H3 par. 3.2 Op wie ga jij stemmen?

1 / 25
next
Slide 1: Video
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

H3 par. 2 
Op wie ga jij stemmen?

Slide 2 - Slide

Planning
27/11: H3 par. 3.1 Wat is politiek?
30/12: Toets en opdrachten bespreken + H3 par. 3.1 Wat is politiek?
04/12: -
07/12: H3 par. 3.2 Op wie ga jij stemmen?
08/12: H3 par. 3.2 Op wie ga jij stemmen?
14/12: H3 par. 3.3 Stromingen in de politiek? + opdracht Eigen politiek partij
15/12: H3 par. 3.3 Stromingen in de politiek?
18/12 Kerstviering 
Kerstvakantie
Let op: actualiteitstoets in januari (voortgangsdossier)

Slide 3 - Slide

Vandaag
1. Uitleg par. 3.3
2. Kahoot
3.  Opdracht maken en presentatie voorbereiden
(voor morgen)
4. Afsluiten

Slide 4 - Slide

Opdrachten maken
Maak de opdrachten 1 t/m 7 
Morgen bespreken

Slide 5 - Slide

Lesdoel
Aan het eind van de les kan je:
- Uitleggen wat het verschilt is tussen links, rechts en middenpartijen,  progressief en conservatief partijen en 
- Uitleggen waarom partijen compromissen sluiten.

Slide 6 - Slide

Passief en actief kiesrecht



Vanaf je 18e mag je stemmen en je mag je ook verkiesbaar stellen.

Slide 7 - Slide

Passief en actief kiesrecht

Slide 8 - Slide

Vrije, geheime verkiezingen

  • Verkiezingen in Nederland zijn vrij, je mag dus stemmen op wie je wilt.
  • Verkiezingen zijn ook geheim: niemand weet op wie jij hebt gestemd.

Slide 9 - Slide

Lijsttrekker




Elke partij heeft lijsttrekker. Hij of zij is onder andere:
  •  het gezicht van de
    partij; 
  •  aanwezig bij debatten op televisie. 


Verkiezingen!

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Drag question

Slide 12 - Drag question

Verkiezingstijd

Kijkopdracht: benoem twee middelen die politieke partijen tijdens verkiezingstijd in kunnen zetten om kiezers voor zich te winnen.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Linkse partijen

Wat links partijen belangrijk vinden: 
  • - Een actieve overheid (veel doen). 
  • - Opkomen voor kwetsbare mensen. 
  • - Eerlijke verdeling van inkomen. 
  • - Gelijke kansen voor iedereen. 
  • - Aandacht voor milieu

Slide 15 - Slide

Rechtse partijen

Wat rechtse partijen belangrijk vinden:
- Meer vrijheid voor burgers.
- Een passieve overheid.
- Lage belastingen.
- Eigen verantwoordelijkheid.
- Veiligheid bevorderen (bijvoorbeeld door
 zwaardere straffen).

Slide 16 - Slide

Middenpartijen (centrum)
Sommige partijen zijn niet duidelijk in te delen bij links of rechts. Ze hebben zowel linkse als rechtse standpunten.

Slide 17 - Slide

Linkse en rechtse partijen

Kijkopdracht:
Willen voorstanders van een passieve overheid hoge of lage belastingen?
Past dit idee bij linkse of bij rechtse partijen?

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Slide

Progressief

Bij ‘progressief’ denkt men dan aan de partijen die uitgaan van een zo groot mogelijke persoonlijke vrijheid. De staat moet zich niet bemoeien met de manier waarop mensen willen leven, niet betuttelen.
Zo bezien zijn D66, de VVD, GroenLinks en de PvdA progressieve partijen.
Conservatief

Bij ‘conservatief’ denkt men aan partijen die uitgaan van een in zedelijk opzicht sterk sturende staat. De overheid heeft in hun opvatting als plicht (christelijke) normen te handhaven. De confessionele partijen CDA, SGP en ChristenUnie zijn in dit opzicht conservatief.
Progressief betekent veranderingsgezind, conservatief is behoudend. 

Het gaat dan vooral om morele kwesties als homoseksualiteit, abortus, euthanasie en zondagsrust.

Slide 21 - Slide

Na de verkiezingen





Om te kunnen regeren moeten partijen samenwerken. Daarbij zullen ze altijd iets van hun standpunten moeten inleveren. 

Slide 22 - Slide

Opdracht: Politieke partij oprichten
  • - Groepjes van vier 
Het oprichten van de partij bestaat uit vier onderdelen:
  1. Eerst kiezen de leerlingen vijf stellingen uit de stapel met kaartjes.
  2. Vervolgens bedenken ze zelf nog drie stellingen.
  3. Daarna bedenken ze een naam voor hun partij.
  4. Ten slotte maken ze een poster met daarop de standpunten van de partij, de partijnaam en eventueel een verkiezingsleus of een logo.  

Slide 23 - Slide

Opdracht: Politieke partij oprichten
 In iedere partij wordt een woordvoerder (lijsttrekker) gekozen. De lijsttrekker presenteren aan het eind van de les hun partij aan de rest van de klas. 
Elke presentatie mag één minuut duren

Slide 24 - Slide

Afsluiten
Aan het eind van de les kan je:
- Uitleggen wat het verschilt is tussen links, rechts en middenpartijen,  progressief en conservatief partijen en 
- Uitleggen waarom partijen compromissen sluiten.

Slide 25 - Slide