4.4 Het zenuwstelsel

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop pakken en opstarten
Binas pakken

1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop pakken en opstarten
Binas pakken

Slide 1 - Slide

Wat geeft nummer 5 aan? (88A)
A
Axon
B
Dendriet
C
Synaptisch eindknopje
D
Motorische eenheid

Slide 2 - Quiz

Onder welke anatomische indeling van het zenuwstelsel liggen de schakelcellen? (88B)

Slide 3 - Open question

Bij welke stap bij de werking van de kalium-natriumpomp is energie nodig? (88E)
A
Vormverandering pomp bij afgifte Na+
B
Vormverandering pomp bij afgifte K+
C
Actief transport Na+ over celmembraan
D
Actief transport K+ over celmembraan

Slide 4 - Quiz

Wat geeft nummer 2 aan? (88F)
A
Depolarisatie
B
Repolarisatie
C
Hyperpolarisatie
D
Rustpotentiaal

Slide 5 - Quiz

Wanneer zal de natriumpoort van een dendriet zich sluiten bij een impulsoverdracht? (88G)

Slide 6 - Open question

Wat is het verschil tussen ecstasy en cocaïne op dopamine? (88I)

Slide 7 - Open question

Hoe haal je de leerdoelen?

  • je kunt de definitie van de volgende begrippen uitleggen: centrale zenuwstelsel, perifere zenuwstelsel, autonome en animale zenuwstelsel, orthosympatisch en parasympatisch.

  • je kunt de de leerdoelen in begrijpelijke taal aan een ander uitleggen.
  • je kunt de (examen)vragen over dit onderwerp goed (bijna foutloos) maken.

Slide 8 - Slide

Welke 3 verschillende zenuwcellen zijn er ook al weer? (R)

Slide 9 - Open question

Koppel de zenuwcellen bij de het juiste anatomische onderdeel
Centraal zenuwstelsel
Perifeer zenuwstelsel

Schakelneuron
Sensorische neuron
Motorische neuron

Slide 10 - Drag question

Is een zenuw hetzelfde als een zenuwcel? Leg uit waarom wel/niet. (T2)

Slide 11 - Open question

Zenuwen maken deel uit van welk deel van het zenuwstelsel (anatomisch)? (T1)
A
Perifeer zenuwstelsel
B
Centraal zenuwstelsel

Slide 12 - Quiz

indeling op functie
animaal 
- veelal bewust

autonoom (vegetatief)
- veelal onbewust
- orthosympatisch en parasympatisch
- doelwitorganen zijn hetzelfde

Slide 13 - Slide

BINAS 88L

Slide 14 - Slide

Iemand schrijft een brief.
Maxima zegt dat het animale zenuwstelsel actief is.
Amalia zegt dat het autonome zenuwstelsel actief is.
Alexia zegt dat ze beiden actief zijn.
Ariane is nog te jong en zegt niets.
Wie heeft er gelijk?
A
Maxima
B
Amalia
C
Alexia
D
Ariane

Slide 15 - Quiz

Tijdens een sportwedstrijd klopt je hart sneller en adem je dieper, omdat het orthosympatisch / parasympatisch zenuwstelsel je lichaam actief houdt.
A
Orthosympatisch
B
Parasympatisch

Slide 16 - Quiz

Kies de juiste woorden.
Je gaat een sportwedstrijd spelen. Kort voor de wedstrijd biedt iemand je een patatje aan. Als je verstandig bent, dan zeg je nee, omdat het orthosympatisch / parasympatisch zenuwstelsel de vertering van de patat vertraagt / versnelt.
A
Orthosympatisch Vertraagt
B
Orthosympatisch Versnelt
C
Parasympatisch Vertraagt
D
Parasympatisch Versnelt

Slide 17 - Quiz

Kies het juiste woord.
Direct na de wedstrijd is je orthosympatisch / parasympatisch zenuwstelsel nog actief
A
Orthosympatisch
B
Parasympatisch

Slide 18 - Quiz

Noteer de juiste woorden.
Topsporters moeten voor de dopingcontrole vaak urine inleveren, direct na de wedstrijd. Dat kost wel / geen moeite, omdat het orthosympatisch / parasympatisch zenuwstelsel het plassen remt / bevordert.

Slide 19 - Open question

Noteer het juiste woord.
Na de wedstrijd ga je lekker douchen en je kruipt op de bank, je valt bijna in slaap. Dit komt doordat het orthosympatisch / parasympatisch zenuwstelsel grote invloed heeft.

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide

Wat is het goede antwoord op de vorige vraag? (I-vraag)
A
Kaliumpoorten open Orthosympatisch
B
Kaliumpoorten open Parasympatisch
C
Kaliumpoorten dicht Orthosympatisch
D
Kaliumpoorten dicht Parasympatisch

Slide 22 - Quiz

Frikandelbroodjes
  • Zeer populair
  • Leerlingen moeten vaak vechten om er één te bemachtigen

Leerdoel:
Leg uit welk gedeelte van het zenuwstelsel actief is tijdens het halen van frikandelbroodjes en in de periode daarna

BRON: BINAS 88 B/L

Slide 23 - Slide

1. Welk deel van je zenuwstelsel is actief tijdens het halen van een frikandelbroodje?

2. Welk deel van je zenuwstelsel is actief nadat je een frikandelbroodje hebt opgegeten?

A
1. Orthosympatisch 2. Orthosympatisch
B
1. Orthosympatisch 2. Parasympatisch
C
1. Parasympatisch 2. Orthosympatisch
D
1. Parasympatisch 2. Parasympatisch

Slide 24 - Quiz

Huiswerk
  • Maak de basiskennisvragen 1 t/m 4 van 4.4
  • Maak de toetsvragen 1 & 6 van 4.4
  • Maak een begrippenlijst of samenvatting van 4.4


    Eerder klaar? Ga naar eindexamensite, kies bij oefenen zenuwstelsel en maak opdrachten 
    1, 5, 6, 7, 9, 10, 13, 14, 20, 21, 22


Slide 25 - Slide