2TOP H3.2 Lezen

2TOP Lezen H2.2 (havo/ vwo)
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

2TOP Lezen H2.2 (havo/ vwo)

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Betogende tekst

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Theorie (betogende tekst)
Tekstdoel:  Overtuigen
Tekstsoort: Betogende tekst
Tekstvorm: opiniestuk, beoordeling, recensie, ingezonden brief

'Betogen' = 'met bewijzen aantonen'

Schrijver geeft zijn mening en onderbouwt die met argumenten. 
Schrijver wil dat jij als lezer de mening gaat overnemen. 



Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Theorie (betogende tekst)
Veel betogende teksten hebben een driedeling:
1.         Inleiding (onderwerp noemen en mening geven)
2.        Kern         (argumenten)
3.        Slot           (conclusie of samenvatting)


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Noem betogende tekstvormen.

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Slide 6 - Link

Link naar Volkskrant ingezonden brieven. 

Slide 7 - Link

Link naar Volkskrant opinie
Functie inleiding van een
betogende tekst?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Functie kern van een
betogende tekst?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Functie slot van een
betogende tekst?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Oefenopdracht
Lees de inleiding van de column op de volgende dia. 

Wat is de mening?
Wat is de functie van de inleiding?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Link

This item has no instructions

Theorie (argumenten)
Argument = 
Informatie waarmee de schrijver wil bewijzen dat hij gelijk heeft

Kan een mening, maar ook een feit zijn. 

Hoe geloofwaardiger een argument is, hoe overtuigender je betoog is. 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Noteer de twee argumenten uit de alinea.

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Kritisch lezen (alleen vwo)
Leesstrategieën:
1. Verkennend lezen
2. Nauwkeurig lezen
3. Zoekend lezen
4. Studerend lezen
5. Kritisch lezen

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Kritisch lezen (alleen vwo)

Stel jezelf altijd beoordelende vragen.: 
- Is de schrijver deskundig? 
- Is de informatie waar? 
 Bij een betoog kijk je naar de argumenten:
1. feit: Is het waar? Is dit onderzocht? Is dit echt zo gebeurd? 

2. Mening: Vind ik dit ook? Hoe waarschijnlijk is dit? Is dit overtuigend? 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Verwijswoorden
Verwijzen naar iets wat eerder is genoemd of iets wat nog moet komen. 
Wil je weten waar iets naar verwijst? Stel dan vragen die beginnen met wat, wie, waar, welke of een ander vraagwoord.

(opdracht 8 havo/ opdracht 9 vwo)

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Tekstverbanden
Oorzaak/ gevolg:
Je spreekt van een oorzaak als het niet door de mens zelf komt. Het ligt dus niet aan jezelf, maar aan iets waar je zelf niets aan kunt doen.

- Signaalwoorden: doordat, zodat, daardoor, waardoor, met als gevolg, etc. 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Tekstverbanden
Voorbeeld oorzaak/ gevolg:

Er brak brand uit in het stadion, waardoor de wedstrijd niet kon doorgaan. 

Het heeft deze winter nauwelijks gevroren. Hierdoor zijn er dit voorjaar heel veel insecten. 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions