2.2 - week 3 - Examen schrijven & spreken

ZRGVEPL419AK
EXAMEN 
SCHRIJVEN 2F
1 / 42
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 42 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

ZRGVEPL419AK
EXAMEN 
SCHRIJVEN 2F

Slide 1 - Slide

Schrijven 2F- beoordeeld op:
- Samenhang
- Afstemming op doel en publiek
- Woordenschat en woordgebruik
- Spelling, interpunctie en grammatica
- Leesbaarheid

Slide 2 - Slide

1. Schrijfdoelen

Slide 3 - Slide

Informeren
  • De schrijver wil je iets leren
  • Een krantenartikel

Slide 4 - Slide

Instructie geven
  • Uitleggen hoe je iets moet doen
  • Gebruiksaanwijzing

Slide 5 - Slide

Overtuigen
  • Iemand overtuigen van je mening
  • Betogende tekst


Slide 6 - Slide

Overhalen
  • De schrijver wil dat je iets doet of koopt
  • Reclametekst

Slide 7 - Slide

Amuseren
  • De lezer vermaken
  • Een boek

Slide 8 - Slide

2. Doelgroep

Slide 9 - Slide

Doelgroep
  • Doelgroep is de groep mensen voor wie je een tekst schrijft.
  • Omdat je rekening moet houden voor welke doelgroep je schrijft, moet je een goed beeld hebben van de doelgroep. 

Slide 10 - Slide

Wat is formeel taalgebruik?
  • Formeel taalgebruik is netjes en
     de toon is beleefd.
  • Je spreekt diegene aan met 'u'.

Slide 11 - Slide

Wat is informeel taalgebruik?
  • Taal waarbij je tegen iemand 'je' zegt 
      of bij de voornaam noemt. 

  • Informeel taalgebruik is wat losser. 


Slide 12 - Slide


Tekst 
indeling

Slide 13 - Slide

  • Om een brief te schrijven is het belangrijk dat je weet welke indeling je moet gebruiken.

  • Iedere tekst bestaat uit een:
    - inleiding
    - middenstuk
    - slot

Slide 14 - Slide


Stappenplan
schrijven

Slide 15 - Slide

Stap 1: vooraf  bedenken
  • Schrijfdoel: Wat wil ik bereiken?
  • Doelgroep: Voor wie schrijf ik?
  • Onderwerp: Waar gaat het over?
  • Deelvragen: Waar wil ik antwoord op geven/welke onderwerpen wil ik behandelen?


Slide 16 - Slide

Stap 2: voorbereiden
  • Wat weet ik al?
  • Welke informatie moet ik geven ?
  • Wat zijn mijn deelvragen?
  • Hoe kom ik aan die informatie? 

Slide 17 - Slide

Stap 2: voorbereiden

  • Noteer alle informatie.
  • Maak een indeling.
  • Plaats de informatie in de juiste alinea.
  • Kijk of alle deelvragen zijn behandeld.

Slide 18 - Slide

Stap 3: Schrijf de inleiding
  • Hiermee trek je de aandacht van de lezer.
  • Hier benoem je het onderwerp.
  • Je vertelt waarom je de brief schrijft.


  • Let op: na de inleiding volgt er een witregel.


Slide 19 - Slide

Stap 4: Schrijf het middenstuk
  • Werk elke deelvraag uit.
  • Plaats een witregel tussen de alinea's.



  • Let op: na het middenstuk volgt er een witregel.

Slide 20 - Slide

Stap 5: schrijf het slot
  • Sluit de tekst af.
  • Je geeft geen nieuwe informatie meer.
  • Je benoemt je verwachtingen.


  • Let op: na het slot volgt er een witregel.

Slide 21 - Slide

Stap 6: controle
  • Juiste tekstdoel?
  • Taalgebruik afgestemd op doelgroep?
  • Deelvragen uitgewerkt?
  • Juiste indeling?
  • Witregels?

Slide 22 - Slide

Leestekens
  • Punt
    -> aan het einde van een zin.
  • Vraagteken
    -> aan het einde van een vraagzin.
  • Uitroepteken
    -> aan het einde van een uitroep of bevel

Slide 23 - Slide

Leestekens
  • Komma : geeft aan dat je bij het lezen even moet pauzeren.
    -> Tussen twee gezegdes
    -> bij een opsomming
    -> voor voegwoorden

Slide 24 - Slide

Examen vrijdag 3 februari
  • Je bent op tijd! 10 minuten voor tijd aanwezig zijn in lokaal K101.
  • Je hebt een pen en papier mee.
  • Je jas doe je uit en hang je over je stoel.
  • Je tas leg je bij de ingang van het lokaal. 

Slide 25 - Slide

Examen 
  • Je hebt 60 minuten de tijd.
    Rechtsboven zie je de klok met hoeveel tijd je nog hebt.
  • Verdeel je tijd goed!
  • Als de tijd voorbij is, stopt het examen vanzelf. 
  • Bij vragen steek je je hand op.

Slide 26 - Slide

Examen 
  • Als je klaar bent, sluit je het programma af zoals wordt aangegeven op het scherm.
  • Je sluit de computer af.
  • Je vertrekt stil en zonder je klasgenoten te storen. 

Slide 27 - Slide

Wat gaan we deze les doen?

Uitleg en voorbereiding 
op het examen Spreken 2F 



Slide 28 - Slide

Examen Spreken 2F
  1. Inleiding
  2. Kern 
  3. Slot

Slide 29 - Slide

Spreken 2F - Precondities
  • Nederlands gesproken
  • Verstaanbaar
  • Minimaal 80% uitgewerkt
  • 6 - 8 minuten

Slide 30 - Slide

Goede prestatie = goede voorbereiding
- Planning
- Informatie verzamelen
- Opbouw
- Hulpmiddelen
- Sleutelwoorden 
- Oefenen


 

















Slide 31 - Slide

Inleiding

  1. Maak het publiek nieuwsgierig en introduceer het onderwerp.
  2. Stel jezelf voor.
  3. Vertel hoe jouw presentatie is opgebouwd.
  4. Maak duidelijk wanneer ze vragen kunnen stellen.

Slide 32 - Slide

Middenstuk
  1. Behandel de deelonderwerpen in een logische volgorde.

  2. Zorg voor samenhang in jouw presentatie.
    Gebruik daarvoor signaalwoorden (ten eerste, daarna, want)

Slide 33 - Slide

Slot
  1. Geef een korte samenvatting.
  2. Vraag of er nog vragen zijn.
  3. Bedank het publiek.

Slide 34 - Slide

PowerPoint
  • Wat is het doel van een PowerPointpresentatie?
  • Opbouw en inhoud 
  • Ondersteunen en  toevoegen 



Slide 35 - Slide

Spreken 2F - Wat is de bedoeling?
  • Je hebt je BPV (stage) afgerond. Je geeft een presentatie  op een beroepenmarkt bij jou op school over je stageperiode. De presentatie geef je aan studenten van jouw opleiding die nog geen stageperiode hebben gehad.
  • Wat is het doel van deze presentatie?
  • INFORMEREN


Slide 36 - Slide

Spreken 2F - Welke onderwerpen moet je behandelen?
  1. Stagebedrijf
  2. Informatie 
  3. Twee redenen 
  4. Werkzaamheden
  5. Algemene ervaringen
  6. Advies
  7.  Afsluiting

Slide 37 - Slide

Algemene tips PowerPoint
Een PowerPoint is bedoeld ter ondersteuning van jouw verhaal. Dus:

  • Houd de informatie kort en bondig: gebruik steekwoorden!
  • Zet maximaal vijf à zes regels tekst op één dia
  • Geef elke dia een korte titel die duidelijk maakt wat het deelonderwerp is.
  • Gebruik liever een duidelijke foto dan tekst.
  • Controleer altijd of de tekst voor iedereen goed te lezen is en of er geen taalfouten in staan.

Slide 38 - Slide

Presenteren.... kun je leren!

Slide 39 - Slide

Houding
- Sta met twee benen op de grond. 
- Je armen langs je lichaam. 
- Rug recht, schouders naar achteren. 
- Ogen het publiek in. 

Slide 40 - Slide

Spreken 2F - Beoordelingscriteria
  • Samenhang
  • Afstemming op doel
  • Afstemming op publiek
  • Woordenschat en woordgebruik
  • Verstaanbaarheid en grammaticale beheersing 

Slide 41 - Slide

Vóór 28 januari: inleveren PP
3 februari:  Examens op school

Slide 42 - Slide