• What is LessonUp
  • Search
  • Channels
‹Return to search

Overal 3 havo 6.4 oogafwijkingen

6.1 licht en beeld
6.4 oogafwijkingen
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

6.1 licht en beeld
6.4 oogafwijkingen

Slide 1 - Slide

Bij welke oogafwijking hoort welke bril.

Slide 2 - Slide

Lesdoel
De oogafwijkingen bijziend, verziend en oudziend beschrijven.
De sterkte van de lens berekenen.

Slide 3 - Slide

Voorkennis
Noteer iemand die je kent met een bril of lenzen en wat zijn of haar probleem is qua zien.

Slide 4 - Slide

De belangrijkste onderdelen van het oog

Slide 5 - Slide

Het beeld komt ondersteboven op het netvlies.

Slide 6 - Slide

  • Pupil is de opening in de iris (de gekleurde gedeelte van de oog)
  • Veel licht - pupil klein
  • Weinig licht - pupil groot

Slide 7 - Slide

accommoderen
Als een voorwerp dichterbij
komt wordt de lens boller.

Accommoderen : lens platter of boller maken

Slide 8 - Slide

vertepunt
Het verste punt dat je scherp kunt zien noem je het vertepunt

Voor een gezond oog ligt dit verte punt oneindig ver weg

Slide 9 - Slide

Nabijheidspunt

Slide 10 - Slide

nabijheidspunt
die afstand van een voorwerp waarbij een beeld gevormd kan worden op het netvlies zonder dat het oog moet accomoderen.

jong persoon : ongeveer op 10 cm voor oog
Als je nabijheidspunt verder ligt dan 25 cm van je oog heb je een bril nodig

Slide 11 - Slide

Bijziend
  •  De ooglens is te sterk of oogkas te lang.
  • Hierdoor kan je voorwerpen in de verte slecht zien. Dichtbij kun je goed ZIEN.
  • Je hebt een negatieve lens nodig

Slide 12 - Slide

Verziend
  • De ooglens is te zwak of oogkas te kort.
  • Je kan voorwerpen vlakbij slecht zien, veraf goed.
  • Je hebt een positieve lens nodig

Slide 13 - Slide

Oudziend
  • Ooglens is minder elastisch
  • Je kunt niet goed meer accomoderen.
  • Je hebt een positieve lens nodig

Slide 14 - Slide

Waarop valt het licht om een beeld te vormen in je oog?
A
Iris
B
Pupil
C
Netvlies
D
Hersenen

Slide 15 - Quiz

Bij veel licht is de pupil
A
Groot
B
Klein
C
Licht heeft geen invloed op pupil

Slide 16 - Quiz

Hoe heet het als de spiertjes rondom de lens de lens verstellen?
A
Revalideren
B
Accommoderen
C
Adapteren
D
Corrigeren

Slide 17 - Quiz

Wat is constant in de oog ?
A
brandpuntafstand
B
beeldafstand

Slide 18 - Quiz

Wat is het probleem als je bijziend bent ?
A
Ooglens is te sterk
B
Ooglens is te zwak
C
je kunt niet goed accomoderen

Slide 19 - Quiz

Wat is het probleem als je verziend bent ?
A
Ooglens is te sterk
B
Ooglens is te zwak
C
Je kunt niet goed accomoderen

Slide 20 - Quiz

Welke lens heb je nodig als je bijziend bent ?
A
negatief
B
positief

Slide 21 - Quiz

Welke lens heb je nodig als je verziend bent ?
A
negatief
B
positief

Slide 22 - Quiz

Welke lens heb je nodig als je oudziend bent bent ?
A
negatief
B
positief

Slide 23 - Quiz

nabijheids- en vertepunt
Nabijheidspunten en vertepunten van verschillende personen.
 De getallen zijn voorbeelden

Slide 24 - Slide

brandpunt bij een negatieve lens
De lichtstralen lijken uit het brandpunt te komen,
het brandpunt is virtueel.

Slide 25 - Slide

brandpunt bij een negatieve lens
Het brandpunt van een negatieve lens is het snijpunt van de virtueele lichtstralen voor de lens.

Slide 26 - Slide

Dioptrie
Oogarts en opticien gebruiken dpt om de sterkte (S) van brilleglazen aan te geven.

Slide 27 - Slide

Lenssterkte berekenen
S=​f​​1​​
De lenssterkte kun je berekenen uit de brandpuntsafstand.

De formule voor lenssterkte is:


De lenssterkte kun je meten.
Dus de lenssterkte is een grootheid.
De eenheid die hierbij hoort is dioptrie (dpt).

Slide 28 - Slide

Lenssterkte berekenen
S=​f​​1​​
S is de lenssterkte in dioptrie (dpt)
f is de brandpuntsafstand in meter (m)

Slide 29 - Slide

lenssterkte
Een leesbril heeft een brandpuntsafstand van 33 cm.
Bereken de sterkte van de brillenssterke
gegevens :  f = 33cm  =  0,33 m
gevraagd: s = ?
uitwerking: s = 1/f   =  1/0,33 = +3,0 dpt  

Slide 30 - Slide

lenssterkte
Jaap heeft een bril met negatieve glazen De waarde van de glazen is - 2,25 dpt
bereken de brandpuntsafstand in cm.
gegevens :  s = - 2,25  dpt
gevraagd: f = ?
uitwerking: f = 1/s   =  1/-2.25 = -0.44m = -44 cm  
Bij negatieve lenzen is de dpt ook negatief

Slide 31 - Slide

Hoe sterk is een lens als de brandpuntafstand 35 cm is?
A
0,029 dpt
B
2,9 dpt
C
-0,029 dpt
D
-2,9 dpt

Slide 32 - Quiz

Een lens heeft een brandpuntsafstand van -25cm.
Bereken de lenssterkte.

A
4,0 dpt
B
-4,0 dpt
C
-0,04 dpt
D
0.04 dpt

Slide 33 - Quiz

De brillenglazen van Jordy moeten een sterkte hebben van 3,5 dpt.
Bereken de brandpuntsafstand.


A
0.29 cm
B
-0.29 m
C
-0.29cm
D
0.29 m

Slide 34 - Quiz

De brillenglazen van Ali moeten een sterkte hebben van -4.25 dpt.
Bereken de brandpuntsafstand.


A
0.24 cm
B
-0.24 m
C
-0.24cm
D
0.24 m

Slide 35 - Quiz

huiswerk
Lees de tekst van paragraaf 6.4 op de digitale methode.
Maak de bijbehorende vragen van 6.4

Slide 36 - Slide

More lessons like this

6.4 Oogafwijkingen

May 2023 - Lesson with 33 slides
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

6.4 Oogafwijkingen

March 2021 - Lesson with 28 slides
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

6.4 Oogafwijkingen

June 2023 - Lesson with 23 slides
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

H6 - §6.4 - Oogafwijkingen

March 2023 - Lesson with 48 slides
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

6.4 Oogafwijkingen

January 2025 - Lesson with 29 slides
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

H6§3 Construeren bij lenzen en oogafwijkingen

March 2021 - Lesson with 32 slides
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

§6.4 Oogafwijkingen

September 2023 - Lesson with 26 slides
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

2.5 oog en bril

June 2020 - Lesson with 15 slides
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3
LessonUp
TermsPrivacy StatementCookie StatementContact
English

Our Cookies

We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.

Change settings