Thema 4. BS 7. Determineren

Determineren
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Determineren

Slide 1 - Slide

Dier
Plant
Schimmel
Bacterie

Slide 2 - Drag question

8. Zet de groepen in de juiste volgorde. Boven in de grootste en onderin de kleinste. Onderras komt helemaal onderaan
soort 
ondersoort (ras)
geslacht
familie
orde
klasse
stam
rijk

Slide 3 - Drag question

Sleep de passende stam naar het juiste dier.
Sponsdieren
Neteldieren
Weekdieren
Stekelhuidigen
Geleedpotigen
Gewervelden

Slide 4 - Drag question

Vogel
Vissen
Amfibieën
Reptielen
Zoogdieren

Slide 5 - Drag question

Deze les leer je:
- Het gebruiken van een determineer tabel

Slide 6 - Slide

Determineren 
  • Bepalen van de soortnaam
  • zoekkaart
  • determineertabel
  • Schrijf altijd je 
      keuzes op 

Slide 7 - Slide

Determineer tabelen
  • Verschillende soorten tabellen.
  • We gaan er met een paar oefenen.
  • Ik laat zo een dier voor de camera zien.
  • Jij zoekt met behulp van de tabel op bij welke stam dit dier hoort.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Het was een Nautilus en die hoort bij de weekdieren

Slide 10 - Slide

Zoek in je leerboek deze tabel op.
Voor de BB leerlingen staat het in Teams.

Slide 11 - Slide

Als ik een organisme ga determineren, gebruik ik een determinatietabel en schrijf ik het volgende op:
A
To welk rijk het organisme behoort.
B
De stappen in de determinatietabel.
C
Alleen de naam van het organisme
D
De stappen in de determinatietabel en het rijk, afdeling of groep

Slide 12 - Quiz

Heeft het organisme bladgroenkorrels?
A
Ja, want het is groen
B
nee, het is een dier

Slide 13 - Quiz

Heeft het organisme celwanden?
A
Ja, want het is een plant
B
Nee, het is een dier
C
Ja, want het is een schimmel
D
Nee, het is een bacterie

Slide 14 - Quiz

Heeft het organisme celkern?
A
Ja, want het is een plant
B
Ja, het is een dier
C
Ja, want het is een schimmel
D
Nee, het is een bacterie

Slide 15 - Quiz

Dit organisme hoort bij het rijk ....
A
van de planten
B
van de dieren
C
van de schimmels
D
van de bacteriën

Slide 16 - Quiz

Het dier is ..... symmetrisch
A
veelzijdig
B
tweezijdig

Slide 17 - Quiz

Heeft dit dier een skelet?
A
Ja, een uitwendig skelet
B
Nee, geen skelet
C
Ja, een inwendig skelet

Slide 18 - Quiz

Is het lichaam opgebouwd uit segmenten?
A
Ja, hele lichaam
B
Nee
C
Ja, deels

Slide 19 - Quiz

Het dier heeft .... poten
A
8
B
14
C
10
D
6

Slide 20 - Quiz

Dit dier hoort bij
A
Spinachtigen
B
Kreeftachtigen
C
Insecten
D
Duizendpoten

Slide 21 - Quiz

Opdracht:
  • Ga naar buiten
  • Zoek op de grond naar bodemdiertjes.
  • Vang er 1 of maak er een foto van.
  • Determineer met behulp van de volgende dia het diertje.
  • Het determineertabel staat ook in Teams.
  • Luister goed hoe laat je terug moet zijn.
  • Succes en tot zo!

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Klaar?
Maak de opdrachten bij deze basisstof
BB: Thema 3 bas. 9 examentrainer
KB: Thema 4 bas. 6 t/m opdr. 43 
(TIP! Gebruik voor opdr. 40 de samenvatting)
GL: Thema 4 bas. 8 t/m opdr. 73 
(TIP! Gebruik voor opdr. 70 de samenvatting)

Slide 24 - Slide

Het was een vleermuis. En die heeft haren. Die hoort bij de zoogdieren.

Slide 25 - Slide