H8 2024-2025

Evaluatie SE H7
Vul zelfstandig en EERLIJK de evaluatie in 
1 / 65
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 65 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Evaluatie SE H7
Vul zelfstandig en EERLIJK de evaluatie in 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planning
Voorkennis hoofdstuk 8 maken blz. 76
Uitleg 8.1 
Maak opdracht 1 t/m 10

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Voorkennis maken op blz. 76
timer
6:00

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

8.1 Verbrandingsreacties

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Verbrandingsvoorwaarden

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Volumepercentage 
Lucht bevat 21 volume % zuurstof
1 liter lucht bevat 0,21 x 1 = 0,21 liter zuurstof




Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Verbrandingsverschijnselen
Rook
Vlammen
Vonken
As

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Dus:

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Explosie in Beiroet 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

dfa
fdaf
explosies en GHS-symbolen
  • Explosie ontstaat als brandbare stof, zuurstof en   juiste ontstekingstemperatuur aanwezig zijn.
  • De verhouding brandbare stof en zuurstof moet   binnen  bepaalde grenzen liggen: 
     de explosiegrenzen.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Planning
Afmaken uitleg 8.1 
Uitleg 8.2
Opdrachten maken
2e uur: 
Uitleg 8.3
Opdrachten maken

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Fossiele brandstoffen.
  • Benzine
  • Aardgas
  • Steenkool
  • Diesel
  • Kerosine
  • LPG

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Gebruik van fossiele brandstoffen voor:
Verbranden fossiele brandstoffen
Aardolie
Aardgas
Steenkool
Elektriciteit
Benzine, diesel en 
kerosine
Gas

Slide 13 - Slide

- Kerosine is de brandstof die vliegtuigen gebruiken

-Wat doe je zoal met gas?

- Welke problemen komen zoal kijken bij het verbranden van fossiele brandstoffen?

- Wat zou een oplossing kunnen zijn om af te stappen van deze fossiele brandstoffen? Oftewel: waar kunnen we nog meer energie uithalen?
Versterkt broeikaseffect

Er komt extra koolstofdioxide
Door verbranding van aardolie, benzine, diesel en aardgas

De aarde wordt te warm

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Lees par. 8.1 
Maak opdracht  1 /m 10

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Par. 8.2 Brand blussen 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Ontbrandingstemperatuur

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wegnemen van de ontbrandingstemperatuur
Afkoelen tot onder ontbrandingstemperatuur

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Wegnemen van de brandstof 

Brandgang voor brandpreventie

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Wegnemen van de zuurstof

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

De juiste brandblusser voor elke brand
Niet alle branden kun je met water blussen

Hoe zit dat?

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Lees par. 8.1 en 8.2
Par. 8.1 :  maak 1 t/m 10
Par. 8.2:  maak 1 t/m 9 en 12



Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Planning
Uitleg 8.3
Maak opdrachten




Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Examenvraag uit 2024

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Examenvraag uit 2024

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Par. 8.3 Rekenen aan verbrandingsreacties

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Samen oefen 

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Planning
afmaken par. 8.3 

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Wat was het stappenplan om de massaverhouding te bepalen?

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

…ZnO (s) -> …Zn (s) + …O2 (g)
1. Bereken de massaverhouding van de reactie.
2. Bereken hoeveel ZnO ontleed moet worden, om 150 kg Zink te krijgen.
3. Bereken hoeveel kg zuurstof wordt gevormd bij de reactie.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Overmaat

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Samen oefenen. 
Je hebt 2 kilo Kalium en 4 kilo Broom. Welke stof is in overmaat?

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Maak af:
Par. 8.1 : maak 1 t/m 10
Par. 8.2: maak 1 t/m 9 en 12
Par. 8.3: maak 1 t/m 9
Klaar? -> Kijk alles na
Maak vraag 7 blz. 104





Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Planning
Uitleg 8.4
Maak opdracht 8.4: 1 t/m 5, 13, 14 en 
15





Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Vervolgstap
Hoe zit dat dan bij een examen?

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Examenvraag 2023




1. Molecuulmassa's uitrekenen van wat gevraagd wordt
2. Massaverhouding opstellen  van wat gevraagd wordt
3. Verhoudingstabel maken en uitrekenen 

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Antwoordmodel

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

8.4 volledige en onvolledige verbranding blz. 109

Leerdoelen

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Volledige en onvolledige verbranding

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Bliek Middelburg 

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Vlammen
Blauwe ruisende vlam: volledige verbranding

Pauzevlam: onvolledige verbranding. 


Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Lees de begrippen op blz. 164 van par. 8.4 door 

Maak opdrachten  8.4: 
1 t/m 5 en, 13, 14 en 15

 Klaar? -> Kijk alles na

Maak af:
Par. 8.2: maak 1 t/m 9 en 12
Par. 8.3: maak 1 t/m 9

Let op: Morgen huiswerk check


Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Samen oefenen blz. 107 opdracht 9

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Planning

zelfstandig lezen 8.5
Par. 8.5: maak 1 t/m 8


Kijk alles na!!!!!!!!!!!!!

Maak af:
Par. 8.1 1 t/m 10
Par. 8.2: maak 1 t/m 9 en 12
Par. 8.3: maak 1 t/m 9
Par. 8.4: maak 1 t/m 5 13, 14 en 15







Slide 48 - Slide

This item has no instructions

8.6 Reactiesnelheid blz. 134

De ene reactie verloopt erg langzaam,
zoals het roesten van ijzer. En een andere reactie, zoals een
explosie, verloopt heel snel.


De snelheid waarmee een reactie verloopt
wordt reactiesnelheid genoemd.





Slide 49 - Slide

This item has no instructions

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

Reactiesnelheid

De reactiesnelheid wordt beïnvloed door:

  • De soort stof
  • Verdelingsgraad
  • Concentratie
  • Temperatuur
  • Katalysator

Slide 51 - Slide

This item has no instructions

Reactiesnelheid
Soort stof
Uit groep 1 reageren stoffen heel snel met zuurstof en water, b.v. Natrium


De metalen uit de andere groepen reageren veel minder snel. 

Slide 52 - Slide

This item has no instructions

Reactiesnelheid invloeden

Verdelingsgraad

Wanneer de deeltjes fijner worden, wordt
het oppervlakte groter. De verdelingsgraad neemt toe.





  • deeltjes fijner —> grotere verdelingsgraad
  • grotere verdelingsgraad --> hogere reactiesnelheid

Slide 53 - Slide

This item has no instructions

Reactiesnelheid invloeden

Concentratie

Wanneer de concentratie groter is, zijn er meer deeltjes aanwezig waardoor de kans op een reacties groter is. 


  • concentratie groter —> meer deeltjes aanwezig
  • meer deeltjes aanwezig —> grotere reactiesnelheid


Slide 54 - Slide

This item has no instructions

Reactiesnelheid

Temperatuur

Bij een hogere temperatuur bewegen de moleculen sneller

waardoor de kans op een reactie groter is.


  • temperatuur groter —> moleculen bewegen sneller
  • moleculen bewegen sneller —> meer kans op reactie
       —> grotere reactiesnelheid

Slide 55 - Slide

This item has no instructions

Reactiesnelheid

Katalysator

Soms verloopt een reactie niet wanneer twee stoffen bij elkaar

worden gevoegd. Wanneer een katalysator wordt toegevoegd verloopt de reactie wel (en sneller).


Een katalysator is een stof die de reactie versnelt, maar niet wordt verbruikt tijdens de reactie.

Slide 56 - Slide

This item has no instructions

Voedsel conserveren
Voor het conserveren kan je dan de volgende acties ondernemen: 
  • Voedsel drogen
  • Voedsel invriezen
  • Voedsel steriliseren
Langere houdbaarheid kan ook door "additieven" toevoegen  
dit zijn hulpstoffen/e-nummers. 
→ Zoek in  Binas de tabel met de e-nummers, geef de naam en functie  van E-441

Slide 57 - Slide

This item has no instructions

Additieven binas 
Additieven = toevoegingen aan voedingsmiddelen
- Gezondsheidsbevorderend
- Geur-, kleur- of smaakstoffen
- Conserveringsmiddel
- Emulgator
Additieven met E-nummer zijn goedgekeurd door 
Europa.

Slide 58 - Slide

This item has no instructions

Aan het werk
Maak par. 8.6: opdracht 1 t/m 4, 8 t/m 15

Kijk alles na!!!!!!!!!!!!!
Par. 8.1 1 t/m 10
Par. 8.2: maak 1 t/m 9 en 12
Par. 8.3: maak 1 t/m 9
Par. 8.4: maak 1 t/m 5 13, 14 en 15
Par. 8.5: maak 1 t/m 8





Slide 59 - Slide

This item has no instructions

Planning
Proef reactiesnelheid
 

Slide 60 - Slide

This item has no instructions

Planning
Samen oefenen
Individueel werken aan de opdrachten

Slide 61 - Slide

This item has no instructions

Bij de reactie tussen waterstof en chloor ontstaat waterstofchloride. 
1,0 gram waterstof reageert met 36 gram chloor.
  


Hoeveel waterstofchloride ontstaat er als 2,3 gram waterstof reageert met voldoende chloor? Gebruik in je antwoord het juiste aantal significante cijfers.

Slide 62 - Slide

This item has no instructions

Bereken hoeveel zuurstof nodig is voor de verbranding van 50,0 gram aluminium. Gebruik drie significante cijfers in je uitkomsten.

Slide 63 - Slide

This item has no instructions

Oude examenvraag 3 punten
Om een airbag op te laten blazen, kun je CH6N4O3 laten ontleden. Bij de ontleding ontstaat onder andere Stikstofgas.

Slide 64 - Slide

This item has no instructions

Aan het werk
Maak par. 8.6: opdracht 1 t/m 4, 8 t/m 15

Kijk alles na!!!!!!!!!!!!!
Par. 8.1 1 t/m 10
Par. 8.2: maak 1 t/m 9 en 12
Par. 8.3: maak 1 t/m 9
Par. 8.4: maak 1 t/m 5 13, 14 en 15
Par. 8.5: maak 1 t/m 8





Slide 65 - Slide

This item has no instructions