1.2 Je omgeving ontdekken 2324

1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

1.2 Je omgeving ontdekken

Uitleg microscoop
Uitleg biologische tekening
Uitleg organismen indelen
Zelfstandig werken
Afsluiten

Huiswerk: maken 1.2
Volgende les potloden, liniaal en gum mee!

Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat een organisme is.

Je kunt organismen bekijken met een loep en een microscoop.
Je kunt kenmerken van organismen noemen.
Je kunt een duidelijke tekening maken.
Je kunt de naam van een organisme opzoeken.



Slide 2 - Slide

Vergroten

loep = hiermee kun je kleine dingen ongeveer 10 keer vergroten

microscoop = instrument waarmee je heel kleine dingen, die je niet met het blote oog of de loep kunt zien, sterk vergroot kunt bekijken. 

Slide 3 - Slide

De microscoop

oculair = een ooglens, vergroot 10x
tubus = houder van het oculair
revolver = draaibaar magazijn voor de objectieven
objectief = lens in de revolver. Vergroot 4x, 10x en 40x
tafel = hierop ligt het preparaat
statief = hieraan houd je de microscoop vast bij vervoeren
stelschroef = hiermee stel je het beeld scherp. Er is een grote stelschroef en een fijne stelschroef.
lamp = lichtbron
diafragma = hiermee regel je de hoeveelheid licht
voet = hierop staat de microscoop

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Door welk gedeelte van de microscoop kijk je?
A
diafragma
B
objectief
C
oculair
D
revolver

Slide 6 - Quiz

revolver
objectief
oculair
tubus
draaibaar magazijn
houder van het oculair
ooglens, vergroot 10x
lens, vergroot 4x, 10x en 40x

Slide 7 - Drag question

Wat is de functie van het 'diafragma' van de microscoop?
A
het preparaat vergroten
B
hoeveelheid licht regelen
C
microscoop aan vastpakken
D
microscoop aan/uit zetten

Slide 8 - Quiz

Met welk onderdeel van de microscoop stel je het beeld scherp?

Slide 9 - Mind map

Waarvoor zijn de objectieven van de microscoop?
A
beeld vergroten
B
hoeveelheid licht regelen
C
scherp beeld
D
stevigheid

Slide 10 - Quiz

voet
stelschroef
diafragma
tafel
objectief
tubus

Slide 11 - Drag question

Scherpstellen 
  1. Tafel omlaag draaien (met de grote stelschroef)
  2. Kleinste objectief (10 X 4) kiezen
  3. Klem het preparaat op de tafel vast
  4. Tafel omhoog draaien
  5. Kijk door het oculair en draai aan de grote schroef tot het beeld scherp is
  6. Scherpstellen met het middelste objectief (geel) (10 x 10 = 100)
  7. Kijk door het oculair en draai aan de kleine schroef tot het beeld scherp is


Slide 12 - Slide

8. De kleine schroef van de microscoop is voor nauwkeurige scherpstelling.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Bij het scherpstellen van de microscoop maak ik altijd gebruik van de grote schroef
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Met welk onderdeel van een microscoop kun je scherpstellen?
A
Diafragma
B
Lamp
C
Grote en kleine stelschroef
D
Revolver

Slide 15 - Quiz

Met welke sterkte begin je met het scherpstellen van een microscoop?
A
Hoogste Sterkte
B
Laagste sterkte

Slide 16 - Quiz

Met welke sterkte begin je met het scherpstellen van een microscoop?
A
Hoogste Sterkte
B
Laagste sterkte

Slide 17 - Quiz

Indelen op basis van kenmerken

Slide 18 - Slide

Determineren = Het opzoeken van de naam van een organisme met een zoekkaart, boek of computer.

Slide 19 - Slide

Aan de slag!
Wat? Maken: 3-6 en 13-16
Hoe? Zelfstandig. 
Hulp? Probeer het eerst alleen. Als je er niet uitkomt mag je fluisterend overleggen. Als jullie er samen niet uitkomen steek je je hand op.
Tijd? Tot 5 min voor het einde van de les.
Klaar? Vraag de docent om het nakijkblad in it's learning te zetten.
Opbrengst? Je hebt je huiswerk (deels) klaar!

Slide 20 - Slide