Mening argument conclusie

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat is een feit?
A
Een uitspraak over iets wat waar of niet waar is. Controleerbaar.
B
Een uitspraak over iets wat waar of niet waar is. Niet controleerbaar.

Slide 2 - Quiz

Wat is een mening (standpunt)?
A
Wat iemand ergens van vindt. Controleerbaar. Je bent het ermee eens.
B
Wat iemand ergens van vindt. Controleerbaar. Je bent het ermee oneens.
C
Wat iemand ergens van vindt. Niet controleerbaar. Je kunt er eens of oneens mee zijn.
D
Wat iemand ergens van vindt. Niet controleerbaar. Je kunt er niets van zeggen.

Slide 3 - Quiz

CONCLUSIE

- Als alle argumenten (redenen) zijn gegeven, kan er een conclusie volgen.

- Korte herhaling van meningen en argumenten.

-Signaalwoorden: dus, concluderend, dat betekent...



Voorbeeld van een conclusie:

Het is dus goed dat jongeren kleedgeld krijgen, want dan leren zij met geld omgaan.

Slide 4 - Slide

Lees (en beluister) de tekst.

Slide 5 - Slide

Wat is het onderwerp
van de tekst?
Gebruik voor je antwoord
één woord.

Slide 6 - Open question

Wat is de mening van Simon over het onderwerp?

Slide 7 - Open question

Aan welk signaalwoord herken je zijn mening?

Slide 8 - Open question

Welk argument geeft hij voor zijn mening?

Slide 9 - Open question

Wordt er in deze tekst een conclusie getrokken?
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quiz

Lees (en beluister) de tekst.

Slide 11 - Slide

Wat is de mening van de schrijfster over het onderwerp?

Slide 12 - Open question

Welk argument geeft zij voor haar mening?

Slide 13 - Open question

Noteer een signaalwoord voor een argument uit de tekst.

Slide 14 - Open question

Wordt er in deze tekst een conclusie getrokken?
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quiz