H2.3 De invloed van hoogte, zee en wind

Invloed van zee en Wind

 

1 / 23
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Invloed van zee en Wind

 

Slide 1 - Slide

H2.3 De invloed van hoogte, zee en wind
  • Je kunt beschrijven welke invloed de hoogte op de temperatuur heeft; 
  • Je kunt beschrijven welke invloed zee en zeestromen op de temperatuur hebben; 
  • Je kunt beschrijven hoe wind ontstaat en de temperatuur beïnvloedt. 

Slide 2 - Slide

Zon 
  • Zon verwarmt aarde 
  • Door broeikas effect blijft warmte voor deel op aarde. 


  • Lucht stijgt op -> verliest warmte 
  • Elke 1.000 meter -> 6 graden kouder 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Zeestroom 
Zeestromen -> Warme en koude zeestromen. 

Water warmt langzamer op dan aarde en verliest warmte minder snel. 

Slide 8 - Slide

De zeestromen
Koude zeestromen:
  • Komt vanaf zuidpool en is  koud
  • Koude zeestroom koelt de lucht
  • Water verdampt niet (koud) en vormt zo geen neerslag

Slide 9 - Slide

Kustgebied 
Oosten: 
Warm zeeklimaat 

Warme zeestroom = warme lucht = stijgt op = stuwingsregen 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Invloed van de zee

Slide 12 - Slide

In Nederland hebben we een zeeklimaat door de invloed van de zee. 

Slide 13 - Slide

Invloed van de zee

Slide 14 - Slide

3 factoren waardoor NL een gematigd zeeklimaat heeft

1. breedteligging: Niet ver weg maar ook niet dichtbij evenaar)

2. ligt aan zee (dus gematigd klimaat)

3. vooral westenwind (=aanlandig, dus effect van zee extra goed merkbaar)

Slide 15 - Slide

Zee en wind 
  • Water warmt langzamer op dan land
  • Water koelt langzamer dan land 
  • Dicht bij zee: 
  • Frisse lente 
  • Zachte herfst 
  • Aanlandige zeewind 
  • Aflandige zeewind 


Slide 16 - Slide

zon schijnt loodrecht op evenaar
Door opwarming van het aardoppervlak stijgt lucht op:  Lagedrukgebied*
*Nu ontstaat er aan het aardoppervlak een tekort aan lucht.
Hierdoor ontstaat wind.

Slide 17 - Slide

   Atmosferische circulatie
= Wereldwijde verplaatsing van lucht
 

door luchtdruk verschillen ontstaat wind.
wind altijd van van hoge -> lage druk

Luchtdrukverschil ontstaat door straling. warm = stijgende lucht

Slide 18 - Slide




Lucht gaat altijd van hoge naar lage luchtdrukgebieden! Hierdoor ontstaat wind. 





Hoge luchtdruk 


Lage luchtdruk 


Slide 19 - Slide

2c: Hoe ontstaat wind?
Luchtdeeltjes gaan stromen van gebieden met een te veel (max), naar gebieden met een tekort aan luchtdeeltjes (min).

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Opdracht
Je krijgt een a4 met een plaatje van een lege berg. Jullie gaan de volgende dingen intekenen op de berg:
  • Loofdboomgrens
  • Naaldboomgrens
  • Eeuwige sneeuw
  • Dal waar het dorp ligt
  • Berg geiten
  • Adelaar
Zet er ook bij hoe koud het overal is, als het in het dal 10 graden is.


Slide 22 - Slide

Nu zelfstandig aan de slag 

Slide 23 - Slide