Redox - extra informatie + oefenen

Je kunt
uitleggen wat een redoxreactie is (overdracht van electronen) en een redoxreactie herkennen:
  • Deeltjes zijn van lading veranderd
  • Er verdwijnt of verschijnt een element
1 / 41
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Je kunt
uitleggen wat een redoxreactie is (overdracht van electronen) en een redoxreactie herkennen:
  • Deeltjes zijn van lading veranderd
  • Er verdwijnt of verschijnt een element

Slide 1 - Slide

Redoxreactie
Géén redox

Slide 2 - Drag question

Vond je deze vraag lastig?
JA --> Kijk de video op de volgende pagina

NEE --> Ga verder met de LessonUp

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

10.2 Leerdoelen
  • Je leert wat de edelheid van metalen is.
  • Je leert wat een oxidator en wat een reductor is.
  • Je leert hoe je halfreacties vindt in Binas en hoe je ze kloppend kunt maken.

Slide 5 - Slide

edelheid van metalen
 Het gemak waarmee metalen reageren met zuurstof en water heet edelheid. Je kunt metalen indelen op basis van het verschil in edelheid:
  • Edel (goud), 
  • half-edel (koper), 
  • onedel (ijzer), 
  • zeer onedel (natrium)

Slide 6 - Slide

reductor en oxidator
metalen zijn reductoren, ze kunnen electronen afstaan. 
Pb kan bijvoorbeeld 2 elektronen afstaan en wordt dan Pb2+ 

Stoffen die elektronen kunnen opnemen noemen we oxidatoren, bijvoorbeel O kan 2 electronen opnemen en wordt dan O2-

* ezelsbruggetje: reduceren = verminderen, reductoren verminderen hun electronen. Oxidator neemt electronen op

Slide 7 - Slide

sterk/zwak
Dat sommige metalen sneller reageren dan anderen komt omdat ze sterkere reductoren zijn, ze staan hun elektronen makkelijker af.
Sterke oxidatoren nemen dus sneller elektronen op.
Of een stof een sterke/zwakke reductor of oxidator is kun je zien in tabel 48

Slide 8 - Slide

Zo zie je dat goud een zwakke reductor is, en natrium juist een sterke

Slide 9 - Slide

halfreacties
Kopersulfaat bevat Cu2+ ionen (blauw)
Als je in de oplossing een stukje zink zet (Zn), dan vormt daarop een laagje vast Koper. Blijkbaar vindt de volgende reactie plaats:
Als we e- toevoegen kunnen we hem kloppend maken:

Dit noemen we een half-reactie.
Halfreacties staan in Binas tabel 48.

Slide 10 - Slide

halfreacties
Het plaatje zink lost tegelijkertijd op in het water. Blijkbaar vindt hier ook een reactie plaats:

De stof die elektronen afstaat
(e- staat dan na de pijl) is de reductor.

De stof die ze opneemt, de oxidator.
(e- staan dan voor de pijl)

Slide 11 - Slide

Halfreacties??
Denk je dat je verder kunt?

JA --> Sla de video over en probeer de vragen
(je kunt alsnog de video kijken).

NEE --> Bekijk de video.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Een draadje koper hangt in een zilvernitraat-oplossing. Er vormt een laagje zilver op de draad. Geef de halfreactie van het zilver.

Slide 14 - Open question

Het koper van de draad lost juist op in het water. Geef de halfreactie.

Slide 15 - Open question

half-reacties kloppend maken
Soms krijg je een halfreactie die je zelf nog kloppend moet maken.

  1. Maak eerst de vergelijking kloppend
  2. Maak de lading kloppend door elektronen toe te voegen
    (e- voor de pijl bij ox, e- na de pijl bij red)

Slide 16 - Slide

Neem de halfreactie over en maak kloppend:

Slide 17 - Open question

uitwerking:
1. Eerst de vergelijking kloppend maken. 
2. Nu maak je de lading kloppend.  
    Je hebt 4+ voor de pijl, na de pijl is het neutraal. Dit betekent dat      je 4 e- voor de pijl nodig hebt om de +-lading op te heffen.

Slide 18 - Slide

Handig
Op de volgende slide staan een aantal handigheden, 
zodat je weet wanneer je te maken hebt met een reductor of een oxidator.

Dit kan helpen bij het opstellen van halfreacties.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Je kunt nu:
  • de edelheid van metalen verklaren met behulp van Binas tabel 48;
  • een oxidator en een reductor herkennen in een reactievergelijking;
  • een halfreactie opzoeken in Binas;
  • een halfreactie kloppend maken.

Slide 21 - Slide

10.3 Totaalreacties
Met tweehalfreacties (een van de reductor en een van de oxidator) kan een totaalreactie opgesteld worden.

Slide 22 - Slide

halfreacties
Kopersulfaat bevat Cu2+ ionen (blauw)
Als je in de oplossing een stukje zink zet (Zn), dan vormt daarop een laagje vast Koper. Blijkbaar vindt de volgende reactie plaats:
Als we e- toevoegen kunnen we hem kloppend maken:

Dit noemen we een half-reactie.
Halfreacties staan in Binas tabel 48.

Slide 23 - Slide

halfreacties
Het plaatje zink lost tegelijkertijd op in het water. Blijkbaar vindt hier ook een reactie plaats:

De stof die elektronen afstaat
(e- staat dan na de pijl) is de reductor.

De stof die ze opneemt, de oxidator.
(e- staan dan voor de pijl)

Slide 24 - Slide

10.3 Totaalreacties
In een redoxreactie reageren een reductor én een oxidator.
Als je de 2 halfreacties bij elkaar optelt krijg je de totaalreactie.

Let op! 
Alle elektronen moeten tegen elkaar worden weggestreept.
Alle toestandsaanduidingen staat erbij.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Aanwezige deeltjes:
Al (s)    ---> reductor
Ni2+    ---> oxidator
Cl-
H2O

Slide 27 - Slide

10.3 Totaalreacties
Halfreacties:
              Ox:

              Red:


Slide 28 - Slide

Elektronen gelijk maken:

Slide 29 - Slide

Halfreacties bij elkaar optellen:

Slide 30 - Slide

Elektronen wegstrepen:
Totaalreactie: 
3 Ni2+ + 2 Al (s) --> 3 Ni (s) + 2 Al3+

Slide 31 - Slide

10.3 Totaalreacties

Slide 32 - Slide

10.3 Totaalreacties
Voorbeeld 2
Je kunt een stukje ijzerdraad verkoperen in een kopersulfaat-oplossing, er ontstaat dan een laagje koper op het ijzer. 
aanwezig: Fe (s), Cu2+ en SO42-, H2O

Wat is de sterkste reductor en sterkste oxidator? BINAS 48

Slide 33 - Slide

10.3 Totaalreacties
Reductor
Oxidator

Slide 34 - Slide

Totaalreactie opstellen




check: elektronen links en rechts zijn gelijk
wegstrepen en optellen geeft:
 Fe (s) + Cu2+ (aq) --> Fe2+ (aq) + Cu (s)


Slide 35 - Slide


Zwarte zilver-vlekken op je huid kun je verwijderen met chloorwater (Cl2). 
Geef de halfreacties en leid daaruit de totaalreactie af.

Slide 36 - Open question

Uitwerking:
sterkste reductor: Ag (s) (+0,80)
sterkste oxidator: Cl2 (aq) (+1,36)

Slide 37 - Slide

Totaalreacties??
Wil je nog verder oefenen?

JA --> Bekijk de video op de volgende pagina.

NEE --> Ga door met de vervolgvraag en sla de video over.

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Video

10.3 Totaalreacties
Let op woorden als:
  • Zure omgeving / aangezuurde oplossing:
     er zijn dan H+-ionen aanwezig
     
  • Basische omgeving / basische oplossing:
     er zijn dan OH--ionen zijn aanwezig

Je kiest dan in Binas de halfreactie waar H+ of OH- bij staat 

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide