
Controleer of de leerlingen deze voorkennis beheersten door het stellen van Controle van Begrip vragen
Bevolkingsontwikkeling

1. bevolkingsgroei
     - 1,1% wereldwijd in 2022

2022: 8 miljard  
2050: 9,7 miljard       
2080: 10,4 miljard
2100: ook 10,4 miljard
       => afvlakking van de groei

Slide 13 - Slide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Bevolkingsgroei =

= natuurlijke bevolkingsgroei

sociale bevolkingsgroei
gebortecijfer - sterftecijfer
emigratie - immigratie

Slide 15 - Slide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Bevolkingsontwikkeling

2 vruchtbaarheidscijfer = het aantal levendgeborenen per jaar per 1000 vrouwen van 15 tot 50 jaar  
3 gemiddeld aantal kinderen per vrouw
   => hoe hoger welvaart, hoe minder kinderen
4 kindersterfte = het aantal kinderen dat vóór hun vijfde verjaardag is overleden (in % of ‰)

     => hoe slechter de gezondheidszorg, hoe meer kinderen sterven

Slide 17 - Slide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Leeftijdsopbouw

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Nederland
Nigeria
India
Vergrijzing
Vergroening
Ontgroening

Slide 20 - Drag question

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Video

This item has no instructions

5. Demografische druk
= verhouding tussen het economisch niet-productieve deel van de bevolking en het economisch productieve deel.
Berekening:

Jongere+ oude
economisch aktief

Afganistan: 44+2 gedeeld door 54  keer 100= 85,1

Slide 23 - Slide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Demografische transitiemodel

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Drag question

This item has no instructions

Slide 27 - Drag question

This item has no instructions

Slide 28 - Drag question

This item has no instructions

Transitiefase tussen hoge geboorte- en sterftecijfers en lage sterftecijfers.

Slide 29 - Drag question

This item has no instructions

Slide 30 - Video

This item has no instructions

Waar wonen mensen op Aarde?

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Video

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Bevolkingspreiding
6. Bevolkingsspreiding gaat over waar mensen wonen.
7. Bevolkingsdichtheid: verschilt sterk per land of regio.
8. Verstedelijkingsgraad (urbanisatiegraad) = aandeel van de stedelijke bevolking in de totale bevolking. Wereldwijd ruim boven de 50%
9. Verstedelijkingstempo = snelheid waarmee de verstedelijkingsgraad (per jaar) verandert (in %).

Slide 34 - Slide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Zelf aan de slag
Lees paragraaf 2.3
Maak de opdrachten 2 t/m 7 op blz. 76-78

Slide 35 - Slide

hoogte
warmer
nat, droog
Controle van begrip:
Noem een voordeel een nadeel van gebruik van mensendegten als demografische indicator.

Slide 36 - Open question

Antwoord 1: Breedteligging beïnvloedt de hoeveelheid zonnestraling die een gebied ontvangt. Gebieden dichter bij de evenaar (zuidelijke Verenigde Staten) ontvangen meer directe zonnestraling en zijn daarom warmer, terwijl gebieden verder van de evenaar (noordelijke Verenigde Staten) minder directe zonnestraling ontvangen en kouder zijn.
Antwoord 2: Hoogteligging beïnvloedt de temperatuur doordat de temperatuur gemiddeld met ongeveer 0,6°C daalt voor elke 100 meter stijging. In bergachtige gebieden zoals de Rocky Mountains betekent dit dat hogere delen koeler zijn dan de lagere delen.
Antwoord 3: Aanlandige wind brengt vochtige lucht van de zee naar het land, wat leidt tot meer neerslag en mildere temperaturen aan de westkust. Aflandige wind brengt droge lucht van het land naar de zee, wat resulteert in minder neerslag en grotere temperatuurschommelingen aan de oostkust.
Antwoord 4: De loefzijde van een berg is de kant waar de wind tegenaan waait en neerslag veroorzaakt doordat de lucht opstijgt en afkoelt. De lijzijde is de regenschaduwkant waar de lucht daalt en opwarmt, wat resulteert in minder neerslag en een droger klimaat.
Controle van begrip:
In welke fase van demografische transitie neemt de natuurlijke bevolkingsgroei het sterkst toe?

Slide 37 - Open question

Antwoord 1: Breedteligging beïnvloedt de hoeveelheid zonnestraling die een gebied ontvangt. Gebieden dichter bij de evenaar (zuidelijke Verenigde Staten) ontvangen meer directe zonnestraling en zijn daarom warmer, terwijl gebieden verder van de evenaar (noordelijke Verenigde Staten) minder directe zonnestraling ontvangen en kouder zijn.
Antwoord 2: Hoogteligging beïnvloedt de temperatuur doordat de temperatuur gemiddeld met ongeveer 0,6°C daalt voor elke 100 meter stijging. In bergachtige gebieden zoals de Rocky Mountains betekent dit dat hogere delen koeler zijn dan de lagere delen.
Antwoord 3: Aanlandige wind brengt vochtige lucht van de zee naar het land, wat leidt tot meer neerslag en mildere temperaturen aan de westkust. Aflandige wind brengt droge lucht van het land naar de zee, wat resulteert in minder neerslag en grotere temperatuurschommelingen aan de oostkust.
Antwoord 4: De loefzijde van een berg is de kant waar de wind tegenaan waait en neerslag veroorzaakt doordat de lucht opstijgt en afkoelt. De lijzijde is de regenschaduwkant waar de lucht daalt en opwarmt, wat resulteert in minder neerslag en een droger klimaat.
Controle van begrip:
Hoe zie je aan het bevolkingsdiagram van
Rusland dat dat land zich in fase 5 bevind?

Slide 38 - Open question

Antwoord 1: Breedteligging beïnvloedt de hoeveelheid zonnestraling die een gebied ontvangt. Gebieden dichter bij de evenaar (zuidelijke Verenigde Staten) ontvangen meer directe zonnestraling en zijn daarom warmer, terwijl gebieden verder van de evenaar (noordelijke Verenigde Staten) minder directe zonnestraling ontvangen en kouder zijn.
Antwoord 2: Hoogteligging beïnvloedt de temperatuur doordat de temperatuur gemiddeld met ongeveer 0,6°C daalt voor elke 100 meter stijging. In bergachtige gebieden zoals de Rocky Mountains betekent dit dat hogere delen koeler zijn dan de lagere delen.
Antwoord 3: Aanlandige wind brengt vochtige lucht van de zee naar het land, wat leidt tot meer neerslag en mildere temperaturen aan de westkust. Aflandige wind brengt droge lucht van het land naar de zee, wat resulteert in minder neerslag en grotere temperatuurschommelingen aan de oostkust.
Antwoord 4: De loefzijde van een berg is de kant waar de wind tegenaan waait en neerslag veroorzaakt doordat de lucht opstijgt en afkoelt. De lijzijde is de regenschaduwkant waar de lucht daalt en opwarmt, wat resulteert in minder neerslag en een droger klimaat.
Controle van begrip:
India heeft een relatief lage verstedelijkingsgraad. Toch heeft het land een paar heel grote steden. Leg uit hoe dit kan.

Slide 39 - Open question

Antwoord 1: Breedteligging beïnvloedt de hoeveelheid zonnestraling die een gebied ontvangt. Gebieden dichter bij de evenaar (zuidelijke Verenigde Staten) ontvangen meer directe zonnestraling en zijn daarom warmer, terwijl gebieden verder van de evenaar (noordelijke Verenigde Staten) minder directe zonnestraling ontvangen en kouder zijn.
Antwoord 2: Hoogteligging beïnvloedt de temperatuur doordat de temperatuur gemiddeld met ongeveer 0,6°C daalt voor elke 100 meter stijging. In bergachtige gebieden zoals de Rocky Mountains betekent dit dat hogere delen koeler zijn dan de lagere delen.
Antwoord 3: Aanlandige wind brengt vochtige lucht van de zee naar het land, wat leidt tot meer neerslag en mildere temperaturen aan de westkust. Aflandige wind brengt droge lucht van het land naar de zee, wat resulteert in minder neerslag en grotere temperatuurschommelingen aan de oostkust.
Antwoord 4: De loefzijde van een berg is de kant waar de wind tegenaan waait en neerslag veroorzaakt doordat de lucht opstijgt en afkoelt. De lijzijde is de regenschaduwkant waar de lucht daalt en opwarmt, wat resulteert in minder neerslag en een droger klimaat.
Zelf aan de slag
● Bevolkingsgroei. De wereld telde eind 2022 ongeveer ____ miljard mensen. De wereldwijde bevolkingsgroei was toen 1,1% en er kwamen elke dag zo’n 227.000 mensen bij. In 2080 zal de bevolking naar verwachting uit _______ miljard mensen bestaan. De bevolkingsgroei verschilt wel per continent, gebied en land.
● Bevolkingsontwikkeling: _______________ bevolkingsgroei en _______________  bevolkingsgroei.
Natuurlijke bevolkingsgroei: ___________________ en sterftecijfer (figuur 2.29).
Sociale bevolkingsgroei: saldo van ___________________ en emigratie (figuur 2.30).
● Daarnaast kun je ook de bevolkingsontwikkeling in een land beschrijven met: vruchtbaarheidscijfer, _____________ _________     ______________  en de kindersterfte.
Vruchtbaarheidscijfer: het aantal levendgeborenen per jaar per duizend vrouwen van 15 tot 50 jaar.
__________________________: aantal kinderen dat vóór hun vijfde verjaardag is overleden (in % of ‰).

Slide 40 - Slide

vochtige, droge
milder
lagere
Zelf aan de slag
De leeftijdsopbouw van de bevolking van een land of gebied wordt afgebeeld in een _________________diagram. Er zijn drie basismodellen: een __________vorm, een granaatvorm en
een ui/urnvorm .
● Demografische druk: verhouding tussen het economisch niet-productieve deel van de bevolking en het economisch productieve deel.
● __________________ : aandeel van de groep mensen die 65 jaar en ouder is neemt toe.
_________________: aandeel van jongeren onder de 15 jaar neemt af.

Slide 41 - Slide

meer
kouder
barrière
Zelf aan de slag
Demografische ______________: model voor de natuurlijke bevolkingsgroei op basis van waarnemingen in welvarende landen. Het laat een demografische ___________ (overgang) zien van een hoog (schommelend) geboorte- en ________cijfer naar een laag (stabiel) geboorte- en __________cijfer.
● West-Europese landen hebben deze demografische transitie doorlopen en zitten in fase ____ of _____. Ook enkele Oost-Europese landen hebben de transitie inmiddels ook voltooid en hebben al een klein sterfteoverschot.


Slide 42 - Slide

meer
kouder
barrière
Zelf aan de slag
Bevolkings____________ gaat over waar mensen wonen.
● Bevolkings_____________ is een indicator hiervoor.
● De _____________________ (urbanisatiegraad) is ook een indicator voor waar mensen wonen.
● Ook het ________________tempo is een indicator.

Slide 43 - Slide

meer
kouder
barrière
     Kleine afsluiting
bevolkingsgroei (natuurlijke/sociale)
vruchtbaarcijfer
kindersterfte
bevolkingsdiagram
demografische transitiemodel
bevolkingspreding
bevolkingsdichtheid
urbanisatiegraad en tempo


Slide 44 - Slide

Kleine lesafsluiting (5 min) 

Docent controleert begrip door opdrachten of vragen die de begrippen en vaardigheden van het lesdoel toetsen.

Leerlingen werken zelfstandig of in een groepje aan opdrachten, kunnen vragen stellen aan de docent maar werken grotendeels zelfstandig.

Controle van begrip vragen
(Aan)tekeningen
Tekening 1.
(...)
Tekening 2.
(...)
Tekening 3.
(...)

Slide 45 - Slide

Zelfstandige verwerking (10 min)
Zelfstandig verwerken (ik → jij) 10 min. Docent laat leerlingen zelfstandig werken aan de eindopdracht of een debatstelling, beschikbaar voor hulp indien nodig.

Werken aan eindopdracht, zelfstandig of in groepen 

     Grote afsluiting
Wij leren hoe kun je de wereld beschrijven, analyseren en in gebieden indelen aan de hand van demografische kenmerken en de bijbehorende indicatoren.

Wij kijken naar waar en waarom mensen wonen.

Slide 46 - Slide

Grote lesafsluiting (5 min)

De grote lesafsluiting vindt plaats aan het eind van de les, na de zelfstandige verwerking. Controleer begrip en werkhouding.

Leerlingen geven feedback over wat ze hebben geleerd en reflecteren op hun werkhouding.

Reflectiegesprek, leerlingen geven elkaar feedback
retrieval practice
https://quizlet.com/nl/716554380/vwo-5-globalisering-flash-cards/?i=1fo1jg&x=1jqt

Slide 47 - Slide

Retrieval practice (10 min)
Docent geeft de leerlingen de tijd om zelf te oefenen met de lesstof en biedt ondersteuning indien nodig.

Leerlingen oefenen zelf met de lesstof door begrippen te oefenen met Quizlet, flashcards te maken en zichzelf te overhoren of topografie spellen online te doen.

Quizlet, flashcards maken, zichzelf overhoren, topografie spellen online
 Vraag 1
(R) 1 punt

In sommige delen van de wereld is de krimp van de bevolking al ingezet. Velen maken zich hierover grote zorgen.

Geef de naam van een continent waar nu nog geen sprake is van een toekomstige krimp van de bevolking.

Slide 48 - Slide

Breedteligging: Invloed op zonnestraling en temperatuur, waardoor gebieden dichter bij de evenaar warmer zijn.<br>- Hoogteligging: Invloed op temperatuur, met lagere temperaturen op grotere hoogten.
Vraag 2 
(T1) 2 punten

Verklaar waarom een dalend vruchtbaarheidscijfer op lange termijn kan leiden tot een krimp van de bevolking.

Je antwoord moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.

Slide 49 - Slide

Aanlandige wind: Brengt vochtige lucht van de zee naar het land, wat leidt tot meer neerslag en mildere temperaturen.

Aflandige wind: Brengt droge lucht van het land naar de zee, wat resulteert in minder neerslag en grotere temperatuurschommelingen.<br>Uitleg: Aan de westkust zorgen aanlandige winden voor meer neerslag en mildere temperaturen, terwijl aan de oostkust aflandige winden droger en extremer weer kunnen veroorzaken.
Vraag 3 
(T2) 1 punt

Zelfs als het vruchtbaarheidscijfer laag zou blijven, is het niet uitgesloten dat de bevolking van een land groeit.

Geef daarvoor een verklaring vanuit de demografische dimensie.

Slide 50 - Slide

Zelfstandige verwerking (10 min)
Zelfstandig verwerken (ik → jij) 10 min. Docent laat leerlingen zelfstandig werken aan de eindopdracht of een debatstelling, beschikbaar voor hulp indien nodig.

Werken aan eindopdracht, zelfstandig of in groepen 

Vraag 4 
(T1) 4 punten

Geef de naam van het juiste land bij elk bevolkingsdiagram.
Kies uit: Laos – Maleisië – Singapore;

Geef een verklaring voor je keuze.


Slide 51 - Slide

barrière, loef, lij
Vraag 4 
(T1) 3 punten

Geef voor elk land aan of de bevolkingssamenstelling zoals weergegeven in bevolkingsdiagramen, ook terug te zien is in de beroepsbevolking van de drie landen in bron met beroepsbevolking;
Geef uitleg van je antwoord.


Slide 52 - Slide

barrière, loef, lij
Atnwoorden

Slide 53 - Slide

This item has no instructions

Slide 54 - Video

This item has no instructions