2A Mittwoch, den 11. März 2020

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Mittwoch, den 11. März 2020

• Willkommen
• Ziele dieser Unterrichtsstunde
• Lernliste und Grammatik
• Nachsehen Hausaufgaben
• Wiederholung Grammatik: hoofdregels der die das, ein-Gruppe
• Wiederholungsaufgaben
• Märchen
• Hausaufgaben
• LessonUp: WMG
• Zum Schluss

Ziele dieser Unterrichtstunde:

• Je weet waaruit de ein-Gruppe bestaat.
• Je weet wanneer de ein-Gruppe een e als uitgang krijgt.
• Je weet de hoofdregels voor indeling zelfstandige nw in der die en das.
• Je kunt je voorbereiden op de repetitie.

Lernliste und Grammatik

Wiederholen

Nachsehen Hausaufgaben:

Aufgaben Wiederholungsaufgaben 56 t/m 59

Märchen

Aufgabe 44 Hören

S177-178

Wat betekent volgens jou: Kaufrausch?

Kapitel 4: Kaufrausch

S10-12  Uitleg.

Hörfragment und Sehen

1. 1A zelfstandig maken
2. B 1 t/m 5 gezamenlijk
3. C 6 t/m 10 zelfstandig
4. D gezamenlijk
5. E 11 t/m 18 zelfstandig

Aufgabe 2: Lesen

S13-14

Uitleg.

Klaar met Aufgabe 2: M Aufgabe 3 S15-17

Bespreken Aufgabe 2

Hausaufgaben Mittwoch, den 11. März 2020

L Lernliste                           S189  alle J woorden    +  S190  F Hören en G Lesen

L Grammatik  S161-162  bezittelijke vnw, ein en kein 

                                                + wel/niet uitgang e  (A4)

L Redemittel J                  A4  van NL → Duits

M 

 

Hausaufgaben WGM

- Grammatica: TB bladzijde 44:

- Redemittel D: bladzijde 228 + A4 met Redemittel D van NL → Duits

- Lernliste

• S230 DI + II van NL → Duits

• S231 DIII + DI(H) II III van NL → Duits

• S232 A Sehen + B Lesen van Duits → NL

WMG af voor vrijdag: Zum Schluss 1 t/m 4

  en Wiederholungsaufgaben 9, 10, 11 en Landeskunde Aufgabe 35

... (geen) Butter
Vertalen en in juiste vorm.

... (hun) Frühstück
Vertalen en in juiste vorm.

... (uw) Zitrone
Vertalen en in juiste vorm.

... (een) Supermarkt
Vertalen en in juiste vorm

... (geen) Kartoffeln

Der Friseur hat seine Haare ... (schneiden).

(reiten) .... Sie immer auf ihrem Pferd?

Er ... (rekenen) die Summe aus.
Vertalen en in juiste vorm zetten.

Du ... (openen) die Tür für mich?
Vertalen en in juiste vorm zetten.

Ik heb geantwoord.
Vertalen en in juiste vorm zetten.

Zum Schluss:

Huiswerk WMG

Datum repetitie WMG