3.1 k4

1 / 45
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Toetsweek
Toetsstof
Periode 2, 7 weken
Classroom
Boek of chromebook

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Als graan 0,22 cent kost en meel 0,60 cent. Hoeveel is de toegevoegde waarde van meel?
A
0,22
B
0,60
C
0,82
D
0,38

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Bij welke productiefactor hoort een nietmachine
A
kapitaal
B
arbeid
C
natuur
D
ondernemerschap

Slide 8 - Quiz

Bij welke productiefactor hoort Alysha van HairsByAlysha?
A
kapitaal
B
arbeid
C
natuur
D
ondernemerschap

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Mevrouw Peroti betaal elke maand 25 euro aan schoonmaakkosten voor de salon. Wat voor soort kosten zijn dit?
A
Vaste kosten
B
Variabele kosten

Slide 11 - Quiz

Mevrouw Peroti gebruikt wax tijdens het vlechten. Wat voor soort kosten is wax?
A
Vaste kosten
B
Variabele kosten

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Wat
3.1 - opdracht 1 t/m 7

Tijd
Tot de bel gaat
Hoe
Boek en schrift
Hulp
Steek je vinger op
Resultaat
Opdracht 1 t/m 3 af


Klaar
Maak de ander opdr. van 3.1

Slide 16 - Slide

Volgende keer:
3.1 + zw

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Herkansen? dinsdag 02 november het 5e les uur bijles

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Wat is een voorbeeld van een maatschappelijke opbrengst?
A
Milieuvervuiling
B
Geluidsoverlast
C
Luctvervuiling
D
Werkgelegenheid

Slide 23 - Quiz

Leg uit hoe meer productie zorgt voor meer welvaart

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Wat is mvo?
A
maatschappelijk verantwoord ondernemen
B
maatschappelijk veranderende omgeving
C
meetbare volhardende omgeving
D
mensheid van omgeving

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Hairs By Alysha heeft 5 kapitaalgoederen en 1 arbeider. Wat is Hairs By Alysha?
A
Kapitaalintensief
B
Arbeidsintensief

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

De brutowinst is te splitten in ...
A
inkoopprijs en verkoopprijs
B
bedrijfskosten en nettowinst
C
verkoopprijs en consumentenprijs
D
btw en inkoopprijs

Slide 33 - Quiz

Hoe bereken je de verkoopprijs?
A
Inkoopprijs - Brutowinst
B
Brutowinst + Inkoopprijs
C
Inkoopprijs + Brutowinst
D
Brutowinst - Inkoopprijs

Slide 34 - Quiz

Hoe bereken je dan de brutowinst?
A
Verkoopprijs - Inkoopprijs
B
Inkoopprijs - Verkoopprijs

Slide 35 - Quiz

Slide 36 - Slide

Wat is het verschil tussen de consumentenprijs en verkoopprijs?
A
De verkoopprijs is incl. 21% btw
B
De consumentenprijs is incl. 21% btw
C
De verkoopprijs is excl. 6% btw
D
De consumentenprijs is excl. 6% btw

Slide 37 - Quiz

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Link

Extra
oefenopgaven 3.1 
4.2: Alicia, Joanna, Layla, Indy, Raiza, Demi, Valery, Sophie R en Juul
4.1: Luca, Fay, Quinten, Sander, Raychella, Elvira, Yke, Kyan, Fleur

Slide 43 - Slide

Wat
3.1


Tijd
Tot de bel gaat

Hoe
Boek (online mag)

Hulp
Steel je vinger op 
Resultaat
3.1 opgaven 1 t/m 3 zijn af



Klaar
Oefenopgaven 3.1

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide