H4.2 Kosten

Economie

Ga rustig & stil klaar zitten.

Pak je boek, schrift, rekenmachine en pen/potlood.

Geen jassen en tassen op tafel!
timer
2:00
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Economie

Ga rustig & stil klaar zitten.

Pak je boek, schrift, rekenmachine en pen/potlood.

Geen jassen en tassen op tafel!
timer
2:00

Slide 1 - Slide

Vandaag
H4.2 Productie
Zelfstandig aan het werk

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Ik kan uitleggen waarom produceren geld kost.
  • Ik kan het verschil uitleggen tussen constante en variabele kosten.
  • Ik kan verschillende soorten bedrijfskosten benoemen.
  • Ik kan afschrijvingskosten berekenen.

Slide 3 - Slide

Hand opsteken!

Slide 4 - Slide

Mechaniseren | automatiseren | robotisering
Leerdoel: Ik kan het verschil uitleggen tussen mechanisering, robotisering en automatisering.

Slide 5 - Slide

Mechaniseren | automatiseren | robotisering
Leerdoel: Ik kan het verschil uitleggen tussen mechanisering, robotisering en automatisering.

Slide 6 - Slide

Mechaniseren | automatiseren | robotisering
Leerdoel: Ik kan het verschil uitleggen tussen mechanisering, robotisering en automatisering.

Slide 7 - Slide

Waarom kost produceren geld?
Leerdoel: Ik kan uitleggen waarom produceren geld kost.


Slide 8 - Slide

Waarom kost produceren geld?
Leerdoel: Ik kan uitleggen waarom produceren geld kost.


Slide 9 - Slide

Constant | variabel
Leerdoel: Ik kan het verschil uitleggen tussen constante en variabele kosten.



Slide 10 - Slide

Constant | variabel
Leerdoel: Ik kan het verschil uitleggen tussen constante en variabele kosten.



Slide 11 - Slide

Wat voor soort bedrijfskosten zijn er?

  • Inkoopkosten
  • Loonkosten
  • Huisvestingskosten
  • Verkoopkosten
  • Rentekosten 
Leerdoel: Ik kan verschillende soorten bedrijfskosten benoemen.




Slide 12 - Slide

Inschrijvingskosten

Afschrijvingskosten zijn kosten die een onderneming maakt doordat de kapitaalgoederen (zoals machines, computers en bedrijfsauto’s) ieder jaar minder waard worden.
Leerdoel: Ik kan afschrijvingskosten berekenen.

Slide 13 - Slide

Inschrijvingskosten
Leerdoel: Ik kan afschrijvingskosten berekenen.

Slide 14 - Slide

Inschrijvingskosten

Een machine is aangeschaft voor      €200.000 en levert na zes jaar bij de verkoop nog € 20.000 op. 
Leerdoel: Ik kan afschrijvingskosten berekenen.

Slide 15 - Slide

Inschrijvingskosten

Een machine is aangeschaft voor      €300.000 en levert na 3 jaar bij de verkoop nog € 25.000 op. 
Leerdoel: Ik kan afschrijvingskosten berekenen.

Slide 16 - Slide

Inschrijvingskosten

Een machine is aangeschaft voor      €1200.000 en levert na 15 jaar bij de verkoop nog € 51.000 op. 
Leerdoel: Ik kan afschrijvingskosten berekenen.

Slide 17 - Slide

Leerdoelen
  • Ik kan uitleggen waarom produceren geld kost.
  • Ik kan het verschil uitleggen tussen constante en variabele kosten.
  • Ik kan verschillende soorten bedrijfskosten benoemen.
  • Ik kan afschrijvingskosten berekenen.

Slide 18 - Slide

Nu zelf maken!
H4.2
blz  t/m 
opdracht 13 t/m 24

Zelfstandig aan de slag.
Heb je een vraag? Steek je hand op!
timer
20:00

Slide 19 - Slide