Lees mee les 4 Oost, West, thuis best (2 lessen)

Lees mee les 5 
Oost, West, thuis best
1 / 50
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lees mee les 5 
Oost, West, thuis best

Slide 1 - Slide

  • Zomerschool
  • Site van het Johan de Witt
  • Aanbod
  • Brede school

  • Zomer College 
  • - Klik hier om in te schrijven
Nederlands - lezen
Les 4: Oost west, thuis best!
Pak je boeken erbij 
Werkboek blz. 36
Tekstenboek blz. 16


Slide 2 - Slide

  • Zomerschool
  • Site van het Johan de Witt
  • Aanbod
  • Brede school

  • Zomer College 
  • - Klik hier om in te schrijven
Doel van deze les.
Na les 1:
Kan ik verschillende soorten huizen  noemen.
Kan ik vertellen waar huizen van worden gemaakt.
Kan ik het onderwerp van de tekst opschrijven.


Na les 2:
Kan ik een voorbeeld geven van een verwijswoord.
Kan ik 5 uitdrukkingen/spreekwoorden geven.




Slide 3 - Slide

Wat weten jullie al?
Voorkennis activeren

Slide 4 - Slide

3, 2 ,1 start
Maak opdracht 1 A & B
timer
5:00

Slide 5 - Slide

Soorten huizen

Slide 6 - Mind map


A
de boomhut
B
de boerderij
C
de caravan
D
het landhuis

Slide 7 - Quiz


A
de boomhut
B
de woonboot
C
de caravan
D
het landhuis

Slide 8 - Quiz


A
het grachtenpand
B
het huurhuis
C
de caravan
D
het paleis

Slide 9 - Quiz


A
het grachtenpand
B
de flat
C
het landhuis
D
het paleis

Slide 10 - Quiz


A
het grachtenpand
B
het landhuis
C
de woonboot
D
het rijtjeshuis

Slide 11 - Quiz


A
het huurhuis
B
twee-onder-een-kapwoning
C
de recreatiewoning
D
het landhuis

Slide 12 - Quiz


A
de boomhut
B
de boerderij
C
twee-onder-een-kapwoning
D
de woonboot

Slide 13 - Quiz


A
de recreatiewoning
B
het paleis
C
het rijtjeshuis
D
de woonboot

Slide 14 - Quiz


A
het rijtjeshuis
B
de tent
C
de woonboot
D
de recreatiewoning

Slide 15 - Quiz


A
het rijtjeshuis
B
twee-onder-een-kapwoning
C
de woonboot
D
het paleis

Slide 16 - Quiz


A
de tent
B
het paleis
C
het landhuis
D
de woonboot

Slide 17 - Quiz


A
de woonboot
B
de caravan
C
de tent
D
het paleis

Slide 18 - Quiz

verschillende soorten woningen:
schrijf ze in je woordenschat schrift
het flatgebouw
de rijtjeshuizen
het huurhuis
het koophuis
het grachtenpand
de boerderij
de recreatie woningen

Slide 19 - Slide

verschillende materialen: schrijf ze in je woordenschat schrift
het beton
de houten plank
de berg zand
het ijzer
de baksteen
de plastic fles

Slide 20 - Slide

Wat is het onderwerp tekst 4A?
timer
1:00

Slide 21 - Open question

Lees tekst 4A nu helemaal
timer
4:00

Slide 22 - Slide

Instructie
Opdracht 5
Herhalen
  • synoniemen
  • omschrijvingen
  • tegenstellingen

Nieuw (volgende les)
  • Uitdrukkingen gezegdes en spreekwoorden
  • Verwijswoorden

Slide 23 - Slide

Herhalen

Slide 24 - Slide

Wat is de tegenstelling van 'het verleden'?

Slide 25 - Open question

De tegenstelling van gewoon is .......
A
speciaal
B
normaal
C
D
gangbaar

Slide 26 - Quiz

Het drinken is lekker ....
Synoniem: lekker koud

Slide 27 - Open question

Wat is een synoniem woord voor prullenbak?

Slide 28 - Open question

Aan het werk
Begin met opdracht 1 t/m 9. 

De uitleg over verwijswoorden en uitdrukkingen komt donderdag.
Weektaak

Slide 29 - Slide

  • Zomerschool
  • Site van het Johan de Witt
  • Aanbod
  • Brede school

  • Zomer College 
  • - Klik hier om in te schrijven
Doel van deze les.
Na les 1:
Kan ik verschillende soorten huizen  noemen. ✔️
Kan ik vertellen waar huizen van worden gemaakt.✔️
Kan ik het onderwerp van de tekst opschrijven.✔️


Na les 2:
Kan ik een voorbeeld geven van een verwijswoord.
Kan ik 5 uitdrukkingen/spreekwoorden geven.




Slide 30 - Slide

Lees mee les 5 
Oost, West, thuis best

Deel 2

Slide 31 - Slide

  • Zomerschool
  • Site van het Johan de Witt
  • Aanbod
  • Brede school

  • Zomer College 
  • - Klik hier om in te schrijven
Nederlands - lezen
Les 4: Oost west, thuis best!
Pak je boeken erbij 
Werkboek blz. 36
Tekstenboek blz. 16


Slide 32 - Slide

Hoe heet deze woning
A
de caravan
B
het vakantiehuisje
C
de recreatie woning
D
de SUV

Slide 33 - Quiz

Wat zie je hier
A
de caravan
B
de flats
C
het paleis
D
de rijtjeshuizen

Slide 34 - Quiz

  • Zomerschool
  • Site van het Johan de Witt
  • Aanbod
  • Brede school

  • Zomer College 
  • - Klik hier om in te schrijven
Doel van deze les.
Na les 1:
Kan ik verschillende soorten huizen  noemen.
Kan ik vertellen waar huizen van worden gemaakt.
Kan ik het onderwerp van de tekst opschrijven.


Na les 2:
Kan ik een voorbeeld geven van een verwijswoord.
Kan ik 5 uitdrukkingen/spreekwoorden geven.




Slide 35 - Slide

Verwijswoorden
Buiten schijnt de zon, daar is het lekker warm.
Daar = buiten. Vraagwoord Waar?

De kat ligt in de zon, ze is tevreden
Ze=de kat. Vraagwoord Wie?


Slide 36 - Slide

Wat is een uitdrukking?
Uitdrukking, gezegde, spreekwoord ... een vaste groep woorden met een figuurlijke betekenis. 

Bijvoorbeeld: Na regen komt zonneschijn.
Betekenis: Na iets vervelends, komt iets goeds. 

Slide 37 - Slide

Wat betekent de uitdrukking 'oost west, thuis best'?

Slide 38 - Open question

Wat betekent de uitdrukking 'twee vliegen in 1 klap slaan'?

Slide 39 - Open question

Wat betekent de uitdrukking 'Aan de slag gaan'?
Voorbeeld: De leerlingen gaan aan de slag met de oefening.

Slide 40 - Open question

Wat betekent de uitdrukking 'vele handen maken licht werk'

Slide 41 - Open question

Wat betekent 'ergens kind aan huis zijn'
A
Veel kinderen hebben
B
Ergens vaak komen
C
Bij je ouders wonen

Slide 42 - Quiz

Wat betekent 'een echte huismus zijn'
A
Vogels in je huis hebben
B
Een groot huis hebben
C
Het fijn vinden om thuis te zijn

Slide 43 - Quiz

Wat betekent 'veel in huis hebben'
A
Veel kunnen, veel talent hebben
B
Veel kamers hebben
C
Veel kinderen hebben

Slide 44 - Quiz

Wat betekent 'elk huisje heeft een kruisje'
A
Religieus zijn
B
Iedereen heeft zijn eigen problemen
C
Geloven in God

Slide 45 - Quiz

Wat betekent 'met de deur in huis vallen'
A
Struikelen
B
De deur kapot maken
C
Direct zeggen wat je wilt zeggen

Slide 46 - Quiz

Wat betekent 'je handen thuishouden'
A
Niet aanraken!
B
Je handen in je zak doen

Slide 47 - Quiz

Ken je nog een uitdrukking? Zo ja, schrijf deze dan op.

Slide 48 - Open question

Aan het werk
Ga verder met opdracht 1 t/m 9. 

Alle opdrachten moeten af voor de weektaak.
Klaar? Nakijken en woorden leren.
Weektaak

Slide 49 - Slide

  • Zomerschool
  • Site van het Johan de Witt
  • Aanbod
  • Brede school

  • Zomer College 
  • - Klik hier om in te schrijven
Doel van deze les.
Na les 1:
Kan ik verschillende soorten huizen  noemen. ✔️
Kan ik vertellen waar huizen van worden gemaakt.✔️
Kan ik het onderwerp van de tekst opschrijven.✔️


Na les 2:
Kan ik een voorbeeld geven van een verwijswoord. ✔️
Kan ik 5 uitdrukkingen/spreekwoorden geven.✔️




Slide 50 - Slide