H3.2 2A Begrijpend lezen Deel 1

H3.2 2A Deel 1
Betogende tekst
Argument
Tegenargument

1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H3.2 2A Deel 1
Betogende tekst
Argument
Tegenargument

Slide 1 - Slide

Betogende tekst

Slide 2 - Mind map

Theorie (betogende tekst)
= Een tekstsoort
Hierin staat de mening van de schrijver + argumenten.
Zijn doel is om de lezer te overtuigen van zijn mening. 
'Betogen' = 'met bewijzen aantonen'
Veel betogende teksten hebben een driedeling:
1.         Inleiding (onderwerp noemen en mening geven)
2.        Kern         (argumenten)
3.        Slot           (conclusie of samenvatting)


Slide 3 - Slide

Noem betogende tekstvormen.

Slide 4 - Open question

Functie inleiding van een
betogende tekst?

Slide 5 - Open question

Functie kern van een
betogende tekst?

Slide 6 - Open question

Functie slot van een
betogende tekst?

Slide 7 - Open question

Argumenten

Slide 8 - Mind map

Theorie (argument en tegenargument)
Argument = informatie waarmee de schrijver wil bewijzen dat hij gelijk heeft
Kan een mening, maar ook een feit zijn. 
Hoe geloofwaardiger een argument is, hoe overtuigender je betoog is. 

Met een tegenargument probeert de schrijver een eerder genoemd argument te weerleggen.

Slide 9 - Slide

Wat is het tegenargument van het voorbeeld: Als kinderen al vroeg gaan drinken, hebben volgens mij de ouders de schuld. Vaak hoor je dan: maar ouders kunnen kinderen toch niet 24/7 in de gaten houden?
Dat is waar, maar ze kunnen wel goede afspraken maken. Veel kinderen kunnen zich daaraan houden, ook als hun ouders niet in de buurt zijn.

Slide 10 - Open question

En nu werken jullie!
H3.2 Opdr. 3-4-5-7

Slide 11 - Slide