ACT 5 ONDERWEG

ACT 5 ONDERWEG
ACTIVITEIT 5
ONDERWEG
1 / 27
next
Slide 1: Slide
WOLager onderwijs

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

ACT 5 ONDERWEG
ACTIVITEIT 5
ONDERWEG

Slide 1 - Slide

geen Chromebook nodig

Slide 2 - Video

This item has no instructions

Majid is al heel lang onderweg en hij verlangt er ook erg naar om terug thuis te zijn. Alleen heeft hij misschien de pech dat zijn thuis niet meer bestaat.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Link

• Hoe oud was Majid toen hij moest vluchten? (vijf jaar)
• Waarvoor moest hij vluchten? (de oorlog in zijn stad)
• Hoe is hij gevlucht? (met de boot en te voet)
• Hoe voelde hij zich en waarom? (triest, omdat zijn mama en zijn
broertjes achterbleven)
• Wanneer kan Majid weer naar huis? (Dat weet niemand.)
We leren meer over wat het is om een vluchteling te zijn.
We leren waarom mensen vluchten.
We leren welke gevolgen dat vluchten heeft.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

koffers met een verhaal
p.17+18
Klaar? p.19

Slide 6 - Slide

Vertel dat elke koffer van iemand is die onderweg is
geweest. Met behulp van de inhoud van de koffers kunnen de leerlingen
de vragen in de werkbundel oplossen.
Vertel dat ze de teksten goed moeten lezen. Ze zullen straks hun mening
over de teksten moeten delen met de klas.
Verdeel de klas in zes heterogene groepjes (sterke en zwakke lezers). Elke
groep kiest een koffer om mee te starten. Na vijf minuten geef je een
signaal waarop de groepen doorschuiven naar de volgende koffer. Per
koffer lossen ze de vragen in de werkbundel op.
Wat is een immigrant?

A
Iemand die als nieuwe inwoner in een land komt wonen.
B
Iemand die zijn eigen land verlaat om in een ander land te gaan wonen.

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet iemand die zijn eigen land verlaat om in een ander land te gaan wonen?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

IMMIGRANT

Iemand die als nieuwe inwoner in een land komt wonen.
EMIGRANT

Iemand die zijn eigen land verlaat om in een ander land te gaan wonen.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Waarom migreren
sommige mensen?

Slide 10 - Mind map

This item has no instructions

Emigreren mensen uit België ook?
Ja
Nee

Slide 11 - Poll

This item has no instructions

Wat is een vluchteling?
A
Iemand die als nieuwe inwoner in een land komt wonen.
B
Iemand die zijn eigen land verlaat om in een ander land te gaan wonen.
C
Iemand die zijn eigen land verlaat om een veilige plek te zoeken.
D
Iemand die op vakantie gaat naar een ander land

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Waarom vluchten mensen?

Slide 13 - Open question

oorlog, vervolging, armoede, klimaat, ... 
Wat is een mensensmokkelaar?
A
Iemand die met mensen op vakantie gaat.
B
Iemand die met mensen naar het buitenland gaat.
C
Iemand die in het geheim vluchtelingen naar Europa brengt in ruil voor veel geld.
D
Iemand die mensen stiekem meeneemt om samen te leven.

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Mag je in België een eigen mening hebben?
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quiz

Ja, je hebt zelfs als kind al het recht op een eigen mening. 
Mag je alles zomaar doen met je eigen mening?
A
Ja
B
nee

Slide 16 - Quiz

Nee, je moet je nog steeds aan de wet houden, maar je mag ander over de dingen denken. Je mag je eigen mening hebben en je mag die uiten zonder dat men je daarvoor straft. 
Waar vangt men vluchtelingen
op die in België aankomen, zoals Wallid?

Slide 17 - Open question

in een asielcentrum
p. 20

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

STELLINGEN SPEL
akkoord                                 niet akkoord

Slide 19 - Slide

1 Vluchtelingen moeten geholpen worden.
2 Iemand die hier wil blijven wonen, moet onze taal leren.
3 Het kost veel geld om vluchtelingen te helpen.
4 Migranten zijn welkom.
5 Ik mag overal naartoe emigreren.
6 Nieuwe inwoners moeten zich aanpassen aan de wetten en de
gewoontes van een land.
7 Iedereen is mens en heeft recht op veiligheid en liefde.
Vluchtelingen moeten geholpen worden.
akkoord                                 niet akkoord

Slide 20 - Slide

1 Vluchtelingen moeten geholpen worden.
2 Iemand die hier wil blijven wonen, moet onze taal leren.
3 Het kost veel geld om vluchtelingen te helpen.
4 Migranten zijn welkom.
5 Ik mag overal naartoe emigreren.
6 Nieuwe inwoners moeten zich aanpassen aan de wetten en de
gewoontes van een land.
7 Iedereen is mens en heeft recht op veiligheid en liefde.
Iemand die hier wil blijven wonen, moet onze taal leren.
akkoord                                 niet akkoord

Slide 21 - Slide

3 Het kost veel geld om vluchtelingen te helpen.
4 Migranten zijn welkom.
5 Ik mag overal naartoe emigreren.
6 Nieuwe inwoners moeten zich aanpassen aan de wetten en de
gewoontes van een land.
7 Iedereen is mens en heeft recht op veiligheid en liefde.
Immigranten zijn welkom.
akkoord                                 niet akkoord

Slide 22 - Slide

3 Het kost veel geld om vluchtelingen te helpen.
4 Migranten zijn welkom.
5 Ik mag overal naartoe emigreren.
6 Nieuwe inwoners moeten zich aanpassen aan de wetten en de
gewoontes van een land.
7 Iedereen is mens en heeft recht op veiligheid en liefde.
Ik mag overal naartoe emigreren.
akkoord                                 niet akkoord

Slide 23 - Slide


5 Ik mag overal naartoe emigreren.
6 Nieuwe inwoners moeten zich aanpassen aan de wetten en de
gewoontes van een land.
7 Iedereen is mens en heeft recht op veiligheid en liefde.
Nieuwe inwoners moeten zich aanpassen aan de gewoonten van het land.
akkoord                                 niet akkoord

Slide 24 - Slide


5 Ik mag overal naartoe emigreren.
6 Nieuwe inwoners moeten zich aanpassen aan de wetten en de
gewoontes van een land.
7 Iedereen is mens en heeft recht op veiligheid en liefde.
Iedereen is mens en heeft recht op veiligheid en liefde.
akkoord                                 niet akkoord

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

p. 20

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

 p.6

Slide 27 - Slide

This item has no instructions