GAN Hayyan 08/06

Lezen is fijn!
Opdracht: maak een filmpje van de woorden die je leest en stuur door.
1 / 28
next
Slide 1: Slide
ANT2+BasisschoolGroep 4

This lesson contains 28 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Lezen is fijn!
Opdracht: maak een filmpje van de woorden die je leest en stuur door.

Slide 1 - Slide

Wisselrijen eeuw, ieuw, uw
duw          schuw
geeuw         sluw
kieuw    nieuws
leeuw
meeuw
nieuw
ruw

Slide 2 - Slide

Onthoudwoorden
Onthoudwoorden= woorden die je moet onthouden. Leer deze woordjes!

Slide 3 - Slide

Woorden met ei
Lees het ei - verhaal.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Woorden met ei of ij
Lees het ei - verhaal.
Woordjes met ei
- Meisje
- Trein
- Geit
- Weide
- ...

Slide 6 - Slide

Au of ou
Luister naar het au - lied. Deze woorden schrijf je met 'au'!

Slide 7 - Slide

pauw

Slide 8 - Slide

bouwen

Slide 9 - Slide

flauwvallen

Slide 10 - Slide

Nog enkele moeilijke woorden
Buurvrouw= mevrouw die naast je woont
Gauwdief= een dief die snel/vlug iets steelt
Touwtrekken= trekken aan een touw
Botsauto= auto's die kunnen botsen (Kermis)
Ijskoud= heel erg koud
...

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Maandag 08/06

Slide 13 - Slide

Meervoud
Meervoud= + en/+s
Bv. raaf - raven, ekster - eksters
Let op voor open/gesloten lettergrepen

Slide 14 - Slide

Meervoud: regels
Kattenregel
Ik hoor een korte klank, 1 verschillende medeklinker. Ik schrijf de medeklinker dubbel
(bv. pakken)

Bloemenregel
Ik hoor twee verschillende klinkers en 1 medeklinker. Ik schrijf wat ik hoor
(bv. poezen)

Berenregel
Ik hoor een lange klank, 1 verschillende medeklinker. Mondje open, klinkertje weggelopen
(bv. legen)

Hondenregel
Ik hoor een korte klank en twee verschillende medeklinkers. Ik schrijf wat ik hoor
(bv. wonden)

Slide 15 - Slide

Dinsdag 09/06

Slide 16 - Slide

Woorden met gt/cht
Woorden met cht
- Ik hoor een korte klank: ik schrijf cht
Bv. lacht, kucht, ...

Woorden met gt
- Lange of andere klank= gt
Bv. plaagt, ploegt, ...
Uitzonderingen: 'De kip ligt in het hok, legt een ei en zegt 'toktok'.'

Slide 17 - Slide

Woensdag 10/06

Slide 18 - Slide

Woorden met ng/nk

Ik hoor [ng], ik schrijf 'ng'.
Ik hoor [ngk], ik schrijf 'nk'.

Slide 19 - Slide

Donderdag 11/06

Slide 20 - Slide

Woorden met d of t
STAP 1: ik maak het woord langer. Ik hoor t, ik schrijf t
Bv. kaart - kaarten
Ik hoor d, ik schrijf d
Bv. speld - spelden

Slide 21 - Slide

Vrijdag 12/06

Slide 22 - Slide

Woorden met d of t
STAP 1: ik maak het woord langer. Ik hoor t, ik schrijf t
Bv. kaart - kaarten
Ik hoor d, ik schrijf d
Bv. speld - spelden

Slide 23 - Slide

Lezen wisselrijen

Slide 24 - Slide

Woorden met gt/cht
Woorden met cht
- Ik hoor een korte klank: ik schrijf cht
Bv. lacht, kucht, ...

Woorden met gt
- Lange of andere klank= gt
Bv. plaagt, ploegt, ...
Uitzonderingen: 'De kip ligt in het hok, legt een ei en zegt 'toktok'.'

Slide 25 - Slide

Woorden met gt/cht
Woorden met cht
- Ik hoor een korte klank: ik schrijf cht
Bv. lacht, kucht, ...

Woorden met gt
- Lange of andere klank= gt
Bv. plaagt, ploegt, ...
Uitzonderingen: 'De kip ligt in het hok, legt een ei en zegt 'toktok'.'

Slide 26 - Slide

Meervoud
Kattenregel
Ik hoor een korte klank en 1 verschillende medeklinker. Ik schrijf de medeklinker dubbel
Hondenregel
Ik schrijf een korte klank en 2 verschillende medeklinkers. Ik schrijf wat ik hoor
Berenregel
Ik hoor een lange klank en 1 verschillende medeklinker. Mondje open, klinkertje weggelopen
Bloemenregel
Ik hoor een andere klank, twee klinkers, ik schrijf wat ik hoor
Paardenregel
Ik hoor een lange klank en twee verschillende medeklinkers.   Ik schrijf wat ik hoor

Slide 27 - Slide

Woorden met ng/nk

Ik hoor [ng], ik schrijf 'ng'.
Ik hoor [ngk], ik schrijf 'nk'.

Slide 28 - Slide