This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
De elf is als dichtvorm ontstaan in de Verenigde Staten. In het Engels taalgebied is de dichtvorm bekend onder de naam "American Cinquain" (poëtische vorm met een patroon van 5 lijnen). In Nederland werd deze dichtvorm voor het eerst gebruikt in de 20ste eeuw (+/- 1987).
Het elfje is vooral populair omdat het een klein gedichtje is. En omdat het “verhaal” van het gedicht moet worden geschreven in 11 woorden. Daardoor moet er goed nagedacht worden over de tekst.
Er zijn weinig Nederlandse dichters die het elfje als een serieuze dichtvorm zien. Nico van den Raad is een dichter die deze dichtvorm wel gebruikt. Hier zijn twee voorbeelden van zijn elfjes:
Slide 4 - Slide
Elfje:
krokus
kom op
wees niet bang
kom maar te voorschijn
lentebode
Slide 5 - Slide
Elfje:
sneeuw
wit tapijt
op donkere aarde
nog even niet betreden
ongereptheid
Slide 6 - Slide
Samengevat:
Een elfje is een gedicht van elf woorden, verdeeld over vijf regels:
De eerste regel heeft één woord,
De tweede regel heeft twee woorden,
De derde regel heeft drie woorden
De vierde regel heeft vier woorden
De vijfde regel heeft weer één woord en bevat meestal een samenvatting van het geheel..
Slide 7 - Slide
Hoeveel woorden heeft de tweede regel van een elfje?
A
Eén
B
Twee
C
Drie
D
Vier
Slide 8 - Quiz
De vijfde regel heeft weer één woord en bevat meestal een samenvatting van het geheel.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
In een elfje mag je ook dingen als w8, gwn of u2 gebruiken.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quiz
Het bedenken van een elfje stimuleert je creatieve denkvermogen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Video
Opdracht:
Maak een elfje voor / over een hobby / familielid:
De eerste regel heeft één woord,
De tweede regel heeft twee woorden,
De derde regel heeft drie woorden
De vierde regel heeft vier woorden
De vijfde regel heeft weer één woord en bevat meestal een samenvatting van het geheel..
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Welk tekstverband bevat deze zin? Hij besloot om vroeg op te staan, omdat hij de zonsopgang wilde zien.
A
Opsomming
B
Reden
C
Tegenstelling
Slide 28 - Quiz
Welk tekstverband bevat deze zin? De lucht kleurde prachtig rood en oranje. Bovendien was hij ontspannen.
A
Opsomming
B
Reden
C
Tegenstelling
Slide 29 - Quiz
Welk tekstverband bevat deze zin? In de vroegte waren er veel mensen, maar hij vond toch een rustig plekje.
A
Opsomming
B
Reden
C
Tegenstelling
Slide 30 - Quiz
Welk tekstverband bevat deze zin? Hij zette zijn stoel neer en pakte zijn boek. Bovendien genoot hij van koffie.
A
Opsomming
B
Reden
C
Tegenstelling
Slide 31 - Quiz
Welk tekstverband bevat deze zin? Hij las een paar hoofdstukken, want het verhaal was erg spannend.
A
Opsomming
B
Reden
C
Tegenstelling
Slide 32 - Quiz
Welk tekstverband bevat deze zin? De zon kwam steeds hoger aan de hemel. Echter moest hij vertrekken.
A
Opsomming
B
Reden
C
Tegenstelling
Slide 33 - Quiz
Maak-/huiswerk
Maak opdracht 5, 6 en 7 op pagina 38 t/m 44 van leerwerkboek A.