Tijdvak 1 herhalen

Herhaling tijdvak 1
Toets: Rechtsstaat en Democratie 1.1-1.4
+ Tijdvak 1 t/m 4
SE

PO deadline vrijdag 13 juni 23.59 uur
1 / 35
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhaling tijdvak 1
Toets: Rechtsstaat en Democratie 1.1-1.4
+ Tijdvak 1 t/m 4
SE

PO deadline vrijdag 13 juni 23.59 uur

Slide 1 - Slide

Herhaling tijdvak 1
1.1 Het leven van jager-verzamelaars
1.2 De opkomst van de landbouw
1.3 De eerste steden

Pak je spullen! 
Laptop dicht op tafel
Aantekeningenschrift open op tafel

Slide 2 - Slide

Deze les
Oefenen toetsvraag

Vragen + korte uitleg paragraaf 1.1 t/m 1.3

Verwerkingsopdracht

Slide 3 - Slide

Oefenen toetsvraag
Een bewering: Veel prehistorische culturen worden gedateerd aan de hand van potscherven. Deze culturen zijn bijna nooit culturen van jagers en verzamelaars, maar vrijwel altijd van boeren.

Ondersteun deze bewering door:
  • Een reden te noemen waarom vaak juist potscherven gebruikt worden voor deze dateringen (1 punt) en
  • aan te geven dat het hierbij (vrijwel altijd) gaat om boerensamenlevingen (1 punt).

Schrijf je antwoord op in je schrift!

Slide 4 - Slide

Oefenen toetsvraag
a. Een reden te noemen waarom vaak juist potscherven gebruikt worden voor deze dateringen (1 punt)

  • Potscherven blijven lang bestaan/vergaan niet snel.
  • Potscherven vormen soms de enige overblijfselen van een schriftloze cultuur.
  • Voorwerpen van aardewerk zijn veelvoorkomende gebruiksvoorwerpen.

Slide 5 - Slide

Oefenen toetsvraag
b. aan te geven dat het hierbij (vrijwel altijd) gaat om boerensamenlevingen (1 punt). 

  • Voor het maken en gebruiken van potten is een sedentaire leefstijl (op 1 plek wonen) nodig (bij nomadische leefstijl zijn potten onhandig i.v.m. de tijdelijke woonplaatsen). En dus gaat het om boerensamenlevingen. 
  • Nb. Geen tijd voor potten maken is niet goed.

Slide 6 - Slide

Hoe heb jij je voorbereid op deze herhalingsles?
Niet
Doorheen gescrold met m'n ogen
De paragrafen doorgenomen en de LessonUps vluchtig bekeken
Alles goed doorgenomen

Slide 7 - Poll

Op welke bronnen is onze kennis van de prehistorie gebaseerd? En wat maakt het lastig om er iets over te zeggen?

Slide 8 - Open question

Bronnen uit de prehistorie
Prehistorie = voorgeschiedenis (tot +/- 3000 v Chr, ontstaan v/h schrift in Midden Oosten)

Bronnen zijn rotstekeningen, botresten, potscherven, voetafdrukken --> bestudeerd door archeologen --> maar daaruit blijkt vaak niet wat ze dachten 

Slide 9 - Slide

Waarom is prehistorie eigenlijk maar een rare term?

Slide 10 - Open question

Hoe leefden de jagers en verzamelaars?

Slide 11 - Open question

Hoe leefden de jager-verzamelaars?
  • De eerste mensen waren jager-verzamelaars die leefden van jacht, wilde vruchten en noten.
  • De jager-verzamelaars waren nomaden, dus mensen die van de ene plek naar de andere plek trokken en geen vaste verblijfplaats hadden.
  • Waarom? Grote/kleine groepen?

Slide 12 - Slide

Hoe leefden de jager-verzamelaars?
Nomaden: 
1. voedsel op, dan verder trekken. 
2. Weinig bezit, want alles moet je meesjouwen
3. Kleine groepen

Taakverdeling: man en vrouw
Mannen jagen, vrouwen zorgen en verzamelen vruchten en noten




Slide 13 - Slide

Werktuigen

Alleen grove werktuigen, zoals stenen bijlen zonder steel. 

Vanaf 50.000 v.C. ingewikkeldere werktuigen: visnetten van plantenvezels, weerhaakjes van been en wapens met meerdere onderdelen (pijl en bogen) 

Slide 14 - Slide

Juist
Onjuist
Alles uit het verleden kan als bron dienen.
De prehistorie is de tijd van jagers en boeren.
Onze kennis van de prehistorie is gebaseerd op ongeschreven bronnen.
Over de leefwijze van de jager-verzamelaars is minder bekend dan over hun denkwijze.
Over individuele mensen en gebeurtenissen in de prehistorie is weinig bekend.
Voor archeologen zijn teksten de belangrijkste bron van kennis.

Slide 15 - Drag question

Juist
Onjuist
Alle mensen leefden tot 9000 v.C. van jagen en verzamelen.
Mannen hielden zich bezig met de jacht en strijd tegen wilde dieren en andere mensen.
Jager-verzamelaars zijn nomaden met een vaste woonplaats.
Jager-verzamelaars hadden veel bezittingen.
Jager-verzamelaars hadden vaak een basiskamp van waaruit ze op pad gingen.
Jager-verzamelaars leefden in groepen van enkele honderden mensen.
Vrouwen zorgden voor de kinderen en verzamelden plantaardig voedsel.
Werktuigen van jager-verzamelaars waren eerst grof en later ingewikkelder

Slide 16 - Drag question

Gedachten en kunst
Jagers-verzamelaars gebruikten ook kunst om hun gedachten te uitten. Vanaf 30.000 v.C. zijn er kunstige bronnen gevonden.

 Wat de kunst precies betekende weten we niet, maar er wordt wel gedacht dat er een betekenis achter zit. Bijvoorbeeld om goden tevreden te stellen of om vruchtbaarheid te bevorderen. De kunst laat zien dat de cultuur ingewikkelder werd. Men ging denken in symbolen.

Slide 17 - Slide

1.2 De opkomst van de landbouw

Slide 18 - Slide

Waar ontstond de eerste vormen van landbouw en wanneer ongeveer?

Slide 19 - Open question

Ontstaan landbouw
(+/- 9000 v. Chr)
Vruchtbare halve maan,
nu Midden Oosten (Israël - Irak)

Ontdekking dat korrels en vruchten nieuwe planten opleverden

9000 v. Chr. ontstaan akkerbouw
8000 v. Chr. ontstaan veeteelt


Slide 20 - Slide


Noem twee grote verschillen tussen de levensstijl van de jagers/verzamelaars en de eerste boeren

Slide 21 - Open question

Jager-verzamelaars

Rondtrekkende nomaden

Kleine groepen

Weinig bezit

Weinig verschil tussen mensen
Boeren

Sedentaire dorpen (op 1 plek)

Grote(re) groepen

Meer bezit

Groeiend verschil tussen mensen

Slide 22 - Slide

Noem twee oorzaken van de landbouwrevolutie

Slide 23 - Open question

Oorzaken van de landbouwrevolutie
Klimaatverandering aan het eind van een ijstijd. 
--> Delen van Europa werden geschikter voor landbouw

Maar ook: veel wilde dieren waarop werd gejaagd verdwenen, terwijl andere dieren (en planten) werden gedomesticeerd (in dienst van de mens 'aanpassen') 

Dat leverde nog meer op ook! Naast vlees ook melk, wol, leer en mest

Slide 24 - Slide

1.3 De eerste steden

Slide 25 - Slide

Waar, wanneer en hoe ontstonden de eerste steden?

Slide 26 - Open question

De eerste steden
+/- 4000-2000 v Chr in Mesopotamië

Stad: van het platteland afgescheiden plaats met veel bewoners, waarvan de meesten niet leven van de landbouw

Stad met pakhuizen, tempels en  bestuursgebouwen --> centralisatie

Mogelijk door landbouwoverschotten

Slide 27 - Slide

1.3 De eerste steden

Slide 28 - Slide

Hoe ontstond er een elite in de steden?

Slide 29 - Open question

Het ontstaan van een elite
Niet iedereen hoefde meer boer te zijn --> gespecialiseerde beroepen zoals
  • Ambachtslieden (mensen die met de hand iets maken)
  • Militairen
  • Priesters
  • Handelaren

Stelsel van dijken, dammen en kanalen (irrigatie) --> een elite ontstond die hieraan leiding gaf

Slide 30 - Slide

Hoe vergrootte de ontwikkeling van eerst dorpen en daarna steden de sociale ongelijkheid?

Slide 31 - Open question

Waarom werd het schrift uitgevonden?
timer
3:00

Slide 32 - Open question

Schrift
De Soemeriërs vonden in de jaren 3300-2900 v.C. het schrift uit. Het was een gevolg van de ingewikkelde organisatie die nodig was voor het besturen van de steden. 

Met het schrift hielden ambtenaren bijvoorbeeld bij hoeveel producten boeren geleverd hadden.

)

Slide 33 - Slide

Aan de slag!
Wat: Historische sudoku tijdvak 1
Waarom: Verwerken stof, toets 
Hoe: Duo's (zachtjes overleggen)
Hulp: Boeken, docent
Tijd: Rest van de les
Klaar: Maak opdracht 1 t/m 4 van bladzijde 14/15 uit je werkboek
Uitkomst: opdrachten werkboek checken via Teams
Optie: doe het andersom, dus eerst opdrachten daarna sudoku

Slide 34 - Slide

Aan de slag!
Wat: Opdracht 1 t/m 4 (pagina 14/15)
Waarom: Verwerken stof, toets 
Hoe: Alleen of in duo's (zachtjes overleggen)
Hulp: Boeken, docent
Tijd: 15 minuten
Klaar: Laat het weten --> akkoord --> a/d slag met je PO (13 juni)
Uitkomst: opdrachten werkboek checken via Teams

Slide 35 - Slide