§6.4 Oogafwijkingen


Lesplanning:

  1. Bespreken SO 
  2. Opgavenblad scherp zien
  3. Uitleg oogafwijkingen
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson


Lesplanning:

  1. Bespreken SO 
  2. Opgavenblad scherp zien
  3. Uitleg oogafwijkingen

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je ...
  • uitleggen wat de volgende drie oogafwijkingen inhouden: oudziend, verziend en bijziend;
  • uitleggen welke hulplenzen bij bepaalde oogafwijkingen nodig zijn.

Slide 2 - Slide

Bespreken SO

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Werkblad scherp zien

Slide 6 - Slide

Verziend

Slide 7 - Slide

Bijziend

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide


Lesplanning:
  1. Uitleg lenssterkte
  2. Opgaven §6.4 maken
  3. Afsluiting

Slide 10 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je ...
  • uitleggen wat het nabijheidspunt en het vertepunt is;
  • uitleggen wat accommoderen is;
  • uitleggen wat de volgende drie oogafwijkingen inhouden: oudziend, verziend en bijziend;
  • uitleggen welke hulplenzen bij bepaalde oogafwijkingen nodig zijn.
  • kan je de lenssterkte berekenen. 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

oudziend

Slide 13 - Slide

§6.4 opgaven 37 t/m 40
klaar?! Vergeet niet de opgaven na te kijken

Slide 14 - Slide

Lenssterkte

Slide 15 - Slide

Lenssterkte
  • Een kleine brandpuntsafstand is een sterkte lens.
  • Een grote brandpuntafstand is een zwakke lens.

Slide 16 - Slide

Hoe reken je met lenssterkte

  • Brandpuntsafstand altijd in meter !!!

  • S = +2 dpt, dan is f = 0,5 m  = 50 cm

  • Bolle lens: S is positief, holle lens S is negatief.
S(dpt)=f(m)1

Slide 17 - Slide

Voorbeeldopgave

Een leesbril heeft een brandpuntsafstand van 33 cm. Bereken de lensterkte.

Gegeven:  f = 33 cm = 0,33 m. Want f moet altijd in meters!!

Gevraagd: S = ... dpt

Oplossing:



Antwoord:  S = +3,0 dpt.

S=f1
S=0,331=3,0

Slide 18 - Slide

De brandpuntsafstand van onze ooglens is 16 mm. Bereken de sterkte van onze lens.

Slide 19 - Open question

§6.4 opgaven 37 t/m 51
klaar?! Vergeet niet de opgaven na te kijken

Slide 20 - Slide

Is de persoon die deze bril nodig heeft verziend of bijziend?
A
verziend
B
bijziend

Slide 21 - Quiz

Als je bijziend bent zie je voorwerpen dichtbij / ver weg niet scherp
A
Dichtbij
B
Ver weg

Slide 22 - Quiz


Deze situatie hoort bij een:
A
Verziend persoon
B
Bijziend persoon

Slide 23 - Quiz

Als je bijziend bent heb je een:
A
Positieve bril nodig
B
Negatieve bril nodig

Slide 24 - Quiz

Hiernaast zie je het oog van iemand die
A
bijziend is.
B
verziend is.
C
blind is.
D
oudziend is.

Slide 25 - Quiz

Als je negatieve brillenglazen hebt, dan ....
A
ben je bijziend
B
ben je blind
C
ben je verziend
D
heb je een leesbril

Slide 26 - Quiz