17. Gebruik verleden tijden

¡Buenos días!
Alicante
1 / 32
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

¡Buenos días!
Alicante

Slide 1 - Slide

¿Qué hacemos hoy?
  • ¿Qué hemos hecho? 

  • ¡A practicar!

  • Los deberes








Alicante

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

¿Qué hemos hecho?

Slide 4 - Slide

¿Cuál es nuestro objetivo?
Pretérito perfecto
"he trabajado"
Pretérito indefinido
"trabajé"
 El uso:
perfecto / indefinido

B
G
E
B
B
G
E
G
E

Slide 5 - Slide

B
Regelmatig: salir - salido / cancelar - cancelado / comunicar - comunicado / jugar- jugado / comprar - comprado 

Onregelmatig:  ver- visto /  volver - vuelto / descubrir - descubierto / hacer - hecho / poner - puesto 
Neem de tabel over in je schrift en schrijf de voltooid deelwoorden van de werkwoorden in de juiste kolom.

Slide 6 - Slide

B
  • a) visto
  • b) comido
  • c) hecho
  • d) escrito
  • e) vuelto
  • f) intentado
  • g) salido
  • h) preguntado
  • i) descubierto
  • j) roto
  • k) comunicado
  • l) cancelado
  • m) hecho
  • n) muerto
Schrijf de juiste voltooid deelwoorden van de pretérito perfecto op van de onderstaande werkwoorden.

Slide 7 - Slide

G
  • a) he hecho
  • b) he salido
  • c) he estado
  • d) hemos jugado
  • e) hemos comido
  • f) hemos hablado
  • g) ha viajado
  • h) he escrito
Schrijf de juiste vervoeging op van de werkwoorden tussen de haakjes. Gebruik de werkwoorden die rechts van de tekst staan.
a) hacer
b) salir
c) estar
d) jugar
e) comer
f) hablar
g)  viajar
h) escribir

Slide 8 - Slide

B
  • a) se ha levantado
  • b) he estado
  • c) hemos viajado
  • d) ha roto
Schrijf de juiste vervoeging op van de werkwoorden tussen de haakjes.

Slide 9 - Slide

G
  • a) ha hablado - este mes (deze maand)
  • b) hemos ido - este fin de semana (dit weekend)
  • c) ha jugado - últimamente (de laatste tijd)
  • d) he discutido - esta semana (deze week)
  • e) me he duchado - hoy (vandaag)
Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes en schrijf per zin de juiste Nederlandse vertaling op van het signaalwoord.

Slide 10 - Slide

G
  • a) Deze week heb ik gebaad in de zee.
  • b) Vandaag heb ik fruit gegeten.
  • c) Deze ochtend is Pedro te laat gekomen.
  • d) Juan is om 8 uur de Spaanse les binnengekomen.
  • e) Ik en Maria hebben wiskunde geoefend. 
Schrijf de Nederlandse vertaling op van de onderstaande zinnen. Er zijn meerdere vertalingen mogelijk.

Slide 11 - Slide

E
  • David todavía no ha viajado al extranjero.
  • Julián y yo todavía no hemos comido.
  • ¿Ya has bajado la basura?
  • Javi, ya has hecho la cama?
Schrijf de zinnen opnieuw. Gebruik de pretérito perfecto

Slide 12 - Slide

E
  • a) Hoy Nélida ha visitado la iglesia. 
  • b) Esta tarde he comprado un ordenador nuevo.
  • c) Mi familia y yo hemos cenado juntos.
  • d) Él ha dado regalos a su familia. 
  • e) Mi padre se ha levantado a las nueve de la mañana. 
Schrijf de zinnen opnieuw. Gebruik de pretérito perfecto in combinatie met de signaalwoorden in de tabel. Er zijn meerdere oplossingen mogelijk.

Slide 13 - Slide

E
  • Este año he cenado una paella con mi familia.
  • Este verano he estudiado  historia y matemáticas.
  • Este mes he chateado por internet.
  • Esta semana he jugado videojuegos con mi hermano.
  • Esta mañana he descansado todo el fin de semana.
  • Hoy me he duchado después de levantarme. 
Maak de e-mail compleet. Gebruik de pretérito perfecto.
 Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.

Slide 14 - Slide

B
  • a) tuvo
  • b) fue
  • c) fueron
  • d) nadamos
  • e) practicaste
  • f) comió
  • g) viajasteis
  • h) pasason
  • i) viviste
  • j) visitaste
  • k) estuve
  • l) descubrió
Schrijf de juiste vervoeging van de pretérito indefinido op in je schrift. 

Slide 15 - Slide

B
  • a) puse
  • b) hicisteis
  • c) fue
  • d) pudiste
  • e) anduvieron
  • f) dimos
  • g) vino
  • h) estuve
  • i) fuisteis
  • j) quisimos
  • k) tuviste
  • l) visitaron
Nu iets moeilijker. Schrijf de juiste vervoeging van de pretérito indefinido  op in je schrift. 

Slide 16 - Slide

G
  • a) habló - ayer (gisteren)
  • b) fuimos - anoche (gisterenavond)
  • c) jugó - anteayer (eergisteren)
  • d) discutí - el otro día (die dag)
  • e) me duché - la semana pasada (vorige week)
Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes en schrijf per zin de juiste Nederlandse vertaling op van het signaalwoord.
yo

Slide 17 - Slide

G
  • a) In 2001 baadde ik in de zee. 
  • b) Vorige maand ging ik naar Spanje.
  • c) Vorig jaar speelde wij tennis.
  • d) Afgelopen donderdag praatte de docent veel. 
  • e) Vorige zomer sportte wij behoorlijk veel.  
Schrijf de Nederlandse vertaling op van de onderstaande zinnen. Er zijn meerdere vertalingen mogelijk.

Slide 18 - Slide

G
  • a) Gisteren beoefende Juan fietssport.
  • b) Gisteren keek Nélida een programma op televisie.
  • c) Vorige zomer zwommen ik en Carlos in het zwembad van mijn ouders.
  • d) Vorige winter skiede mijn vader op de berg. 
  • e) Pablo en Rick bezochten een heel interessante expositie. 
Schrijf de Nederlandse vertaling op van de onderstaande zinnen. Er zijn meerdere vertalingen mogelijk.

Slide 19 - Slide

E
  • a) En 1999 Nélida visitó la iglesia.
  • b) Un día compré un ordenador nuevo.
  • c) En verano mi familia y yo cenamos juntos.
  • d) Una vez él dio regalos a su familia.
  • e) En ese momento mi padre se levantó a las ocho de la mañana.
Schrijf de zinnen opnieuw. Gebruik de pretérito indefinido in combinatie met de signaalwoorden in de tabel. Er zijn meerdere oplossingen mogelijk.

Slide 20 - Slide

E
  • El verano pasado comí bien al extranjero. 
  • Un día fui al cine con mis amigos.
  • Una vez organizé una fiesta.
  • Ayer jugué al fútbol.
  • Anteayer nadé en la piscina.
  • Hace dos años hice senderismo en las montañas.
  • El año pasado hice deporte todos los días.
Maak de e-mail compleet. Gebruik de pretérito indefinido. Gebruik telkens een ander signaalwoord.  Meerdere antwoorden mogelijk.

Slide 21 - Slide

B
Perfecto: hoy, últimamente, esta mañana, esta tarde, esta noche, esta semana, este mes, este año, este fin de semana.

Indefinido: ayer, anoche, anteayer, hace diez minutos, el otro día, la semana pasada, el mes pasado, el jueves pasado, en 2001, en verano.
Neem het schema over in je schrift en schrijf de signaalwoorden in de juiste kolom. 

Slide 22 - Slide

B
  • a) has arreglado
  • b) hemos pasado, fue
  • c) has ido, fui, he estado
  • d) hiciste, salí, casamos
Welke vervoeging is correct? Schrijf het juiste werkwoord op in je schrift. 

Slide 23 - Slide

G
  1. he estudiado
  2. llamó
  3. ha recibido
  4. han ido
  5. visitó
  6. hemos quedado
Schrijf de juiste vorm op van de pretérito perfecto of de pretérito indefinido.

Slide 24 - Slide

E
  1. ha salido
  2. fui
  3. cenamos
  4. nació
  5. viajamos
  6. se casaron
Schrijf de juiste vorm op van de pretérito perfecto of de pretérito indefinido. Gebruik de werkwoorden in de tabel. 

Slide 25 - Slide

Wat ik hiermee kan doen is...
Wat ik nog moeilijk vind is...
Wat ik al goed kan is...
Wat ik nog kan doen is...
Wat ik vandaag heb geleerd is...




Slide 26 - Mind map

¿Qué tal la clase?
A
muy bien
B
bien
C
regular
D
mal

Slide 27 - Quiz

Los deberes



Libro del alumno página 57 y 73
Prueba de comprensión auditiva
el lunes, 8 de marzo
In je tekstboek op pagina 57 en 73 ga je oefenen met het maken van 3 luisteroefeningen. Je vindt de fragmenten op de volgende dia's.

Slide 28 - Slide

Oefenen met luistervaardigheid


  • Voordat je het fragment start activeer je eerst je voorkennis. Lees de vragen alvast door en bekijk eventuele afbeeldingen, zodat je een idee hebt waar de tekst over zou kunnen gaan.
  • Lees de antwoorden door en concentreer je op de kern. Probeer daarmee te voorkomen dat je tijdens het luisteren steeds opnieuw de antwoordopties weer dient te lezen. 
  •  Als je het antwoord gehoord hebt, blijf dan luisteren! De sprekers in het fragment kunnen nog informatie toevoegen, waardoor het antwoord toch niet meer klopt. 
  • Erg belangrijk bij het luisteren is je concentratie. Blijf scherp en heb vertrouwen in jezelf.
      Een tip voor je concentratie kan zijn om een focuspunt te zoeken waar je naar kijkt. 
  • Weet je het antwoord niet? Vul altijd iets in!

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide