KGT Les 2 Dieren

3.2 Dieren
1 / 12
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3.2 Dieren

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
3.2.3 Je kunt bij dieren verschillende vormen van symmetrie beschrijven.

3.2.4 Je kunt bij dieren verschillende typen skelet beschrijven.

3.2.5 Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van zes groepen dieren.

Slide 2 - Slide

Dieren

Rijk: dieren

Cellen: hebben alleen een celkern

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Symmetrie
tweezijdige-veelzijdig-niet symmetrisch

Skelet
uitwendig-inwendig-geen skelet

Slide 5 - Slide

Sponzen
Niet symmetrisch

Inwendig skelet ( stevige hoornvezels tussen de cellen)

Leven op de bodem van de zee

Slide 6 - Slide

Neteldieren
Veelzijdig symetrisch

Meestal geen skelet

Leven in het water. Vangen hun prooi met tentakels (vangarmen).
Denk aan kwallen en zeeanemonen.

Slide 7 - Slide

Weekdieren
Tweezijdig symmetrisch

Skelet uitwendig (denk aan het huisje).

Denk aan mosselen, slakken, inktvissen en naaktslakken.

Slide 8 - Slide

Stekelhuidigen
Veelzijdig symmetrisch

Inwendig skelet van kalk

Leven op de bodem van de zee en hun huid zijn bedekt met stekels of knobbels.

Slide 9 - Slide

Geleedpotigen
Tweezijdig symmetrisch.

Uitwendig skelet (pantser).

Denk aan insecten, kreeftachtige, spinnen en duizendpoten.

Slide 10 - Slide

Gewervelde
Tweezijdig symmetrisch

Inwendig skelet (met wervelkolom).

Slide 11 - Slide

Vertakkingsschema's
De zes groepen dieren kun je verder indelen in kleinere groepen, die je weer kunt indelen in nog kleinere groepen, tot je bij een soort komt.
Een soort kun je niet verder indelen.

De indeling van organismen in steeds kleinere groepen kun je weergeven in een vertakkingsschema. 

Voorbeeld: vertakkingsschema van geleedpotigen.

Slide 12 - Slide