Arbeidsvaardigheden: lichaamstaal

Arbeidsvaardigheden Lichaamstaal
1 / 24
next
Slide 1: Slide
Opleiding schoonmaakVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Arbeidsvaardigheden Lichaamstaal

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

doel van de les
  • Ik kan voorbeelden geven van lichaamstaal 
  • ik kan voorbeelden geven hoe het op de ander overkomt  
  • Ik kan samenwerken 
  • Ik kan me concentreren 



Slide 2 - Slide

This item has no instructions

lichaamstaal

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

lichaamstaal
55% van de communicatie bestaat uit lichaamstaal,

38% wordt geuit door de stemklank en slechts

7% wordt gecommuniceerd door middel van woorden.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Hoe kun je praten met je lichaam?
  • Het grootste mannetje in een groep gorilla's heet een zilverrug. Deze man is de baas. Daar heeft hij geen woorden voor nodig, dat laat hij met zijn lichaamshouding zien. 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Hoe kun je praten met je lichaam?
  • Mensen laten elkaar veel weten zonder iets te zeggen. Als Denise thuis komt weet haar moeder gelijk dat Denise een goed cijfer gehaald heeft. Dit kan ze zien aan haar gezicht, ze lacht en is blij. 
  • In de onderstaande afbeelding zie je aan de ogen, stand van 
    de wenkbrauwen en mond hoe iemand zich voelt.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Hoe kun je praten met je lichaam?
  • Vaak doet je hele lichaamshouding mee om gevoelens te laten zien. Denise kwam huppelend naar huis, ze heeft haar schouders recht en haar hoofd rechtop. Daaraan kon haar moeder zien dat ze vrolijk was.
  • Als je een beetje sloft met je voeten, naar beneden kijkt en je schouders laat hangen, straal je somberheid uit. 
  • Je kan dus met je lichaam laten zien hoe je je voelt, dit heet lichaamstaal

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Als je luistert, dan let je op wat iemand zegt. Je luistert naar de verbale uitdrukking. Maar je kijkt ook naar de houding van de spreker, de non-verbale uitdrukking en alles wat de spreker niet zegt, maar wel doet en bedoelt.


Verbaal = wat je zegt

Non-verbaal= hoe je het zegt

 


Communicatie: verbaal en non-verbaal

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Lichaamstaal en indruk
Als je iemand voor het eerst ziet heb je al een beeld van hoe iemand is.
Dat beeld maak je door het uiterlijk dat iemand heeft.
De kleding, de haren , bril, etc.
Kijk maar naar het volgende filmpje.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Lichaamstaal bij
belangrijk gesprek

Slide 12 - Mind map

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

de 5 basisemoties.

Slide 14 - Slide

De term ‘Body’ gebruiken we hier voor alle lichamelijke emoties/gevoelens, die wij los van onze vier psychologische basisemoties kennen.
welke emotie zie je hier?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

welke emotie zie je hier?

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

welke emotie zie je hier?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

welke emotie zie je hier?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Wat is lichaamstaal?
A
Veel vertellen zonder emotie
B
Weinig vertellen met veel emotie
C
Uitleggen hoe je je voelt door te praten
D
Vertellen hoe je je voelt, zonder te praten

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Non-verbale communicatie is:
A
Spreken en luisteren
B
Alleen via je lichaamstaal communiceren, niet praten
C
Spreken en je lichaamstaal gebruiken

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

wat kun je beter niet doen bij een belangrijk gesprek
A
rechtop zitten
B
de ander recht aankijken
C
kauwgum kauwen
D
je handen over elkaar hebben

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Welke emotie zie je hier?
A
bang
B
verdrietig
C
boos
D
blij

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Welke emotie zie je hier?
A
bang
B
verliefd
C
boos
D
blij

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Welke emotie zie je hier?
A
bang
B
verliefd
C
blij

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions