Week 1 - poster

• Nederlands
• ISK

Week 1 

les 1

Vandaag:

Intro unit 2 (thema, toetsen, taaldossier)

Wat is een poster?

Een reisbureau: voorbeeld

Werken aan opdracht

Doelen:

Je weet wat we in unit 2 gaan doen.

Je weet wat de kenmerken van een poster zijn.

Intro unit 2

Thema: ervaringen (waar denk je dan aan?)

Toetsen: 

spreektoets: 9, 10 en 12 december

schrijftoets: 9 januari

Taaldossier: dit is week 1. Vrijdag weer een controlemoment!

Wat is een poster?

Wat zijn de kenmerken van een poster volgens jullie?

Wat is een poster?

- Duidelijke titel;

- Kerninformatie in het midden, details kleiner onderaan;

- Variërende lettergroottes;

- Ondersteunende afbeeldingen/figuren;

- Beknopte informatie;

- Gericht op één doel en één onderwerp.

Kijk naar het volgende filmpje:

Vragen:

- Waarom is Thema Travel geen standaardreisbureau?

- Wat krijg je allemaal als je een reis boekt bij Thema Travel?

- Waarom is Thema Travel niet duurder dan andere reisbureaus?

Opdracht

Deadline? Vrijdag aan het eind van de les.

Met wie? Alleen

Wat? Bedenk een eigen reisbureau met een uniek concept. Werk dit concept uit op een poster (a4). 

Doel: informeren.

Week 1 

les 2

Vandaag:

Spreekoefening

Schrijfoefening

Werken aan opdracht

Doelen:

Je kunt een poster maken in het Nederlands.

Je kunt in het Nederlands vertellen over jouw reisbureau-concept.

Je kunt inversie juist gebruiken in zinnen.

Spreekoefening

Zit samen met je gesprekspartner.

Bespreek welk reisbureauconcept jullie bedacht hebben.

2 minuten in totaal. Gebruik die helemaal.

Daarna: nieuwe gesprekspartner.

Doel: onthoud welk concept jouw gesprekspartner bedacht heeft.

Na een aantal rondes kun je wat lln vragen te vertellen over het concept van een van hun gesprekspartners.

Schrijfoefening

Schrijf de juiste zinnen in je schrift. Gebruik inversie.

1. jij - voetballen - in het weekend

2. ik - opbellen - jou - op vakantie

3. hij - eten - een ijsje - in de stad

4.  jullie - rondlopen - in de stad - op zaterdagavond

5. u - willen - in Zeeland - fietsen

6. wij - op reis - zien- veel bezienswaardigheden - gaan

Bespreek:

- inversie

- vervoeging ww'en in tt

- meer werkwoorden in een zin

- scheidbare werkwoorden

Werken aan opdracht

Deadline? Vrijdag aan het eind van de les.

Met wie? Alleen

Wat? Bedenk een eigen reisbureau met een uniek concept. Werk dit concept uit op een poster (a4)

Doel: informeren.

Week 1 

les 3

Vandaag:

Spreekoefening

Werken aan opdracht

Doelen:

Je kunt een poster maken in het Nederlands.

Je kunt in een gesprekje inversie gebruiken.

Spreekoefening

Ga samen zitten met jouw gesprekspartner.

Heb een gesprekje van 4 minuten met elkaar en verwerk daarin de vragen op de volgende slide. 

Belangrijk:

- Stel allebei vragen (dus niet alleen "En jij?");

- Gebruik de volledige 4 minuten;

- Gebruik inversie!

Wat doe jij graag in je vrije tijd?

Waar slaap jij meestal op vakantie?

Wat doe jij vaak in de trein/bus?

Waar ga jij graag naartoe in de zomer?

Wat doe jij na school?

Wat kijk of doe jij op zaterdagavond?

Wat doe jij het liefst op het strand?

Wat eet of drink jij graag in een ander land?

Werken aan opdracht

Deadline?  Aan het eind van deze les.

Met wie? Alleen

Wat? Bedenk een eigen reisbureau met een uniek concept. Werk dit concept uit op een poster (a4)

 Doel: informeren.

Tussendoor: checken taaldossier